Hebt lief en doe wat je wilt!

Benedictus XVI besloot in april zijn catechesereeks over heilige mannen vrouwen met een bespiegeling over de universele roeping tot heiligheid en het wezen van de heiligheid.

Woensdag 13 april heeft paus Benedictus XVI met een uiteenzetting over het leven en de leer van de heilige Theresia van Lisieux zijn catechesereeks over grote kerkleraren beëindigd. Met een diepgaande meditatie over het wezen van heiligheid besloot de paus tijdens de algemene audiëntie voor ongeveer 20.000 pelgrims en bezoekers de catechesecyclus over de grote figuren onder heilige mannen en vrouwen die de afgelopen twee jaren tijdens de woensdagaudiënties de revue passeerden. Een samenvatting.

Wat betekent heiligheid? Wie is tot heiligheid geroepen? Is de heiligheid slechts voor enkele uitverkorenen? Deze vragen stelde Benedictus XVI aan de op het Sint Pietersplein aanwezige gelovigen en herinnerde zijn toehoorders aan Gods grote plan voor de mensen waarover de heilige Paulus gesproken heeft: "In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor hem heilig en zuiver te zijn” (Ef 1,4).

De bij Paulus steeds terugkerende gedachte van “in Christus” herinnert de gelovigen eraan dat zij hun gehele leven naar het voorbeeld van Christus moeten invullen. Heiligheid betekent als Christus zijn, “zijn houding, zijn denken en daden te vertalen naar ons leven”. Heiligheid betekent niet buitengewone dingen te volbrengen, maar om verenigd te zijn met Christus en in zijn mysteries te leven, zich zijn denken en gedragingen eigen te maken. De mate van heiligheid ligt gelegen in de grootte die Christus in de mensen bereikt, “in welke mate wij ons gehele leven naar Christus’ leven vormen”. Het Tweede Vaticaanse Concilie benadrukte in de constitutie Lumen Gentium de universele roeping tot heiligheid en verklaart dat niemand daarvan is uitgesloten.

Dit is voor de mens mogelijk, indien hij God en de naasten lief heeft. Deze liefde wordt steeds opnieuw gevoed door het gebed, het horen van het woord van God en het veelvuldig ontvangen van de sacramenten. De grote schare der heiligen bewijst, dat dit met de genade van God mogelijk is, om ondanks de zwakheden en beperkingen de wonderbare weg van de navolging van Christus te begaan. Een heilig leven is niet op de eerste plaats de vrucht van de menselijke inspanning, omdat God de mensen heilig maakt en het de werken van de Heilige Geest zijn die mensen innerlijk bezielt.

De heiligheid “heeft haar uiteindelijke wortels in de genade van de doop, in het gegeven in het Paasmysterie van Christus gegrondvest te zijn, waarin ons zijn Geest, zijn Leven als de Verrezene meegedeeld wordt. God respecteert altijd de vrijheid van de mensen en vraagt dat hij het geschenk van de nieuwe Mens aanneemt, hij zich door de werken van de Heilige Geest laat omvormen en zijn wil aanpast aan de wil van God. Dat is mogelijk door een in volheid geleefde liefde.

De liefde gaat vooraf aan alle middelen van de heiliging, ze verleent hen vorm en voert hen tot haar doel. De ware leerlingen van Christus kenmerken zich door hun liefde voor God en voor de naaste. “Hebt lief en doe wat je wilt: wie geheel in de liefde leeft wordt door God geleid, omdat God liefde is.”

De pelgrims en jongeren werden na afloop van de catechese door de paus begroet en aangespoord. “Hebt geen angst om je de heiligheid tot hoogste doel te stellen. Heilig worden kan iedereen, die een levendige relatie heeft met Christus. In al onze tekortkomingen zal de Heer ons met zijn genade en liefde vormen.