Niet wierook maar zweet

Het Opus Dei sloot een Midden-Europees congres in slot Schönbrunn af bij gelegenheid van het eeuwfeest van de zalige Jozefmaria Escrivá.

Wenen. Wanneer niet wierook maar zweet de geur van de heiligheid is – en daarvan is men in het Opus Dei overtuigd – dan was daar het afgelopen weekend in Wenen geen gebrek aan. 400 onwankelbare blijde en met missionaire ijver bezielde en in ieder geval vastberaden leden, medewerkers en fans van het Opus Dei ontmoetten elkaar zaterdag bij zomerse temperaturen in de orangerie van slot Schönbrunn om dit Midden-Europese congres met een waar vuurwerk aan bezieling, passie en levensgetuigenis af te sluiten op het 100ste geboortejaar van de zalige Jozefmaria Escrivá.

Het congres was begin dit jaar geopend door de aartsbisschop van Wenen, kardinaal Christoph Schönborn met een mis in de Weense Stefansdom. Omdat de Oostenrijkse regio van het “Werk” – in de lijn van de beste historische en deels ook kerkelijke traditie – de verantwoordelijkheid draagt voor een groot deel van Midden Europa – werden de verschillende sessies van het congres niet alleen in Linz, Innsbruck, Salzburg en Graz gehouden, maar ook in Praag, Brunn, Pressburg (Bratislava), Budapest en Zagreb.

Ook kardinaal Franz König – wiens persoonlijke herinneringen aan de stichter moesten worden voorgelezen, omdat de 97-jarige wegens ziekte niet in persoon kon verschijnen – is tekenend voor de dynamiek van het Werk in Midden Europa. In zijn boodschap aan het in Wenen bijeengekomen congres prees de kardinaal uitdrukkelijk de bijdrage van het Opus Dei in de relatie met het Nieuwe Europa, dat in de diepe kennis van de Midden-Europese cultuur, geschiedenis en godsdienst wortelt. Verwijzend naar zijn persoonlijke ontmoetingen met de binnenkort heiligverklaarde Jozefmaria, schreef kardinaal König: “Ik herinner mij zijn vertrouwen, dat het ijzeren gordijn en de Berlijnse muur met de hulp van boven zouden verdwijnen.

De orangerie van Slot Schönbrunn in Wenen

Al in 1955 bad de zalige voor een Mariabeeld in de Stefansdom in Wenen voor de volkeren die gebukt gingen onder het communisme.

En hij zou het zeker met genoegen hebben aangezien, hoe zijn boodschap juist vanuit Wenen – weliswaar met de hulp van veel Spanjaarden en Zuid-Amerikanen – zich naar Polen, Hongarije, Tsjechië, Slovenië, Kroatië en naar Slowakije heeft verspreid. Dit rijk geschakeerde beeld van een zelfbewuste en missionaire Wereldkerk bood ook het congres in Wenen.

Een leek uit Hongarije, Peter Nagy, was de vice-voorzitter van het congres. Hij vertelde hoe het Opus Dei in de voormalig communistische landen wortel schiet. Nagy kan zich voorstellen wat de betekenis voor die landen is van een organisatie die het beroepsmatige een geestelijke dimensie wil geven en die de mensen voorhoudt “tijdelijke vraagstukken altijd vanuit een bovennatuurlijk gezichtspunt te benaderen” (citaat Nagy). Hij weet hoe het communisme in naam van de dictatuur van het proletariaat niet alleen de moraal, maar ook de arbeidsethiek ondermijnde. “Heiligheid midden in de wereld”, in het alledaagse en in de arbeid zou het katholieke antwoord moeten zijn op het teloorgegane marxisme-leninisme.

De Weense economie-journalist Michael Prüller omschreef de stichter van het Opus Dei als “een persoon die nog altijd spannend is.” Los van wat zijn geestelijke kinderen hier en nu doen – en dat concrete hier en nu wil het Opus Dei juist heiligen –, lijkt de overtuiging dat Escrivá een boodschap met blijvende betekenis heeft verkondigd, zich steeds verder uit te breiden.

