Waarom verklaart de Kerk mensen heilig?

Interview met kardinaal Saraiva Martins, prefect van de congregatie voor de heiligverklaringen.

Kardinaal Saraiva Martins

Sinds de oprichting van de congregatie voor de heiligverklaringen tot aan de verkiezing van Johannes Paulus II waren er 296 mensen heilig en 808 zalig verklaard. In zijn pontificaat heeft de huidige paus 459 heiligen en 1.274 zaligen tot de eer der altaren verheven.

Waarom doet de Kerk aan heiligverklaringen?

De openbare erkenning van de heiligheid van de martelaren en van hen die de deugden op heldhaftige wijze hebben beleefd is vanaf haar begin een constante in het leven van de Kerk. In zijn brief voor het nieuwe millennium refereert Johannes Paulus II met een in het geloof geworteld optimisme aan de dringende pastorale taak van de Kerk op dit moment. Hij benadrukt dat deze pastorale taak gericht moet zijn op de roeping van alle mensen tot de heiligheid. Met dit doel voor ogen heeft de paus een krachtige impuls willen geven aan het aantal heilig- en zaligverklaringen gedurende zijn pontificaat. Met de heiligverklaring dankt de Kerk God en vereert zij haar kinderen die edelmoedig hebben weten te beantwoorden aan de goddelijke genade. Zij stelt hen voor als voorsprekers en als voorbeeld van heiligheid waartoe wij allen geroepen zijn.

Onlangs heeft u gesproken over enkele gelovigen uit de twintigste eeuw die als voorbeeld kunnen dienen voor de mensen van nu. Heeft u de hoop dat het leven en werk van deze mannen en vrouwen de wereldcrises kunnen oplossen?

Alleen God houdt de wereld in stand. Het is zijn Wil dat wij allen heilig worden en dat heel de schepping zich tot Hem richt. Maar Hij wil op ons rekenen, op ons vrije antwoord. Ieder mens moet het plan uitvoeren dat God met hem heeft: heilig te worden in de concrete situaties waarin hij zich bevindt. Het zou te gemakkelijk en irreëel zijn passief te blijven wachten totdat de structuren veranderen. Tegelijkertijd is de heiligheid niet louter een persoonlijke aangelegenheid. De Kerk is het gezin van God en alleen als haar gezinsleden bereiken wij het doel. Christus is het hoofd van het Mystieke Lichaam, waarvan zij die in de hemel zijn, zij die zich zuiveren om de glorie binnen te gaan en zij die op aarde nog op pelgrimstocht zijn deel uitmaken. In deze wonderlijke gemeenschap van de heiligen en uitwisseling van geestelijke goederen voltrekt zich de heiligheid van een ieder. In dit kader passen de gunsten die ons worden aangereikt uit het voorbeeld en de bemiddeling van de heiligen. U vraagt mij of ik hoop heb. Vanzelfsprekend. Het lijden, de dood en de verrijzenis van de Heer zijn het antwoord op de ontmoediging die ons soms kan overvallen wanneer wij beseffen hoe gebrekkig wij beantwoorden aan de wil van God. Wij moeten ervan overtuigd zijn dat de genade van God overvloedig is en dat die alle moeilijkheden verre overtreft.

Waarom is het heiligverklaringsproces van Jozefmaria Escrivá zo snel gegaan?

De hervorming van de heiligverklaringsprocedure, die door Johannes Paulus II in 1983 is doorgevoerd, heeft de heiligverklaringsprocessen aanzienlijk vereenvoudigd. Het is manifest dat verschillende processen heel wat sneller zijn gegaan dan dat van de stichter van het Opus Dei. Josefina Bakhita, die op dezelfde dag als Escrivá werd zalig verklaard, is twee jaar geleden heilig verklaard. Ook andere latere zaligen zijn inmiddels heilig verklaard, zoals María Josefa van het Hart van Jezus, en op 16 juni aanstaande is de heiligverklaring van pater Pio voorzien.

Deze hervorming van Johannes Paulus II beantwoordt aan de uitdrukkelijke wens van Vaticanum II om hedendaagse heiligen tot de eer der altaren te verheffen; mensen die in dezelfde omstandigheden als alle gelovigen hebben geleefd, in dezelfde culturele context, met vergelijkbare problemen waarmee wij dagelijks worden geconfronteerd.

Dit jaar wordt de honderdste geboortedag van Escrivá gevierd. Is zijn boodschap van de roeping tot heiligheid van de gewone lekengelovigen de grote omwenteling die de katholieke Kerk te wachten staat?

De zalige Jozefmaria Escrivá heeft heel zijn leven gewijd aan de verkondiging dat iedere gelovige “zijn beroepswerk moet heiligen, zichzelf daarin moet heiligen en anderen door zijn werk moet heiligen”. Met andere woorden “het gewone leven heiligen, zich in het gewone leven heiligen en anderen met het gewone leven heiligen”. Deze boodschap komt duidelijk overeen met het programma van Johannes Paulus II voor heel de Kerk bij het binnengaan van het derde millennium: «Allereerst aarzel ik niet te zeggen dat alle pastorale initiatieven in het perspectief moeten staan van heiligheid. (…) Er zijn vele wegen van heiligheid en ze hangen af van ieders persoonlijke roeping. Ik dank de Heer dat Hij mij in deze jaren in staat heeft gesteld een groot aantal christenen zalig en heilig te verklaren; onder hen vele leken die in de meest alledaagse levensomstandigheden heilig zijn geworden. Het is nu tijd om opnieuw met kracht aan iedereen deze hoge maatstaf van gewoon christelijk leven voor te houden: heel het leven van de christelijke gemeenschap en de christelijke gezinnen moet daarheen leiden» (Novo Millennio ineunte, nrs. 30 en 31).

Raken de boodschappen van de heiligen uit vroegere eeuwen, die vaak in geheel andere omstandigheden als de onze leefden, niet verouderd?

Als ik u goed begrijp heeft uw vraag betrekking op het leven van de heiligen als model voor ons eigen handelen. Als dat het geval is, is mijn antwoord dat alleen Jezus Christus het model is. De heiligen zijn geen modellen in de eigenlijke betekenis, maar min of meer goede doch altijd incomplete kopieën of reproducties van het model dat Christus zelf is. Heiligheid staat boven de geschiedenis, in die zin dat deze gisteren, vandaag en altijd hetzelfde is. Ze bestaat namelijk in het tot het einde toe vervullen van het plan dat God met ieder van ons heeft. Tegelijkertijd is de heiligheid diep geworteld in de geschiedenis. Het leven van de heiligen is voor ons een voorbeeld van hoe de vereenzelviging met Jezus Christus in concrete omstandigheden realiteit is geworden.

José M. Otero // ABC (Spanje)