Is mijn ommekeer soms een zonde?

Bisschop Koch van Bazel herziet zijn eerdere mening over het Opus Dei

De auteur van dit artikel, Kurt Koch, is bisschop van Bazel

Het Opus Dei en zijn stichter Josemaría Escrivá worden door niet weinigen gezien als het grootste gevaar voor de huidige Kerk en zelfs voor de maatschappij. Bepaalde theologen en journalisten behandelen ze bijna als melaatsen. Wie het dan waagt zich positief over de stichter van het Opus Dei uit te laten, wordt vervolgens ook tot de melaatsen gerekend. Dit is de simpele logica in de op zich gerechtvaardigde polemiek van Michael Meier tegen mij. Hij heeft gelijk dat ik mij tien jaar geleden ook kritisch over het Opus Dei heb uitgelaten. Ik heb mij toen laten (ver)leiden door de meningen van theologen en journalisten. Het was naïef van de toenmalige theologieprofessor deze over te nemen zonder ze zelf te verifiëren. Dit beken ik eerlijk.

Toen de veroordelingen van de stichter van het Opus Dei steeds meer toenamen, zag ik mij verplicht zijn geschriften zelf te bestuderen. Ik werd daartoe niet aangezet door de bisschoppen en kardinalen, die door Meier als aartsconservatief werden gekapitteld. Het was veeleer enige bij mij opgekomen irritatie, toen ik kennis nam van de uiterst positieve uitlatingen over de stichter van de kardinalen Martini en König (laatstgenoemde heeft een boekje over het Opus Dei geschreven). Ook vernam ik dat de pausen – van Johannes XXIII tot Johannes Paulus II – de stichter zeer gewaardeerd hebben. Toen ik vervolgens nog vernam dat de door mij zeer gewaardeerde bisschop Oscar Arnulfo Romero er als eerste bij de paus op had aangedrongen de hem zeer toegedane Josemaría Escrivá zalig te verklaren, kon ik niet meer vasthouden aan de door mij van anderen overgenomen oordelen. Ik nam het besluit de stichter door zijn geschriften zelf te leren kennen. Dit gaf mij een volledig ander beeld, dan wat ik tot dan toe had gekend. Dit beeld heb ik in een artikel geschreven, dat nu door Meier wordt beschimpt.

Aldus is er een ommekeer bij mij geweest, ook al is deze niet, zoals Meier clichématig beweert, van een hoopvol progressief naar een conservatieve Opus Dei vereerder. Ik was niet zo progressief als Meier denkt. Ik ben ook niet zo conservatief geworden, zoals Meier mij ervan verdenkt, toen ik bisschop ben geworden. Deze etiketten zijn overigens veel meer van toepassing op de zwartmakerij van Meier dan op de realiteit. Ook in de Kerk kijken wij naar kleurentelevisie. De ommekeer, die al voor mijn bisschopswijding te constateren was, is er een van een naïef naprater van andermans meningen tot iemand die een eigen oordeel heeft gevormd over een persoon die men heeft leren kennen. Is deze ommekeer soms een zonde? Ik ben er veeleer van overtuigd dat een dergelijke ommekeer iedere theoloog of journalist zou sieren.

Ik ging er daarom vanuit dat ik met mijn inzicht op zijn minst enige vraagtekens kon plaatsen bij de huidige vooroordelen over de stichter van het Opus Dei. De polemiek van Meiers tegen mij bewijst dat dit (in ieder geval bij hem) niet gelukt is. In plaats van mij met feiten te confronteren, blijft hij steken in zijn eerder gedane onjuiste uitspraken, die ook door tienmalige herhaling niet waar worden. Ik ben opnieuw naïef geweest door te veronderstellen en te hopen dat ik mensen met vooroordelen kon aanzetten tot zelfstandig denken. Met deze naïviteit kan ik echter veel beter leven dan met de naïviteit waarin ik tien jaar geleden gevallen was.

Kurt Koch, Solothum

Tages-Anzeiger (Zürich)