Japanner onder 26 wijdelingen Opus Dei

De Japanner Shohei Kimura is een van leden van het Opus Dei die morgen in Rome de priesterwijding ontvangen uit handen van prelaat Javier Echevarría. Een interview.

Shohei is de oudste van een Japans gezin. Zijn naam betekent: rustige man uit een dorp met een woud. Toen hij acht was werd zijn moeder katholiek. Vier jaar later zette hij dezelfde stap. Vanuit het Japanse Ibaraki komen zijn vader en een delegatie van zijn parochie met de pastoor naar Rome. “Het raakt me dat parochianen uit Ibaraki bij mijn wijding zullen zijn. Het is een deel van Japan waar katholieken in de 16e tot de 19e eeuw vervolgd zijn. Ik denk niet dat ik overdrijf wanneer ik zeg dat ik mijn bekering ook aan hen te danken heb.”

Wat heeft u ertoe gebracht om katholiek te worden?

Ik werd gedoopt toen ik twaalf was. Mijn bekering heb ik aan veel mensen te danken. Allereerst aan mijn beide ouders. Mijn moeder ging vier jaar eerder tot het geloof over, met de hulp van een vriendin. Ze bad vaak de rozenkrans en had veel devotie tot Onze Lieve Vrouw van Guadalupe in Mexico. Zij bracht mij in contact met een priester die me catechismuslessen begon te geven.

Ook mijn vader heeft een belangrijke rol gespeeld, omdat hij van de vrijheid hield. Hoewel hij ongelovig was en mij liever niet katholiek zag worden, heeft hij mijn keuze verdedigd tegenover familieleden die de bekering van mijn moeder en van mij als een verraad zagen. Omdat ik de oudste zoon ben, was dit voor hen des te erg. Toen ik mijn eerste catechismuslessen kreeg, zei hij tegen degenen die mij van verraad beschuldigden: “Laat de jongen met rust. Als hij dat wil, zal hij zich bekeren.” Het respect van mijn vader voor de vrijheid is van onschatbare waarde geweest.

Welke herinneringen heeft u aan uw catechismuslessen?

De pastoor, pater Vanbael van de Missiecongregatie van het Onbevlekt Hart van Maria uit het Belgische Scheut, kwam elke zaterdag bij me thuis om mij les te geven. Als hij niet kon komen, kwamen een paar nonnen uit de parochie. De afstand tussen de kerk en mijn huis was groot. Daarom maakte het indruk op mij dat ze mij bijna drie jaar lang catechismusles hebben gegeven. Ik ben ze daar nog steeds dankbaar voor.

Toen ik dertien werd, verhuisden we naar een andere wijk in Osaka. Daar leerde ik pater Josef Heriban kennen, een rustige en vriendelijke salesiaan. Ik herinner mij deze Belgische pater nog goed omdat hij me waardevolle raad gaf. Hij schonk me eens een boek dat me enorm aantrok en waardoor ik inzag wat ik later wilde worden: leraar. Het was een biografie van Don Bosco. Het boek stimuleerde mij om me meer in te zetten voor het geloof en vooral om mij te wijden aan het onderwijs. Daarom ben ik later aan de universiteit Engelse taalkunde gaan studeren. Door een medestudent leerde ik het Opus Dei kennen en ik zag dat dit mijn weg was.

Romeinse basiliek van San Eugenio, waar de priesterwijding zal plaatsvinden.

Wat waardeert u het meest van die jaren?

Het voorbeeld van veel priesters die in Japan onder moeilijke omstandigheden werkten. Pater Vanbael was geen uitzondering. Ik kende andere priesters zoals hij. Van allen kan ik zeggen dat ze me nooit in een bepaalde richting hebben geduwd. Ik voelde me gewoon aangetrokken. Voor mij waren het heiligen: aantrekkelijke voorbeelden van liefde en overgave.

Wat betekent de paus voor u?

Hij is voor mij een leerschool van liefde. Zijn overgave aan Christus en de Kerk is totaal, zijn lichamelijke beperkingen zijn voor hem geen excuus. Met zijn onvermoeibare reizen brengt hij Christus naar alle uithoeken en vraagt hij ons hart te openen voor alle culturen en landen. Hij weet in gesprek te gaan met iedereen, met zieken en jongeren. Ik heb het gevoel dat wanneer de paus op reis gaat, wij allemaal meereizen.

U hebt in Rome theologie gestudeerd. Wat is u het meest opgevallen aan de Eeuwige Stad?

De kerken vind ik erg mooi. Ze zijn ook goed onderhouden. In Japan, dat noch katholiek noch christelijk is, is dat anders. Ik hou van Rome, van de christelijke geest die je er kunt vinden. Het helpt mij in mijn geloof. Ik bezoek bijvoorbeeld graag de kerken waar het Allerheiligste de hele dag wordt uitgesteld. Maar ik leer ook veel van de geschiedenis, de kunst en de mensen van Rome.

U was aanwezig bij de heiligverklaring van Jozefmaria Escrivá op 6 oktober vorig jaar. Welk aspect van de stichter van het Opus Dei trekt u het meeste aan?

Tijdens de Spaanse burgeroorlog bleef hij, ondanks gevaar voor eigen leven, zijn priesterlijk werk uitoefenen. Dat was het enige wat voor hem telde. Het gebeurde dat hij bij een huiszoeking op het punt stond ontdekt te worden, wat zou betekenen dat hij als martelaar zou sterven. Hij bad tot God en gaf de absolutie aan degenen die met hem waren ondergedoken. Jaren later zei hij dat hij op dat bewuste moment bereid was voor Christus te sterven, maar dat zijn benen wel trilden. Deze gebeurtenis spreekt mij zeer aan omdat er in Japan veel martelaren zijn gevallen.

Hoe reageren uw familie en vrienden op uw priesterwijding?

In het algemeen goed. In Japan worden dienstverlenende beroepen gewaardeerd. Die van kunstenaar, leraar, etc. worden als heilig beschouwd. Ik heb brieven ontvangen van drie vrienden, twee niet-gelovigen en een katholiek. Het zijn dank- en felicitatiebrieven. Ze begrijpen dat wat ik nu ga doen op anderen gericht is, want een goede priester houdt niets voor zichzelf. Ons model is Christus.

Ik ben ook erg blij dat mijn vader naar de wijding komt. Dat had ik niet verwacht. Hetzelfde geldt voor twee broers. In Japan is het niet makkelijk om vrij te nemen van je werk. Je moet de vrije dagen compenseren tot de laatste minuut. Natuurlijk missen we mijn moeder, die tien jaar geleden is gestorven. Zij had de wens dat ik priester zou worden en bad voor mij. Ze respecteerde mij volkomen, maar ik kan me herinneren dat ze mij soms zei: “Shohei, priester worden is iets heel moois en groots.”