Weinig licht, wel veel warmte

Edmond en Rose-Marie Chmara wonen in Villeneuve-lès-Avignon in Zuid-Frankrijk. Hun dochter is numeraire bij het Opus Dei en woont in Tallinn (Estland). Ze geven hun indrukken in een gesprek met het Informatiebureau van het Opus Dei in Frankrijk.

Hoe hebben jullie het Opus Dei leren kennen?

Dit gebeurde in 1992 rond de zaligverklaring van Jozefmaria Escrivá. Onze dochter Fabienne studeerde economie in Aix-en-Provence en heeft ons gesproken over haar opmerkelijke voornemen: numeraire worden van het Opus Dei. Ze had net haar roeping ontdekt en vond het belangrijk om ons uit te leggen hoe dit gekomen was en onze mening te vragen.

Hoe hebben jullie gereageerd?

Mijn man en ik zijn in het katholieke geloof opgevoed door voorbeeldige ouders, die hard voor ons gewerkt hebben. Ze waren mijnwerkers in het noorden van Frankrijk.

Toch schrokken we van het idee van een verbintenis met een instituut dat we alleen maar kenden uit weinig betrouwbare bronnen. Om antwoord te krijgen op onze vragen en onze angst zijn we naar het dichtstbijzijnde centrum van het Opus Dei gegaan, in Aix-en-Provence. Daar werd alles helder: de christelijke geest, de vreugde en de gastvrijheid heersten in dat huis. Zoals ook in de andere centra die we later zouden leren kennen.

Uw dochter woont niet meer in Frankrijk?

Onze dochter is ons komen vertellen dat de HeiligeVader gevraagd had dat het Opus Dei zijn apostolisch werk zou starten in Estland. De prelaat van het Opus Dei, Mgr Javier Echevarría, vroeg aan Fabienne of ze één van de eersten wilde zijn die naar Tallinn zouden vertrekken. Ze straalde. Het geluk dat we sinds 1992 in haar waarnamen, liet geen twijfel bestaan. Haar geluk was het onze. Ze is weggevlogen met zes andere numeraires, uit Spanje, Brazilië, Argentinië. Elke zondag vertelde ze ons door de telefoon hoe anders alles daar was. Maar de Esten gingen in op hun vriendschap en begonnen naar de vormingsactiviteiten te komen: bezinningsdagen, meditaties, catechese. Een echtpaar dat behoort tot de eerste surnumeraires in het land, gaat al regelmatig naar Sint Petersburg om het apostolisch werk in Rusland te beginnen!

U ziet uw dochter dus weinig. Wat weet u van haar manier van leven?

In juli 1997 zijn mijn man en ik vertrokken om een handje te helpen in het centrum van het Opus Dei in Tallinn. Wat een familie! We hebben één dochter laten gaan en we hebben er zeven teruggekregen. We hebben drie intense weken bij ze meegemaakt. We konden vaststellen dat ze bijna niets hadden, en dat ze mankracht nodig hadden. Mijn man heeft veel geknutseld, een kleine tuin aangelegd. Zelf ben ik achter een Singer aan het werk gegaan. Ik heb gordijnen genaaid, spreien, liturgische gewaden. Mijn dochter heeft me geleerd om de rozenkrans te bidden! Want we hebben met haar gebeden.Ik heb ook geleerd om beter met God om te gaan.

We hebben het geluk gehad dit kleine land in de juiste periode te ontdekken, met een beetje zon. Maar we weten dat ze de andere maanden lijden onder de kou en het gebrek aan zonlicht. Ingenomen door ons verblijf, hebben de ervaring herhaald in 2004.

Welke contacten heeft uw dochter met de andere leden van het gezin?

Fabienne was terug in Frankrijk in de zomer van 2001. Ze heeft kennisgemaakt met haar neefjes. We hebben onze pelgrimstocht naar Rome zo georganiseerd dat we allemaal samen aanwezig konden zijn bij de heiligverklaring van de heilige Jozefmaria in oktober 2002.

Nathalie, onze tweede dochter, begrijpt goed de trouwe overgave van haar zuster. Zoals wijzelf, heeft ze veel andere “zusjes” in Frankrijk gekregen, waar onze contacten met het Opus Dei blijvend zijn. Op moeilijke ogenblikken is iedereen aanwezig. Ik kon dit ervaren toen mijn vader overleed, bijvoorbeeld. Op een paar zeer zeldzame uitzonderingen na, zouden alle ouders van numeraires u gelijkaardige ervaringen kunnen toevertrouwen.

Maakt u deel uit van het Opus Dei?

Als het om de roeping gaat, nee. Maar ik ben medewerkster en zodra ik kan, neem ik deel

aan de vormingsactiviteiten. Mijn man wil altijd graag meewerken met Estland en helpt financieel het centrum van Ravalaj in Tallinn.

Hoe zou u zich voelen als uw dochter het Opus Dei wilde verlaten?

Ondanks het ruige klimaat heeft ze het echt naar haar zin in Estland. Ze kan ieder moment in alle vrijheid afwijken van deze edelmoedige keuze. Ze is ook altijd bereid om terug te komen naar Frankrijk of om ergens anders naartoe te gaan. We zouden veel lijden als een van onze dochters ertoe zou komen om niet de weg van haar roeping te volgen, in het apostolisch celibaat voor Fabienne, en in het huwelijk voor Nathalie. Fabienne is al meer dan 12 jaar numeraire en we zien dat ze steeds gelukkiger is.