Mijn geliefde dochters en zonen, moge Jezus jullie behoeden!
Enkele dagen geleden, op het feest van de Kruisverheffing, moest ik opnieuw denken aan de woorden die onze Vader op 14 september 1969 tot ons richtte, aan het einde van het Lof met het Lignum Crucis. Bij die gelegenheid noemde hij redenen op waarom wij het kruis moeten liefhebben. Als laatste zei hij ons, als extra reden, dat het altijd onze metgezel op onze levensweg zal zijn. We komen het in verschillende omstandigheden en op verschillende manieren persoonlijk tegen.
Daarom is het heel goed om steeds op een nieuwe manier dieper te geloven in de doeltreffendheid van onze vereniging met het Kruis van Jezus. We kunnen denken aan die woorden van sint Paulus: “in mijn lichaam [mag ik] aanvullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus, ten bate van zijn lichaam, dat is de Kerk” (Kol 1,24).
Wij weten dat er in werkelijkheid niets ontbreekt aan de onmetelijke doeltreffendheid van het offer van Christus. Maar God zelf wil, in zijn Voorzienigheid die wij niet ten volle kunnen begrijpen, dat wij deelnemen aan het verwezenlijken van deze doeltreffendheid. Dit is mogelijk omdat Hij ons, door de kracht van de Heilige Geest, deelgenoot heeft gemaakt aan het goddelijk kindschap van Jezus: “Maar als wij kinderen zijn, dan ook erfgenamen, en wel erfgenamen van God, tezamen met Christus, daar wij delen in zijn lijden, om ook te delen in zijn verheerlijking” (Rom 8,17).
Uiterlijke tekenen zijn vaak een hulp voor ons. In die zin zijn, zoals paus Franciscus bij gelegenheid heeft opgemerkt, de kruisbeelden die wij dicht bij ons hebben – op onze werkplek, thuis, enzovoort – een uitnodiging om ons met de Heer te verenigen.
Als wij de allerheiligste Maagd Maria aan de voet van het Kruis vergezellen, zal dat onze harten helpen “te lezen in dat boek dat de gekruisigde Christus is: om ons te vervullen met vrede, vreugde en verlangens naar heiligheid” (heilige Jozefmaria, meditatie, 15-9-1970).
Met alle genegenheid zegent jullie
jullie Vader
Rome, 20 september 2021