Het gewone werk naar het altaar brengen

Artikel van de prelaat van het Opus Dei in het Italiaanse dagblad "Avvenire" bij de afsluiting van de bisschoppensynode over de Eucharistie, waaraan hij heeft deelgenomen.

'Ieder eerlijk werk kan een hulpmiddel zijn om ons geestelijk te verenigen met het offer van Christus in de heilige Mis.'

De bisschoppensynode die vandaag eindigt heeft een bijzonder karakter. Deze werd bijeengeroepen door Johannes Paulus II, maar werd voorgezeten door zijn opvolger, Benedictus XVI. De synode is een symbolische verbinding tussen de twee pontificaten, en het is tekenend dat deze juist handelde over de Eucharistie, bron van eenheid van de Kerk.

Bij de aanvang van de zittingen vroeg Benedictus XVI aan de deelnemers te bestuderen hoe de band tussen de heilige Mis en de dagelijkse bezigheden van de christenen zou kunnen worden versterkt, opdat die zich niet als twee gescheiden werelden zouden ontwikkelen. Een deel van het werk tijdens de afgelopen dagen bestond er dan ook in concrete voorstellen te formuleren, die de gelovigen helpen te begrijpen hoe de Eucharistie hun gewone leven kan bezielen.

Wat de eredienst betreft, dient het eucharistisch offer zo volmaakt mogelijk te verlopen; het offer richt zich immers tot God zelf. Elk menselijk handelen dat goed wordt verricht – met liefde, fijngevoeligheid en oog voor details – is aangenaam voor de ander en getuigt van belangstelling en respect. Met meer reden moet de offergave aan God volmaakt zijn. Veel voorstellen van de synode gaan in die richting.

Priesters die de heilige Mis vieren en leken die eraan deelnemen, dienen een houding van godsvrucht te hebben die geworteld is in de waarheid van het geloof en die liefdevol, attent en vurig is. In de Eucharistie ontmoeten tijd en eeuwigheid elkaar. Christus biedt zich aan de Vader aan en geeft zich opnieuw aan ons mensen. Het is daarom passend dat wij beantwoorden met al onze liefde. God vraagt ons niet alleen een uiterlijk daad van overgave, Hij verwacht bovenal onze liefde; alleen dan kan de offergave volmaakt en aangenaam aan God zijn.

De aanwezigheid van de Eucharistie in het leven van de christen beperkt zich echter niet tot het verheven moment van de Mis. Wij kunnen ook onze gewone bezigheden naar het altaar brengen. Gedurende de hele dag kunnen wij ons door deze bezigheden richten tot de eucharistische God. Ieder eerlijk werk kan een hulpmiddel zijn om ons geestelijk te verenigen met het offer van Christus in de heilige Mis. Dat is mogelijk wanneer wij ons normale handelen aan God opdragen. De Eucharistie wordt dan hoogtepunt en bron van heel ons bestaan. Dit idee is op verschillende manieren tijdens de zittingen van de synode herhaald. Christus heeft de heilige Mis willen verenigen met de verlossing van zijn broers en zussen, de mensen.

Deze gedachten waren voor mij de leidraad gedurende de synode. Ze kunnen worden toegepast op drie gebieden waar de christen kan bijdragen aan het floreren van het eucharistisch leven in heel de Kerk. Het eerste heeft betrekking op de priesters: dat zij de Eucharistie met een zo groot mogelijke fijngevoeligheid vieren. Het gaat er dus om de ars celebrandi te bevorderen, waarmee de schoonheid en diepte van de liturgie tot uitdrukking komt, beleefd voor de glorie van God en tot onze geestelijke verheffing. Ten tweede is het nodig onder alle gelovigen een attentere deelname aan de heilige Mis te bevorderen: de Mis is voor de christen een moment bij uitstek is om de kunst van het gebed, de ars orandi te beoefenen, waarover Johannes Paulus II aan het begin van het nieuwe millennium sprak. Als laatste moeten wij dagelijks de hechte band tussen de heilige Mis en het dagelijkse leven ontdekken, oftewel op onszelf de ars vivendi toepassen: de kunst om de dagen in geestelijke vereniging met de eucharistische Jezus te besteden en daardoor een nieuwe horizon in ons dagelijkse bestaan te ontdekken, namelijk de grootsheid van de ontmoeting met God.

De heilige Vader zal de gepresenteerde voorstellen van de synodevaders bestuderen en de beslissingen nemen die hij passend vindt. De positieve effecten van de synode zijn nu echter al merkbaar: als deelnemende bisschoppen hebben wij ons in de oneindige schat van de Eucharistie verdiept, “waarin heel het geestelijk goed van de Kerk ligt vervat, namelijk Christus zelf, ons Paaslam en het levend brood” (Presbyterorum ordinis, 5). Ik heb het oprechte verlangen dat dit bewustzijn zich als een waaier verspreidt en dat zijn vruchten zich laten zien in de geloofsbelevenis van veel katholieken, in het bijzonder door de deelname aan de heilige Mis. Na het werk en het gebed van de afgelopen dagen, hoop ik dat we deelgenoot mogen zijn van een nieuw genademoment voor heel de Kerk.

+ Javier Echevarría

Prelaat van het Opus Dei