Kardinaal König was van mening, dat Escrivá al vóór het Tweede Vaticaans Concilie heeft ingezien dat men “in onze wereld vaak meer aandacht schenkt aan de getuigenis van de leken dan aan dat van priester en religieuzen”. Het Opus Dei toont de leken de weg van een christelijk leven “in zijn volle radicaliteit”. En de kardinaal voegt daar aan toe: “Dat zulk een nieuwe weg binnen en buiten de Kerk spanningen zou oproepen¸ was geen verrassing.” Ook de apostolische nuntius in Oostenrijk, aartsbisschop Donato Squicciarini, herinnerde eraan, dat Escrivá “vooruit is gelopen op de grote wensen van het Tweede Vaticaans Concilie”. De Oostenrijkse Minister van Cultuur, Elisabeth Gehrer (OVP) was van mening dat Jozefmaria Escrivá “de apostel van onze eeuw” en een “richtinggevende figuur” is.

De uit Barcelona afkomstige neuropatholoog Jordi Cervós Navarro verwoordde de in geen enkel opzicht spiritualistische levensbeschouwing van Escrivá als volgt: “Of we leren de Heer in onze dagelijkse bezigheden te ontdekken, of we ontdekken hem nooit”. Toen hij de Stichter in de jaren ’40 vroeg, “wanneer het Werk in Duitsland zou beginnen” gaf deze hem ten antwoord: “Ken jij Duits?” En na een bevestigend antwoord op deze vraag liet hij erop volgen: “Dan zal jij het Werk in Duitsland beginnen?" Een beslissing voor het leven, want Cervós Navarro werkte daarna een halve eeuw in Duitsland. Hetzelfde overkwam de eveneens uit Barcelona afkomstige neuroloog en theoloog Johannes Torelló in Oostenrijk. Hij herinnerde aan de “menselijkheid, vaderlijke liefde en tastbare heiligheid” van Escrivá. Torelló zei dat hij nog nooit zo’n “openhartige, welbespraakte, ontvankelijke en leidinggevende persoonlijkheid had ontmoet” als de stichter van het Opus Dei. Hij kon even gemakkelijk met bouwvakkers, boeren als met intellectuelen in gesprek komen. “Geen mens in mijn leven heeft mij zo aan het lachen gebracht als hij”.

De Noorse Janne Haaland Matlary

Veel sprekers uit verschillende beroepsgroepen legden in Wenen persoonlijk getuigenis af van hun persoonlijke ontmoeting met God in hun dagelijks leven en van de hulp die zij daarbij van Escrivá’s boodschap ondervinden. Zo prees de voormalig Noorse staatssecretaris Janne Haaland Matlary, bekeerlinge en moeder van 5 kinderen, als politicologe het “radicale realisme van Escrivá”. Het gaat er niet om de realiteit te ontvluchten of te dagdromen, maar om hier en nu heilig te worden: “Je dient God op straat te vinden. Dat is de omwenteling die aan iedereen verkondigd zou moeten worden.”

De anesthesist uit Graz Christina Justin, weduwe en moeder van 5 kinderen, ziet het gezin en het beroep als eerste en tweede basis op de avontuurlijke bergweg van het leven: “ieder van ons dient de weg van zijn leven persoonlijk te bewandelen. Niet die van de ander. In dit avontuur hoeven we niet bang te zijn, want Gods voorzienigheid begeleidt ons”. Heidi Burkhart, directeur van het “Hilfswerk Austria”, was ook aanwezig: “Ook in een stinkend kledingdepot kan ik voor iedereen bidden. Daar kan ik werken zoveel ik wil, daar ben ik machtig”.

Bij de afsluitende Mis in de Weense Karlskirche herinnerde de regionaal-vicaris van het Opus Dei Martin Schlag aan de vele christenen die om hun geloof zijn vervolgd en hun leven op het spel hebben gezet: “Christen zijn en er voor uit komen, is ook vandaag de dag nog gevaarlijk; in sommige landen levensgevaarlijk, bij ons op z’n minst voor de kwaliteit van het leven. Voor God echter “ is alles de moeite waard, ook de dood.” De aanwezige leden en vrienden van het Opus Dei riep Schlag op tot een liefdevolle aanvaarding van het Kruis.

“God zegent onze arbeid, maar hij zegent altijd met het Kruis.”

De volledige tekst van de toespraak van kardinaal König en het welkomstwoord van minister Elisabeth Gehrer staat op www.romfahrt.at

Stefan Beier // Deutsche Tagespost