“Politiek is voor de katholiek geen ongemakkelijke taak maar een boeiende uitdaging”

De prelaat van het Opus Dei bezocht eind vorig jaar Polen. Het katholiek Pools persagentschap Kai sprak met hem over onderwerpen als de heiligheid midden in de wereld, de deelname aan de politiek, de hedendaagse cultuur en de toekomst van de evangelisatie.

De prelaat van het Opus Dei had in Warschau een ontmoeting met duizenden mensen.

Mgr. Echevarría, wat is de boodschap van het Opus Dei aan de huidige mens en maatschappij?

De boodschap van het Opus Dei is een liefdevolle oproep van God aan alle mensen om de christelijke boodschap ten diepste te beleven en uit te dragen. Daarbij ligt het accent op de heiliging van het werk en van de gewone omstandigheden van het leven.

De heilige Jozefmaria Escrivá gaf dit beeldend aan door twee overwegingen aan elkaar te koppelen die men eerder geneigd is van elkaar te scheiden. Hij zei enerzijds dat de wereld geen negatieve werkelijkheid is: God zag dat het goed was, zegt het boek Genesis. Anderzijds leert Genesis ons dat de mens juist in de wereld geplaatst is om te werken.

Om de wil van God te doen, om een consequent christelijk leven te leiden, om heilig te zijn, is het niet nodig de wereld te verlaten: het werk en de gewone bezigheden van een doorsnee persoon zetten zich om in middelen en gelegenheden om de liefde tot God en tot de naaste op heldhaftige wijze te beleven.

Het Opus Dei verkondigt het ideaal van de heiligheid in de dagelijkse bezigheden van het leven. Als ideaal is dit erg mooi, maar hoe maak je dat waar temidden van de problemen die ons elke dag overstelpen, temidden van de dagelijkse werkelijkheid die ons met een duizelingwekkend ritme onophoudelijk afleidt?

De eerste voorwaarde is dat men de problemen en dat duizelingwekkende ritme met soepelheid aanvaardt. Als we ons niet verbazen en ons niet laten ontmoedigen door de moeilijkheden, hebben we al de helft van de weg afgelegd.

Maar het voornaamste is dat we elke dag proberen te groeien in liefde tot Jezus Christus en zo laten zien dat we niet theoretisch, maar objectief en subjectief naar Hem verlangen,. Ik zou ook op de noodzaak willen wijzen om dagelijks tijd vrij te maken voor de persoonlijke omgang met God: deelnemen aan de heilige Mis, tijd besteden aan het persoonlijk gebed, aan de lezing van het Evangelie... Het is niet zo moeilijk: het is genoeg als we het ons voornemen en plannen maken, ook als dat misschien betekent dat we onze tijd beter moeten benutten of afzien van een poosje tv-kijken.

Jezus Christus heeft het ons zelf gezegd: Komt tot Mij allen die beladen zijt en onder lasten gebukt, ik zal jullie verlichting geven. Als we toestaan dat God in ons leven binnentreedt, zullen de problemen niet verdwijnen. Maar samen met Hem zullen we ze met andere ogen zien: als gelegenheden om Hem en de anderen te dienen. Als we voor God de deur opendoen van ons gedrag, van onze ziel, zullen ook de mensen binnenkomen die ons omringen.

Naast de dialoog met God is het ook nodig om de menselijke deugden in praktijk te brengen. De heilige Jozefmaria onderstreepte altijd de noodzaak om die deugden te beleven die het samenzijn met anderen aangenamer maken: de edelmoedigheid, de blijdschap, de geest van dienstbaarheid, de liefde voor de vrijheid...

Verschillende leden van het Opus Dei bekleden vooraanstaande functies in het openbare leven: het zijn intellectuelen, ondernemers, politici. Hoe kunnen we, in alle aspecten en zonder concessies, christenen zijn in de politiek? Politiek laat zich definiëren als “de kunst van het compromis”. En een christen mag in wezenlijke kwesties geen “compromis aangaan”. Hoe kan men deze aspecten verenigen?

Ik zou eerst aanraden om niet te overdrijven: consequent zijn met het geloof mag soms moeite kosten, maar het is geen tragedie. Zoveel niet-christenen handelen ook naar hun geweten, met vaste referentiepunten, die voor hen onverhandelbaar zijn. Als dat niet zo was, zouden ze mensen zijn zonder principes en een persoon zonder principes is iemand op wie een rechtschapen mens het minste kan vertrouwen. Ik heb niet- christelijke politici meegemaakt die een ministeriële loopbaan vaarwel zeiden op grond van gewetensbezwaren, uit onenigheid met een beslissing van hun regering. Als een christen zich moreel verplicht zou zien om zover te gaan om zijn geloof te verdedigen, zou dit niets ongehoords zijn, zelfs niet in een uitzonderlijk situatie.

