De droom van Alexey

Alexey Yandushev-Rumiantsev heeft het christelijke geloof gevonden door het lezen en het filteren van informatie in een atheïstisch blad van het communistische Rusland.

Alexey Yandushev-Rumiantsev, diaken van de Russische Rooms-katholieke Kerk.

De ingenieur spreekt vijf talen en is afgestudeerd in de theologie aan de Universiteit van Sint Petersburg en in de filosofie in Liechtenstein. Hij wil nog Portugees leren, omdat deze taal in Fatima gesproken wordt. Zodra hij priester is, wil hij er zijn parochianen mee op reis nemen. Dit heiligdom van Onze Lieve Vrouw is nauw verbonden met de recente geschiedenis van Rusland.

Alexey Yandushev-Rumiantsev, diaken van de Russische Rooms-katholieke kerk, zal in juli 2007 priester worden gewijd. Zijn droom wordt dan werkelijkheid: pastoor worden in zijn eigen land. Hij werd 33 jaar geleden geboren in een Russisch-orthodoxe familie, in Sint Petersburg (het toenmalige Leningrad), maar heeft thuis geen enkel godsdienstig onderricht gekregen.

Hoe hebt u uw christelijke roeping ontdekt en daarna uw roeping tot het priesterschap?

Het is een lang verhaal. Mijn Russisch-orthodoxe familie is niet echt praktiserend. Toen ik geboren werd, had mijn vader net werk gevonden bij een supermarktketen en hij was bang dat mijn doopsel, in de toenmalige omstandigheden van mijn land, nadelig kon zijn voor de hele familie. Hij zou zijn baan op het spel zetten. Als iemand gedoopt wilde worden, moest hij zijn paspoort laten zien en de informatie werd dan onmiddellijk doorgegeven aan het politieke gezag en de geheime diensten. Daarom kozen mijn ouders ervoor om mij niet te laten dopen.

Bij u werd het geloof thuis dus niet in praktijk gebracht?

Mijn ouders geloofden in God, maar ze hebben niet geprobeerd om mij in het geloof op te voeden. Ze waren trouw aan enkele tradities: ze gingen twee of drie keer per jaar naar de kerk en we hadden iconen in huis, meer niet.

Hoe heeft u het geloof leren kennen?

Uit mezelf. Ik was twaalf jaar toen ik me begon te interesseren voor het geloof. Ik geloofde in Iemand, niet in iets, en ik sprak met Hem. Op een dag ontving ik het tijdschrift ‘Wetenschap en godsdienst’, uitgegeven door een atheïstisch genootschap van de Sovjet-Unie. Het ging om een publicatie die niemand las, maar het behandelde een onderwerp dat mij in hoge mate interesseerde.

'Als iemand gedoopt wilde worden, moest hij zijn paspoort laten zien en de informatie werd dan onmiddellijk doorgegeven aan het politieke gezag en de geheime diensten.'

Ik begreep dat het mijn enige middel was om meer over het geloof te weten te komen. Ik nam er een abonnement op en vijf jaar lang heb ik alles gezeefd wat erin geschreven stond.

Waarin bestond de atheïstische propaganda?

Het was voornamelijk, in de media, een onophoudelijke inhameren op de godsdienst. Men liet de mensen geloven dat de kerken een antieke mythologie zonder wetenschappelijke fundering wilden laten voortbestaan om controle uit te oefenen op hun manier van denken en ze op te lichten.

U filterde wat in die atheïstische propaganda werd gezegd?

Ik was geïnteresseerd in de godsdienst, niet in de stellingen van het tijdschrift. De artikelen waren pure atheïstische propaganda, maar ze haalden de Schrift aan en spraken over de Kerk en over Christus. Omdat ik geen enkele toegang had tot andere bronnen, filterde ik dit alles. Ik ging ervan uit dat, als men zoveel kwaad sprak over iemand of over al deze dingen, deze persoon en deze werkelijkheden niet zo slecht moesten zijn. Dit werd me later ook duidelijk over het Opus Dei, waarover ik venijnige kritiek had gelezen in een boek dat ook de Orde van Malta bekritiseerde. In het boek werd beweerd, dat het ging om een gevaarlijke organisatie. Men gaf er een beschrijving van de stichting van het Werk en zelfs het adres van de zetel waar haar "leider" woonde. Ik besloot hem een brief te schrijven om er meer over te weten. Dit gebeurde later, toen ik al katholiek was geworden.

U was dus een tiener met een zeer ontwikkelde kritische geest?

'Ik ging ervan uit dat, als men zoveel kwaad sprak over iemand of over al deze dingen, deze persoon en deze werkelijkheden niet zo slecht moesten zijn.'

Ik was ervan overtuigd dat personen of zaken waarover zo slecht gesproken werd, niet zo slecht moesten zijn.

Hoe bent u tot de katholieke kerk gekomen?

