Het naderen van de Goede Week spoort ons aan om het lijden, de dood en de verrijzenis van de Heer te overwegen; centrale momenten in de geschiedenis, die ons geloof en ons leven verlichten.
Vanuit Rome is het gemakkelijk om in ons gebed aan alle landen, ieder centrum, ieder van jullie huizen te denken, vooral waar we nu vanwege de pandemie van het coronavirus een tijd van striktere afzondering moeten beleven.
Onze gedachten en ons gebed gaan in het bijzonder uit naar alle zieken en degenen die voor hen zorgen. In deze momenten kunnen wij vanuit een ziekenhuisbed of vanuit onze huizen de Heer in zijn lijden vergezellen. Het kruis is een mysterie, maar als wij het net als Christus en met Christus omarmen is het licht en kracht voor ieder van ons, die we ook aan de anderen kunnen geven.
Wij hopen en bidden allemaal geduldig dat er een einde komt aan deze pandemie. In deze omstandigheden helpt het ons op een bijzondere manier ons geloof in de liefde van God voor ons te verlevendigen en aan die liefde te beantwoorden met diensten aan de anderen.
Zoals ik jullie nog niet zo lang geleden in een brief herinnerd heb, brengt de gemeenschap der heiligen ons ertoe alles wat de anderen raakt ons eigen te maken, want wij kunnen werkelijk herhalen, met woorden van sint Paulus dat “wanneer een lid lijdt, alle ledematen in het lijden delen” (1 Kor 12,26). Heer, Maria, onze Moeder, help ons dat het zo moge zijn.
Laten we ook bidden dat de sociale en economische gevolgen van deze crisis zo licht mogelijk mogen zijn.
Afgelopen zondag zei de Paus dat “wij op de pandemie van het virus willen reageren met de universaliteit van het gebed, van het mededogen, van de tederheid. Laten we verenigd blijven. Laten we de eenzaamste en meest beproefde personen onze nabijheid doen voelen”. Laten we bidden voor degenen die door het virus zijn getroffen. Laten we ook bidden dat de sociale en economische gevolgen van deze crisis zo licht mogelijk mogen zijn: laten we denken aan zo veel gezinnen die zich zorgen maken over hun toekomst, aan de onrust van zo vele werknemers, aan de vrees van zo veel ondernemers. Er zullen eenheid, hoop, edelmoedigheid en offer nodig zijn.
Bij het Laatste Avondmaal zei de Heer ons: “In de wereld zullen jullie lijden, maar Ik heb de wereld overwonnen”. Met dit vertrouwen bereiden wij ons voor op het Paastriduüm, dat dit jaar in veel landen van de wereld in lege kerken gevierd zal worden, die echter door veel gelovigen met hun geest en hun hart zullen worden gevuld door ze via de media te volgen. De Heer heeft overwonnen, niets of niemand mag ons ontmoedigen; meer nog, zijn overwinning moedigt ons aan onze strijd vol hoop te hernieuwen.
Nu we dichter bij Witte Donderdag komen, waarop we de instelling van de Eucharistie zullen vieren, is het ontroerend in het Evangelie van sint Jan de woorden van Jezus te lezen:
“Het paasfeest was op handen. Jezus, die wist dat zijn uur gekomen was om uit deze wereld over te gaan naar de Vader en die de zijnen in de wereld bemind had, gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe” (Joh 13,1).
Laten we in onze verbeelding naar de zaal van het Laatste Avondmaal in Jeruzalem gaan om het grote bewijs van liefde dat de Heer ons geeft te beschouwen.
Onze God is ons altijd nabij. Maar in de Eucharistie levert Hij zich aan ons over met zijn Lichaam, met zijn Bloed, met zijn Ziel, met zijn Godheid. Niemand blijft van deze liefde uitgesloten. Jezus heeft ons bemind “tot het uiterste toe”.
In die liefde tot het uiterste toe heeft de Heer de zonden van de hele mensheid op zich willen nemen om ons de vriendschap met God de Vader terug te geven.
Op Witte Donderdag zullen we het moment gedenken waarop onze Heer de Eucharistie, het sacramentele offer van onze verlossing, heeft ingesteld. Het is een dag waarop volgens traditie veel christenen op veel manieren hun aanbidding en liefde voor Jezus in het sacrament van het altaar tonen.