Politiek veronderstelt van nature debat, consensus, het zoeken naar overeenstemming. Maar het vereist vooral verstandigheid, een bijzonder verlangen om het algemeen welzijn te dienen, en eerlijkheid. Met dit gegeven moeten politici, maar ook christenen, zich inspannen om serieus te werken, hun beweegredenen duidelijk uit te leggen, te luisteren naar het gelijk of het deel van het gelijk dat anderen inbrengen. Om deze activiteiten te heiligen moet men ze goed vervullen, zonder bedrog en zonder knoeiwerk, met kwaliteit en met liefde, en moeten vergissingen rechtgezet worden als die er zijn. Voor de katholieken vormen politieke verantwoordelijkheden geen ongemakkelijke taak maar een boeiende uitdaging.

Hieraan zou ik willen toevoegen dat het merendeel van de leden van het Opus Dei gewone beroepen vervullen in de maatschappij. Maar allen doen hun best om de glans te ontdekken die verborgen ligt achter ieder werk dat gedaan wordt uit liefde tot God en met verlangens om de naaste te dienen.

Het Opus Dei hecht veel waarde aan de biecht. Toch lijkt dit sacrament uit vele landen en sommige plaatselijke kerken te verdwijnen. Welke rol moet de biecht spelen in het leven van iemand die een christen wil zijn?

Het Opus Dei hecht niet veel waarde aan de biecht alsof dat een nieuw element was van zijn boodschap. Het is voldoende om de Katechismus van de katholieke Kerk door te nemen om te beseffen dat het iets is dat door God gewild is en waaraan de Kerk herinnert. De prelatuur voelt de noodzaak om de katholieke gelovigen ervan te overtuigen dat de mogelijkheid om dit sacrament te ontvangen een heel groot geschenk van God is, waar we dankbaar voor moeten zijn, en geen vervelende last; we hebben dit middel nodig.

In de biecht vergeeft God onze zonden. Het woord ‘zonde’ klinkt misschien hard in onze dagen, maar het begrip is net zo geldig als dat van ‘geweten’. In ieder mens leven goed en kwaad naast elkaar, en van het kwade moeten we niet alleen rekenschap afleggen voor het menselijk gerecht, maar vooral voor God. Het verschil ligt hierin dat God alles doet om ons te vergeven.

Ik zou willen benadrukken dat het geloof ons het sacrament van de verzoening toont als een zeer groot geschenk en als een bevrijding. Het helpt ons om realistisch te zijn en onze beperkingen te erkennen, zonder ze goed te praten. Het laat ons de liefde ontdekken van een God die ons altijd vergeeft, omdat hij Vader is. De ervaring van de barmhartigheid nodigt ons bovendien uit om deze barmhartigheid eerlijk met alle mensen te beoefenen.

Hoe beoordeelt u de hedendaagse cultuur? De Kerk is altijd in gesprek gebleven met de cultuur in een poging haar te evangeliseren. Welke stromingen mogen we als katholieken aanvaarden in de hedendaagse cultuur en welke moeten we beslist afwijzen?

Het lijkt me niet mogelijk om een summier oordeel te geven over de huidige cultuur, want elke waardering zou genuanceerd moeten worden. Wat het tweede deel van uw vraag betreft, denk ik dat het dilemma van de katholieken niet zit in de onderscheiding van stromingen die men kan aanvaarden of moet afwijzen. In de geschiedenis zijn de katholieken eerder scheppers van cultuur geweest. Ze zijn erin geslaagd het geloof uit te drukken in de filosofie, de hoop in de kunst, de liefde in werken van dienstbaarheid. Op dit moment heeft de christen een grote verantwoordelijkheid om zijn geloof uit te drukken op een manier die begrijpelijk en aantrekkelijk is voor zijn medeburgers.

Ik denk dat het overwinnen van het relativisme – waar Benedictus XVI verschillende malen naar verwezen heeft – van de katholieken, en met name van de leken, een constructieve bijdrage vereist, niet alleen een veroordeling. Dit is zeker van toepassing op de beroepswereld, die zich ver over de geografische grenzen uitstrekt: de cultuur van de wetenschappelijke en de juridische wereld, die van de film en de mode... De christenen moeten aanwezig zijn in alle eerlijke beroepen, niet alleen om een externe dialoog aan te gaan, als het ware van buitenaf, maar om van binnenuit een bijdrage te leveren: wetenschappelijk onderzoek doen dat de waardigheid van de persoon respecteert en onze kwaliteit van leven verbetert, wetsvoorstellen leveren die het gezin beschermen, enz.

Je kunt het vergelijken met de ‘vertaling’ in alle beroepsidiomen van de grote christelijke woordenschat, die eveneens enkele van de meest belangrijke verworvenheden samenvat van de menselijke vooruitgang: waarheid, vrijheid, schoonheid, liefde.

Enkele maanden geleden overleed broeder Roger Schutz van Taizé, een belangrijke voorvechter van de oecumene. Hoe werkt het Opus Dei op dit gebied? Hoe moeten wij als individuele christenen werken aan de eenheid tussen de christenen?

Wat betreft het werk van het Opus Dei op het gebied van de oecumene, zou ik zeer uiteenlopende voorbeelden kunnen geven, afhankelijk van de situatie van de leden van de prelatuur. Ik had bijvoorbeeld niet lang geleden de kans om de bisschopswijding bij te wonen van een priester van de prelatuur in Tallinn, waar hij zich intensief inzet voor de oecumene, in broederlijke samenwerking met christenen die niet katholiek zijn en ook gelovigen van andere godsdiensten.

