Van Marx naar "De Weg"

Anselme, 51 jaar oud, is postbode. Sinds 1987 is hij lid van het Opus Dei. Als kleinkind van een Spaanse republikein spreekt hij over zijn levensweg.

Ik was in 1974 lid van de Franse Communistische Partij. Ik las Karl Marx, Georges Marchais, Jean-Paul Sartre en droomde van het Eurocommunisme. Maar mijn idealistisch verlangen naar rechtvaardigheid werd niet vervuld. Toen ik het boek De Weg las van Jozefmaria Escrivá, ontdekte ik dat dit het boek was van de arbeiders!

Hoe kreeg u dit boek in handen?

In 1986 was ik voor een bezinning in een Foyer de charité van Marthe Robin. Een van de deelnemers – die geen lid was van het Opus Dei – gaf mij het boek. Ik heb het gelezen, overwogen. Ik hield veel van die geestelijke beschouwingen, die ik zeer concreet vond. Ik ben geen intellectueel; ik ging vrij jong van school af. Het boek raakte me zo dat ik het aan een vriendin gaf. Ik kreeg er gauw spijt van: ik miste het boek om te bidden. Ik ben naar verschillende boekhandels geweest om het te kopen. Onvindbaar. Toen ik eens ging biechten in de Notre Dame du Taur in Toulouse, sprak een priester mij over De Weg. Ik vroeg hem waar ik het kon vinden en hij wees me naar een centrum van het Opus Dei.

Bent U er naartoe gegaan?

Ja, maar het boek was uitverkocht; het moest besteld worden. Twee weken later kreeg ik te horen van degene van het centrum, die me het boek verkocht: “U hield van het boek? Dan zult u ook van bezinning houden.” Hij had gelijk, ik bleek dit aspect van de geestelijke vorming te waarderen. Met Pasen 1987 nam ik deel aan bezinningsdagen in het mariale bedevaartsoord van Torreciudad in Spanje. Daar vroeg dezelfde priester die mij over De Weg gesproken had: “Heb je wel eens overwogen om je leven helemaal aan God te geven?” Ik dacht hier al lang aan. Na advies gevraagd te hebben bij de bisschop van mijn bisdom, heb ik gevraagd om lid te worden van het Opus Dei.

U bent rechtstreeks overgegaan van de Franse Communistische Partij naar het Opus Dei?

Eind jaren 70, toen ik in Parijs in een huis was voor jonge arbeiders, kwam een jongen binnen, Vinh. Zijn vader was legercommandant in het leger van Zuid Vietnam. Hij vertelde mij hoe het communisme daar werkelijk was. Ik begon van inzicht te veranderen. Ik heb dan boeken gelezen van Solzjenytsin. Ik denk dat dit het begin was van mijn bekering.

Hoe reageerde uw familie?

Mijn vader was niet gelovig. Toen ik mij op mijn 27e bekeerde, had hij er moeite mee. Mijn moeder overleed in 1992. Hij ging toen mee naar de uitvaartmis: ik had het niet verwacht. De priester die was komen concelebreren, heeft bij die gelegenheid met mijn vader gesproken. Het was waarschijnlijk de eerste keer dat hij met een priester sprak. Toen mijn vader in 1997 zeer ernstig ziek werd, heb ik hem aangemoedigd om zich voor te bereiden op zijn ontmoeting met God. Hij wilde graag diezelfde priester spreken die hij gewaardeerd had. Hij heeft alle sacramenten ontvangen en is enkele dagen later overleden.

Uw ouders kwamen uit Spanje, dat is toch een katholiek land?

Ik kom uit een republikeinse familie. Mijn ouders kwamen in maart 1955 in Frankrijk, waar een oom woonde, een politieke vluchteling. Mijn grootvader hoorde bij de republikeinse militie. Tijdens de burgeroorlog

had hij aan zijn kameraden gezegd, wijzend naar een priester: “Deze, maak hem dood”. Dait waren de anderen in ieder geval van plan. Getuigen waren hierbij aanwezig en hebben mijn grootvader aan het einde van de oorlog aangegeven. Hij werd voor levenslang veroordeeld maar zijn schuld werd later omgezet in negen jaar gevangenisstraf. Mijn grootmoeder stierf van verdriet. De kinderen – op straat opgegroeid want ze hadden geen vader of moeder meer – hebben hieraan een sterke haat overgehouden tegen de kerk, die in hun ogen schuldig was aan de dood van hun moeder en hun ongelukkige jeugd. Eenmaal volwassen, weken ze uit naar Frankrijk.

Met zo’n familieverleden, hoe reageert u als sommigen beweren dat het Opus Dei Francogezind is?

Toen ik het Werk leerde kennen, wist ik niet dat sommige mensen het zo noemden. Ik behoorde tot een familie die niet van Franco hield. En ik kan u verzekeren dat ik in het Opus Dei geen enkel spoor van steun aan Franco heb gevonden.

Wat is er nog overgebleven van uw inzet voor de communistische partij?

Mijn visie van rechtvaardigheid, mijn idealisme, is onveranderd: ik heb nooit aan de zijde gestaan van de bazen, behalve als ze goed waren. Maar ik heb er niet veel gekend!

Wat heeft de heilige Jozefmaria u bijgebracht?

Hij heeft me de wereld van het christendom laten zien, in praktijk gebracht in het dagelijks leven. Hij heeft me ook laten zien dat de vereniging met God niet alleen bereikt wordt in het gebed of in de kerk, maar ook als ik een brief schrijf of in de metro zit. Bij elke gelegenheid, of beter gezegd, juist bij die gelegenheid die elke dag met zich meebrengt.

Welke zin van de heilige Jozefmaria heeft het meeste indruk op u gemaakt?

Ik zeg het in het Spaans: Cristo vive. Ik heb hem dit horen zeggen in een film. Christus is geen personage uit een roman; Christus leeft. Dat maakt het hele verschil.