De prelaat van het Opus Dei in Barcelona: "Laten wij zaaiers van vrede en vreugde zijn".

Mgr. Fernando Ocáriz heeft tijdens zijn bezoek aan Barcelona op 5, 6 en 7 augustus verschillende ontmoetingen gehad met gelovigen van de Prelatuur. Naast deze ontmoetingen bezocht Mgr. Ocáriz tijdens zijn verblijf in Barcelona de Basiliek van La Merced, zoals de heilige Jozefmaria bij zoveel gelegenheden deed. Op zondagavond 7 augustus keerde de Prelaat van het Opus Dei terug naar Rome.

 Vreugde herwinnen door "te kijken naar het kruis van de Heer".

Tijdens de ontmoetingen met de gelovigen en vrienden van de Prelatuur, drong Mgr. Ocáriz aan op vreugde. "We moeten gelukkig zijn. We hebben - bij wijze van spreken - de verplichting om gelukkig te zijn. Soms is het niet gemakkelijk, omdat wij te maken krijgen met moeilijkheden, met allerlei soorten tegenslagen, die ons menselijkerwijs vreugde kunnen ontnemen of ons een beetje droevig maken. Maar dan moeten we snel reageren, zonder te wachten tot het vanzelf terugkomt; we kunnen het altijd herwinnen door naar het kruis van de Heer te kijken.

Op een vraag van Maria Carme uit Girona over de vreugde antwoordde de Prelaat dat "vreugde een toestand van de ziel is die ontstaat door het besef van het goede. Om de vreugde opnieuw hervinden wanneer wij haar verliezen, moeten wij denken aan het oneindige goed dat wij hebben en dat er uit bestaat dat God met ons is. Si Deus nobiscum, quis contra nos? Als God met ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Er zijn altijd redenen om gelukkig te zijn, wat er ook gebeurt, juist daarom, omdat God met ons is." 

De Prelaat refereerde aan de litanie van de rozenkrans waarin we zeggen dat "Onze Lieve Vrouw de oorzaak is van onze vreugde, zij die ons Jezus heeft geschonken, die onze vreugde is". En hij voegde eraan toe hoe we vreugde kunnen beleven: "Het lichaam beïnvloedt de ziel, net zoals de ziel het lichaam beïnvloedt. We kunnen glimlachen als we moe zijn. Als de vreugde begint af te nemen, glimlach dan. Het gebaar alleen al...".

"Herinner, voegde hij eraan toe, "dat onze vader [de H. Jozefmaria] gezegd heeft dat de belangrijkste versterving soms een glimlach is. Omdat we soms bezorgd zijn, moe zijn, omdat ons iets is aangedaan....
Glimlachen is geen fictie, het is geen teken van hypocrisie. Het is een positieve inspanning die we leveren om te laten zien dat we de Heer in ons dragen en dat ook Onze Lieve Vrouw op een andere manier zeer in ons aanwezig is.

God wil onze gebeden en liefde nodig hebben

"De Heer", vervolgde de prelaat van Opus Dei, "wil ons nodig hebben, zonder ons nodig te hebben. Net zoals hij ons gebed wil, zonder ons gebed nodig te hebben. Hij wil dat wij Hem om dingen vragen, dat lezen we in het Evangelie: vraag en het zal u gegeven worden. Welke behoefte heeft onze Heer dat Hij ons om dingen laat vragen? Voor zichzelf heeft Hij niets nodig, hij weet veel beter dan wij wat we nodig hebben. Maar Hij wil ons gebed nodig hebben, net zoals Hij onze genegenheid nodig heeft. Het is duidelijk dat, als dit het geval is, het voor onze eigen bestwil. En dat is omdat Hij zoveel van ons houdt. Want bidden, onze ziel openen, is iets heel goeds voor ons".

De Mariakapel wordt momenteel gerestaureerd. De Prelaat van het Opus Dei en degenen die hem vergezelden baden tot de Patrones van Barcelona vanuit het middenschip van de basiliek.

"God heeft onze liefde nodig, onze toewijding, onze beantwoording. En dan zijn er nog zoveel andere redenen om je direct te verheugen. Er zijn zoveel positieve redenen om je te verblijden, om God te danken. En we moeten ook vragen om vreugde in de goede dingen, om de Heer te danken en ook om het door te geven. Wij moeten altijd trachten, ook al hebben wij soms weinig mogelijkheden, zaaiers van vrede en vreugde te zijn.

"Houd niet op te roepen"

Mgr. Fernando Ocáriz herinnerde eraan dat 52 jaar geleden, op 6 augustus 1970, de stichter van het Werk, de H. Jozefmaria, een goddelijke ingeving ontving: Clama, ne cesses, "schreeuwt uit, houdt niet op uit te roepen", woorden uit het Boek Jesaja. Hij voegde eraan toe dat de heilige Jozefmaria zelf op het belang van het gebed had aangedrongen in een brief die hij in juni 1974 aan zijn dochters en zonen schreef: "Het gebed: dat is onze kracht. We hebben nooit een ander wapen gehad.

"Het belangrijkste, het meest effectieve," zei de Prelaat, "is de Mis, omdat het hét offer van Christus is, de vereniging met Hem in gemeenschap. Daarom is de Mis het voornaamste gebed", waaraan hij toevoegde dat "werk ook gebed is". “Vaak”, vervolgde hij, "is het gebed een smeekbede, dat Clama ne cesses, maar het is ook eenvoudig, zonder woorden, de Heer aankijken, weten dat wij door Hem aanschouwd worden, weten dat wij door Hem bemind worden. Op zo'n manier dat we alles wat we doen, alles wat we denken, alles in gebed kunnen veranderen.

Op die manier zullen wij "zaaiers van vrede en vreugde" zijn. "Laten we geen mensen zijn die mensen nerveus maken," zei hij op een humoristische toon.

Het motu proprio "Ad charisma tuendum"

Fernando, die werkzaam is bij IESE, vroeg Mgr. Ocáriz over het recente motu proprio "Ad charisma tuendum", dat betrekking heeft op het Opus Dei en dat wij, in de woorden van de prelaat, "met de trouw van goede zonen en dochters aanvaarden".

Fernando, die aan IESE werkt, vroeg de Prelaat naar het recente motu proprio, Ad charisma tuendum.

Hij moedigde ons aan “om te bidden voor de aanpassingen van de statuten, zoals de Paus heeft gevraagd”, die “vooral betrekking hebben op de relatie van het Werk met de Heilige Stoel”. Net als bij andere gelegenheden, vroeg Mgr. Ocáriz deze dagen voornamelijk om gebed om in dit proces volledig trouw te mogen blijven aan het charisma van de heilige Jozefmaria, “zoals de Heilige Vader schrijft in het Motu Proprio”.

Apostolisch celibaat

De Prelaat sprak ook over het apostolisch celibaat, in antwoord op een vraag van Don Pablo, een priester die pastoraal actief is onder jongeren, over de moeilijkheden die sommige mensen hebben om hun leven aan God over te geven in de roeping tot het Opus Dei als numerair(e) of geassocieerd(e).

"Het gaat hier om een belangrijk punt, namelijk het apostolisch celibaat. Er zijn veel mensen, zeer goed, zeer goed voorbereid, die naar vormingsmiddelen gaan, die innerlijk leven hebben. En ze deinzen terug voor het celibaat. En misschien - ieder mens is anders - zien ze het celibaat als pure opoffering. Het is waar dat het een dimensie heeft van opoffering, van afstand doen van iets. Iedere mens neigt in wezen op een natuurlijke manier naar het huwelijk. Het celibaat heeft deze dimensie van opoffering”.

"Maar we kunnen daar niet stoppen, net als dat het in ons gewone leven daar ook niet eindigt. Ook niet als het gaat om het onderscheiden van roepingen tot het celibaat. Wij moeten dit uitermate grote geschenk kunnen tonen: het apostolisch celibaat is een groot geschenk van God. Het moet begrepen worden in zijn directe en positieve dimensie, in wat de volheid is van het geven - de volheid van iemands liefde - aan Jezus Christus, aan God, en van God aan alle zielen. Het apostolisch celibaat, goed beleefd, is een enorm vermogen tot liefde. En dit is wat gelukkig maakt, zoals de H. Jozefmaria zei: "Wat nodig is om gelukkig te worden is niet een comfortabel leven, maar een verliefd hart”. Het celibaat is een geschenk dat we van God krijgen voor een veel grotere liefde”.

Heilige huwelijken

"Maar je moet ook in gedachten houden dat het niet zo is dat het huwelijk zonder opoffering is. Het huwelijk brengt veel opoffering met zich mee. En in veel opzichten, is het huwelijk moeilijker dan het celibaat. Denk eens aan de realiteit van zovele scheidingen, vooral in huwelijken die niet goed gefundeerd zijn in het sacrament. Omdat het moeilijk is. In het begin lijkt het een romance, maar naarmate de jaren verstrijken, kost echtelijke trouw een grote inspanning. Er zijn zeer heilige christelijke huwelijken die heroïsch zijn.

En wat is het beste? Het beste is niet het een of het ander, maar wat God van ieder van ons vraagt. Men moet de dingen oprecht overwegen voor God, wanneer men over een roeping nadenkt. Het beste is wat God van ieder mens vraagt, dat is het beste voor die persoon. En het is niet één ding dat makkelijker is dan het andere. Want in wat God van ons vraagt, zal Hij ons de genade geven om trouw te zijn en gelukkig te zijn”.

Eva vroeg de Prelaat om advies over hoe de deugd van armoede te beleven.

De sleutel is liefde

Op een andere vraag die Eva hem stelde over hoe de deugd van armoede te leven, wees de Vader op verschillende ideeën: het overtollige achterwege laten, loskomen van het noodzakelijke, niet klagen als we het noodzakelijke missen... "De grens van het overtollige en het noodzakelijke is niet mathematisch, het hangt af van de omstandigheden, we kunnen geen vaste regels geven" en hij benadrukte het belang van "het persoonlijk geweten, met oprechtheid, voor de Heer". "De grens hangt sterk af van de fijngevoeligheid van de ziel", zei hij, eraan toevoegend: "Het gaat erom haar vrij tegenover de Heer te zien, zonder fixaties". Hij stelde enkele vragen voor die een leidraad zouden kunnen zijn: "Waarom klaag ik? Wat veroorzaakt dat ik met ongenoegen reageer? Je moet nagaan of de klacht gegrond is of dat het om een gril gaat". “Liefde," zo was zijn conclusie, "is de sleutel”.

Bidden voor de Heilige Vader

Aan het eind herinnerde de Prelaat van het Werk ons eraan dat wij altijd gelukkig dienen te zijn en verzocht hij: "Blijf bidden voor mijn intenties, voor de intenties van de Paus, voor het hele Opus Dei, dat aan ieder van jullie toebehoort, evenals aan mij".