Maar ik zou willen wijzen op een meer institutioneel aspect, dat de heilige Jozefmaria aan het hart lag: de medewerkers van het Opus Dei die niet katholiek zijn. Vanaf het moment dat de Heilige Stoel haar goedkeuring gaf, in de tijd van Pius XII, werken duizenden mensen uit alle gezindtes mee aan het werk van het Opus Dei over de hele wereld. De medewerking met het Opus Dei laat duidelijk een band van genegenheid blijken voor de katholieke Kerk, een overwinning van verschillen, een nabijheid die de weg naar de eenheid voorbereidt.

Na uw bezoek aan Polen, hoe kijkt u aan tegen ons land en de Kerk van dit land? Wat zijn de sterke punten van ons christendom en welke punten zouden we moeten verbeteren?

Ik denk dat het beste antwoord op uw vragen terug te vinden is in de boodschappen van Johannes Paulus II aan de Polen, namelijk zijn toespraken tijdens zijn verschillende reizen.

Ik heb verschillende keren de kans gehad om naar dit geliefde land te komen, de Polen te leren kennen, en van hun gastvrijheid te genieten. Ik kan zeggen dat de geschiedenis van de Kerk in Polen voor mij altijd een stimulans blijft. De sterkte in het geloof en de trouw in de moeilijkheden zijn een referentiepunt. Het is ook opbeurend om te weten dat God de trouw beloont, zoals men het kan vaststellen in de bloei van priesterroepingen.

We vinden hier misschien een van de uitdagingen van onze tijd: de omstandigheden zijn veranderd, de vrijheid staat niet meer op het spel; de tijd is gekomen om te strijden voor andere goede zaken. Het is altijd de tijd van de trouw.

De Dienaar Gods Johannes Paulus II heeft de Poolse katholieken meermalen aangemoedigd om “op creatieve wijze deel te nemen aan het Europese gebeuren”. Welke rol kan het Poolse christendom volgens u spelen in de evangelisatie van Europa? Hoe zouden we, concreet, de taak van de evangelisatie van Europa moet verwezenlijken?

Ik ben ervan overtuigd dat Polen geroepen is om een vooraanstaande rol te spelen in de nieuwe evangelisatie van Europa. Wat betreft de manier om dit te volbrengen, lijkt het mij van wezenlijk belang dat we inzien dat we in dit geval te maken hebben met een hele nieuwe evangelisatie, zoals Johannes Paulus II dat zei en zoals Benedictus XVI heeft herhaalt; nieuw omdat onze evangelisatie voor veel Europeanen de eerste aankondiging zal zijn van de blijde boodschap van het Evangelie; en nieuw omdat we het geloof moeten verkondigen met nieuwe kracht, met hernieuwde blijdschap, met enthousiasme. Europa heeft niet alleen christelijke wortels: ze herbergt ook een prachtige christelijke toekomst.

De heilige Vader Johannes Paulus II heeft het Opus Dei bij verschillende gelegenheden leren kennen en heeft zich zeer positief over het Werk uitgesproken. Hij heeft de stichter tot de eer der altaren verheven. Welke aspecten van de rijke erfenis van deze paus beschouwt u als bijzonder belangrijk? Hoe zouden we dit werk dat hij ons heeft nagelaten moeten aanpakken?

Johannes Paulus II heeft ons een zeer rijke erfenis nagelaten. Hij heeft ons onder andere het voorbeeld gegeven van zijn dappere vasthoudendheid. Het mag paradoxaal klinken, maar ik denk dat hij een populaire paus is geweest omdat hij “niet populair” kon zijn wanneer hij dat moest zijn om de waarheid te verdedigen.

Johannes Pulus II leefde in het bewustzijn dat Christus alle mensen was komen redden, en hij heeft niet geaarzeld om naar de uithoeken van de aarde te reizen om het Evangelie te verkondigen. Zijn tijd vooruit, heeft hij reuzenschreden gemaakt in de richting van de ‘mondialisatie’ van het apostolaat. Zijn voorbeeld moedigt ons aan om onze ijver voor de evangelisatie van Europa niet te beperken tot de historische grenzen van het christendom maar uit te strekken tot de hele wereld, met grootmoedigheid.

Johannes Paulus II heeft ons in werkelijkheid nog veel meer nagelaten, alles van onschatbare waarde. Ik heb slechts twee erfdelen aangeduid, want ze laten ons een geschenk zien en een opdracht. Om zijn erfenis vruchten te laten voortbrengen, kunnen we beschikken over een van zijn andere geschenken: zijn getuigenis van de hoop. Zeker, de hoop is een gave van God, maar ze wordt werkelijkheid in het voorbeeld van de heiligen. En Johannes Paulus II heeft elke dag weer, in onze tijd, een heldhaftig getuigenis gegeven van hoop.

Marcin Przeciszewski // KAI