34 nieuwe priesters van het Opus Dei

De prelaat van het Opus Dei, mgr. Javier Echevarría heeft zaterdag 27 mei 34 leden van de prelatuur priester gewijd in de basiliek van Sant’Eugenio in Rome. Bekijk de fotogalerij.

Klik hier voor de fotogalerij van de priesterwijding.

Alle nieuwe priesters hebben een civiele carrière achter de rug. Ze zullen zich volledig wijden aan de priesterlijke bediening in de lijn van wat Benedictus XVI donderdag in Polen zei: “Van een priester wordt niet verlangd dat hij een expert is in economie, architectuur of politiek, maar dat hij een expert is in het spirituele leven.”

De wijdelingen komen uit Australië, Brazilië, Guatemala, Italië, Oostenrijk, Peru, Spanje, Venezuela en de Verenigde Staten. Als priesters van de prelatuur staan zij ter beschikking voor de pastorale taken van het Opus Dei. Het werk van de prelatuur is een ondersteuning van de plaatselijke kerken.

Het Opus Dei is sinds 1982 een personele prelatuur. Dat is een organisatievorm binnen de rk-Kerk met een specifieke pastorale taak die niet plaatsgebonden is (zoals wel bij de bisdommen het geval is). De pastorale taak van het Opus Dei is de boodschap verkondigen dat alle gelovigen in hun gewone leven geroepen zijn tot heiligheid.

De lekengelovigen van de prelatuur (98 procent) vallen voor de algemene pastorale zorg onder hun plaatselijke bisschop en voor de specifieke pastorale taak van het Opus Dei onder de bisschop van de prelatuur. 

De Australische arts Amin Abboud (41) is een van de nieuwe priesters. Hij werkte in het Repatriaton General Hospital Concord in Sydney als specialist in de behandeling van Alzheimerpatiënten. Daarnaast behandelde hij zieke gedetineerden in het Australische gevangeniswezen.

“Het christelijke mensbeeld is altijd fundamenteel voor mijn werk geweest”, aldus Abboud. “In mijn studie en werk leerde ik hoe ik mensen moest confronteren met het lijden of een naderende dood, maar zonder een religieuze dimensie. Dit gaf mij een gevoel van leegte. Met het geloof kun je de horizon van een nieuw leven voorhouden en betekenis geven aan het huidige bestaan. Dat is een geneesmiddel van onschatbare waarde.”

Father Amin heeft een groot vertrouwen in de toekomst van zijn land: “Australië is een rustig continent met vrijheidsliefde en weinig vooroordelen. Het staat open voor Gods waarheid. Ik bid nu al voor de komende Wereldjongerendagen en hoop dat ze een spirituele vernieuwing teweeg brengen bij veel jongeren.

De Italiaan Luca Fantini uit Genova is vanaf zijn kinderjaren gefascineerd door de astronomie en de natuurkunde. In zijn tienerjaren kwam hij tot de mening dat de wetenschappelijke vooruitgang het geloof had achterhaald. Daardoor liet hij het geloof links liggen.

Het ontmoeten van mensen van het Opus Dei was beslissend voor zijn terugkeer naar het geloof en voor de weg naar zijn priesterwijding: “Dat waren bekwame professionals die geen tegenstellingen zagen tussen hun werk en het geloof. Ik zag dat zij een completere en oprechtere kijk op de realiteit hadden en dat zij van zichzelf eisten. Mijn ‘terugkeer’ was echter niet een louter intellectueel proces, maar meer het begin van een nieuwe vriendschap met God.”

Alfonso Sánchez de Lamadrid (45) komt uit het Spaanse Sevilla. Als bioloog heeft hij vijftien jaar lang de baai van Cádiz en de Andalusische kust bestudeerd: “De zee waarin ik werkte was overweldigend, wonderschoon en tegelijk mysterieus. Hetzelfde kun je zeggen over het geloof. We denken dat we God kennen. Maar als we een beetje de diepte ingaan, de omgang met Hem zoeken en Hem vragen gaan stellen, ontdekken we een nieuwe, oeverloze zee.”

Adilson Martini, uit Brazilië, nam afscheid van zijn werk bij een bouwonderneming om zich in Rome voor te bereiden op het priesterschap. Hij had als taak bouwconstructies te controleren, zoals voetbalstadions, olieraffinaderijen en verkeerstunnels. “Nu ben ik priester om de Kerk te dienen. Ik zal me wijden aan het bedienen van de sacramenten, het verzorgen van geestelijke begeleiding en het geven van catechese. Ik zal mensen vergezellen op hun weg naar God. In zekere zin ligt dit in het verlengde van wat ik vroeger deed. Het gaat nu alleen niet om de kwaliteit van gebouwen, maar om het geluk van de zielen.”