Over haar werd zoveel kwaad gesproken, dat ik haar wilde leren kennen. In het telefoonboek vond ik het adres van de Rooms-katholieke gemeenschap in Sint Petersburg, maar de kerk was altijd dicht. Na vele pogingen heb ik die gemeenschap kunnen vinden, maar de priester was op zijn hoede. Hij dacht dat ik een jonge spion was van de Russische geheime dienst. In die tijd waren er veel. Maar toen hij zag dat ik zijn kerk ijverig bezocht, maakte hij met mij een afspraak. Ik moest hem na de Mis volgen, op straat, naar een gebied buiten de parochie, waar we rustig zouden kunnen spreken. Dit speelde zich af in 1989, we leefden in een onzekere politieke tijd. Uiteindelijk vroeg ik, na een periode van onderricht, om volwaardig lid te mogen worden van de katholieke Kerk.

En waarom juist de Rooms-katholieke Kerk?

"We moeten in Rusland echt het Evangelie van de arbeid leren kennen, God leren ontmoeten in ons gewone leven, als wij ons werk goed doen."

Ik had altijd horen spreken over kerken, in het meervoud. En ik stelde me vragen over de echte. Ik heb in het Evangelie ontdekt, dat Jezus maar één kerk had gesticht en dat Hij had gebeden voor haar eenheid. Ik heb ook gelezen dat Christus zelf de heilige Petrus aan het hoofd geplaatst had van die éne Kerk. Als de paus de opvolger is van Petrus, volgt hieruit de rest vanzelf.

Hoe bent u verder gegaan?

Na de middelbare school ben ik naar de universiteit gegaan. Ik werd ingenieur en begon daarna een studie Geschiedenis van de Kerk aan het katholiek College van de Heilig Thomas van Aquino. Ik kon eindelijk doorlopend studeren. Toen heb ik contact opgenomen met het Opus Dei, uit verbazing over de vijandige lastercampagne tegen deze instelling.

Hoe was jouw indruk?

'Er zijn veel mensen die werkelijk belangstelling hebben voor de ‘zaken van God’.'

Uitstekend. Ik ontmoette mensen die niet aan ‘propaganda’ doen, maar die de betekenis van het christelijke leven in alle eenvoud en met diepgang doorgeven. We moeten in Rusland echt het Evangelie van de arbeid leren kennen, God leren ontmoeten in ons gewone leven, als wij ons werk goed doen. Ik ben ervan overtuigd dat het Opus Dei veel goeds zal doen bij ons. Het idee van de ononderbroken christelijke vorming spreekt me heel erg aan. We hebben het nodig.

Hoe kwam u tot de beslissing om naar het seminarie te gaan?

Ik had er nooit met iemand over gesproken, maar het hield me al lang bezig. Ik dacht dat ik het niet kon, dat ik niet aan de voorwaarden voldeed voor een dergelijke verbintenis. Ik was klaar met mijn studie, ik was zelfs een jaar naar het buitenland gegaan, om in Liechtenstein de fenomenologie van de wijsbegeerte te studeren en ik had al een baan. Maar op een dag vroeg een pastoor me op de man af: Zou jij priester willen worden? Helemaal niet, antwoordde ik, maar ik heb die nacht geen oog dicht gedaan. Ik heb die priester weer gezien, ik heb bij hem mijn hart geopend en erkende dat ik eraan gedacht had maar dat ik me niet waardig voelde, ik had er de moed niet voor. Hij zei me dat die kracht door God gegeven wordt. En ik ben eind 2000 naar het seminarie gegaan. Als God het wil, word ik volgend jaar priester.

Hoe is op dit moment de godsdienstige situatie in Rusland?

Na de val van het communisme, in 1989, hebben we een echte geestelijke lente meegemaakt. Nu heeft het fenomeen zijn vaste grenzen gevonden Na de voorbijgaande emoties van het begin, blijven alleen degenen over die werkelijk overtuigd waren. Maar ik moet erkennen dat veel mensen werkelijk belangstelling hebben voor de ‘zaken van God’.

Hoe zijn de verhoudingen tussen orthodoxen en katholieken?

"Maar op een dag vroeg een pastoor me op de man af: Zou jij priester willen worden? Helemaal niet, antwoordde ik, maar ik heb die nacht geen oog dicht gedaan."

Dit hangt veel af van de mensen, de plaatsen. Sint Petersburg kent bijvoorbeeld een grote traditie van tolerantie en een wil tot dialoog die elders misschien niet bestaan. Dit jaar zijn de uitwisselingen vooruitgegaan, dat geeft ons hoop.

Zijn er antikatholieke vooroordelen?

Het zijn meer mythes, gemeenplaatsen. De Da Vinci Code heeft bijvoorbeeld geen twijfels doen ontstaan ten opzichte van het Evangelie, maar wel verdachtmakingen opgeleverd tegen van de Rooms-katholieke Kerk. Toch volstaat het om geduldig te blijven, erover te spreken om de misverstanden te laten verdwijnen.

Waar droomt u nu van?

Om een katholieke priester worden ten dienste van Rusland.