Witte Donderdag heeft dit jaar echter een andere smaak. Wij allen zouden willen waken bij het Allerheiligste … Vooral jullie die al een tijd lang de Heer niet in de Eucharistie kunnen ontvangen, proberen jullie de geestelijke Communie te beleven in de zekerheid dat de Heer mét jullie is.
Jezus: wij willen denken aan U en U bedanken voor elke keer dat wij U in de Communie hebben ontvangen.
We beleven een unieke gelegenheid die anders is dan anders, waarbij we met de hulp van God op een nieuwe manier kunnen groeien in liefde voor Jezus in de Eucharistie, voor de Mis.
Jezus: wij willen denken aan U en U bedanken voor elke keer dat wij U in de Communie hebben ontvangen. Ook al hebben wij U altijd dicht bij ons, het feit dat wij de afwezigheid van uw sacramentele aanwezigheid voelen zal dienen om het verlangen sterker te maken om U weer te ontvangen wanneer dat mogelijk is.
De heilige Jozefmaria heeft duizenden mensen dit gebed aanbevolen dat hij van een pater had geleerd: “Ik zou U willen ontvangen, Heer, met die zuiverheid, nederigheid en toewijding waarmee uw allerheiligste Moeder U ontving, met de geest en vurigheid van de heiligen”.
Dit gebed met liefde bidden kan een goede voorbereiding zijn op Witte Donderdag: “Ik zou U willen ontvangen, Heer, met die zuiverheid, nederigheid en toewijding waarmee uw allerheiligste Moeder U ontving, met de geest en vurigheid van de heiligen”.
De deelname aan het Eucharistisch Offer is niet slechts de herinnering aan iets uit het verleden; de Mis stelt op sacramentele wijze het offer van Calvarië tegenwoordig, de overgave van de Heer voor ons, waarop Hij bij het Laatste Avondmaal vooruitliep. “Doet dit ter gedachtenis aan Mij” (Lc 22,19).
De heilige Johannes Paulus II heeft geschreven dat het Kruisoffer “zó beslissend is voor de redding van het menselijk geslacht, dat Jezus Christus het pas heeft volbracht en naar de Vader is teruggekeerd na ons het middel te hebben nagelaten om eraan deel te nemen, alsof we er bij aanwezig waren geweest”.
De Kerk stelt in iedere Eucharistieviering het lijden en de dood van Christus sacramenteel tegenwoordig. Geen enkele Mis is ‘privé’. Iedere Mis is ‘universeel’, want iedere Mis is van Christus en bij Hem is zijn Lichaam, dat de Kerk is, aanwezig. En de Kerk is elk van de gedoopten: elk van ons is de Kerk.
Dus bij de onmogelijkheid om in deze dagen de Mis bij te wonen kunnen jullie de zekerheid hebben dat wij allemaal in elke Mis die de priesters zonder aanwezigheid van het volk opdragen, aanwezig zijn. Zoals de heilige Jozefmaria heeft uitgelegd: “Wanneer ik de heilige Mis vier en de misdienaar is de enige die erbij is, is er ook volk bij. Ik voel alle katholieken naast mij, alle gelovigen en ook degenen die niet geloven. Alle schepselen van God – de aarde en de hemel en de zee, en de dieren en de planten – zijn aanwezig en verheerlijken de Heer van de hele schepping” (homilie Priester voor eeuwig).
Hebt veel vertrouwen in de kracht die wij allen door de viering van het Eucharistisch offer blijven ontvangen, ook degenen van jullie die er niet bij kunnen zijn. Wij priesters willen al onze broeders en zusters, al onze familieleden en vrienden, de hele Kerk, de hele mensheid in iedere Mis opdragen, en heel in het bijzonder de zieken en degenen die alleen zijn.
Dank U, Heer, voor de Eucharistie, voor de Mis. We herinneren ons het beeld van de Paus terwijl hij met de monstrans in zijn handen de mensheid zegende, uitkijkend op het Sint Pietersplein. Dank U wel voor de Eucharistie, Heer. En bedankt voor het priesterschap, dat deze liefde van U in de tijd heeft bestendigd. Laten we veel bidden voor de priesters.
Audiobestand meditatie in het Spaans: