Bericht van de prelaat (4 juni 2017)

Gezinnen die verenigd zijn, die andere gezinnen helpen en zich laten helpen. De prelaat stelt in deze regels voor goed te blijven zorgen voor het gezin, geboorteplaats van de liefde.

Mijn geliefde dochters en zonen, moge Jezus jullie behoeden!

Het recente algemeen Congres[1] heeft ons eraan herinnerd dat het gezin de laatste decennia een belangrijke plaats inneemt bij de prioriteiten van de Kerk en dus ook van de Prelatuur. Met deze regels wil ik opnieuw kort stil staan bij dit zo dringende en noodzakelijke apostolaat.

Het is duidelijk dat tegenwoordig veel mensen het gezin beschouwen als slechts één van de mogelijkheden en het zelfs als uit de tijd beschouwen, terwijl het in werkelijkheid het plan van God is voor de band tussen de man en de vrouw. We moeten echter vol hoop zijn: het licht van de waarheid over het gezin is door God in het menselijk hart gegrift en daarom baant het zich nu en altijd een weg te midden van de stormen.

Ieder gezin, met zijn innerlijke kracht en hoopvolle verwachting om verenigd met elkaar verder te gaan, “geeft de regie van de wereld terug aan het verbond van man en vrouw met God.”[2] Wanneer ik over dit feit nadenk, schieten me woorden van de heilige Jozefmaria te binnen: “De taak van een christen: het kwaad verstikken in een overvloed aan goeds. Het gaat er niet om negatieve campagnes te voeren of tegen wat dan ook te zijn. Integendeel: we moeten op een positieve manier leven, vol optimisme, jeugdig, blij en met innerlijke vrede; met begrip staan tegenover iedereen: tegenover degenen die Christus volgen en tegenover hen die Hem in de steek laten of Hem niet kennen. – Maar begrip houdt niet in dat we ons afzijdig houden of onverschillig zijn, maar dat we actief zijn.”[3] We mogen onze kalmte en krachten niet verliezen door over de moeilijkheden te klagen waarmee zo veel gezinnen, en ook het gezin als instelling, te maken heeft. Laten we proberen het christelijk gezin krachtig en professioneel te beschermen en te steunen: als iets wat niet alleen van ons is, maar dat toebehoort aan God en de generaties die komen en zullen blijven komen.

Het gezin en het huwelijk zijn een weg van heiligheid: “Moet je lachen omdat ik je zeg dat je ‘roeping voor het huwelijk’ hebt? – Welnu, die heb je: een echte roeping.”[4] Roeping tot heiligheid, roeping tot het geluk. Het gezin is de geboorteplaats van de liefde; het is de eerste plaats waar de Liefde van God in ons leven verschijnt, iets wat verder reikt dan wij kunnen doen of laten: “Wij hebben lief, omdat Hij ons het eerst heeft liefgehad” (I Joh 4,19). Het vader- en moederschap zeggen ieder van ons wie wij zijn: een geschenk van God, een vrucht van de Liefde. Te midden van de vele moeilijkheden die er in het leven van een gezin kunnen voorkomen, zet het besef dat wij en de anderen een geschenk van God zijn ons ertoe aan ze meer lief te hebben. En de maatschappij vereist deze onvoorwaardelijke liefde altijd.

Meer dan in andere tijden is nu op alle niveaus te merken dat het dringend nodig is om de gezinnen met grotere moeilijkheden bij te staan. Men wordt niet geboren met de kennis om vader of moeder, echtgenoot of echtgenote te zijn: het is goed om hierover vorming te ontvangen en andere echtgenoten en ouders te helpen dat ook te doen. Gezinnen die andere gezinnen helpen! Met de ervaring die het gezinsleven verschaft kan men doeltreffend meewerken op het onmetelijke gebied van het werk van barmhartigheid dat degene die onwetend is onderwijzen heet. Men kan met natuurlijkheid heel veel doen, zonder iemand ‘een lesje te leren’, om mensen goed op het huwelijk voor te bereiden en de pasgehuwden, of degenen die een moeilijk moment doormaken, bij te staan! Bovendien kan zo’n gezin in moeilijkheden soms het gezin van iemand van jullie zijn; dat is het moment om je hart te openen en je te laten helpen, met dezelfde eenvoud waarmee jullie anderen hebben gesteund.

Bedenkt ook met een groot hart hoe jullie degenen die zich in de zogeheten irreguliere situaties bevinden kunnen helpen. Paus Franciscus heeft opnieuw bevestigd dat de leer niet verandert[5], maar hij dringt erop aan de zorg voor deze broeders en zusters te verbeteren; ze hebben een goede en liefdevolle begeleiding nodig, ook om hun eigen situatie beter te begrijpen, waardoor ze deze, met de genade van God, makkelijker kunnen overwinnen.

Let eens op de dialoog van Jezus met de Samaritaanse (vgl. Joh 4,1-45). Die vrouw begon, terwijl ze nog ver van God was, zonder het te weten te bidden: ze begon een gesprek met God die haar tegemoet kwam, en Hij bracht haar beetje bij beetje tot het punt dat zij haar geschiedenis in het ware licht kon plaatsen. De Samaritaanse blijft niet alleen met haar verwonding: ze staat tegelijkertijd tegenover de allerbeminnelijkste blik van de “God van alle vertroosting die ons troost bij al onze tegenspoed.” (2 Kor 1,3-4). De Heer roept ons op om aan al die mensen – ondanks onze kleinheid en persoonlijke ellende – zijn nabijheid en troost door te geven.

Het is hoe dan ook van belang dat wij proberen er eerder bij te zijn: “Van iemand leren houden is niet iets dat geïmproviseerd wordt. (…) Iedere persoon bereidt zich in wezen vanaf zijn geboorte op het huwelijk voor.”[6] Ik herinner jullie eraan dat het in de apostolische activiteiten met jonge mensen goed is de schoonheid van het apostolisch celibaat uiteen te zetten, en ook die van de roeping om een christelijk gezin te stichten, waarbij de verschillende aspecten van de voorbereidingsperiode en van het huwelijk zelf op een creatieve manier aan de orde komen[7]: getuigenissen van gezinnen; cursussen gezinsoriëntatie voor ongehuwden, conferenties, films, boeken; activiteiten voor ouders in de school; medewerking verlenen in de parochies; het opzetten van mogelijkheden voor ontspanning en vrije tijd waar in de toekomst christelijke huwelijken uit voort kunnen komen, enz.

Degenen van jullie die meer direct verantwoordelijk zijn voor de vormingsactiviteiten, kunnen bedenken dat verbeteringen in elk gezin een hefboomeffect op de maatschappij hebben. De aantrekkingskracht van een christelijk gezin werkt aanstekelijk: “Met het getuigenis en ook met woorden, spreken de gezinnen tot de anderen over Jezus, geven ze het geloof door, maken ze het verlangen naar God wakker en tonen ze de schoonheid van het evangelie.

Laten wij deze serene en onmetelijke taak van het gezin aanbevelen aan de stille en vruchtbare actie van de Heilige Geest. Met alle genegenheid zegent jullie

jullie Vader,

Fernando Ocáriz

Rome, 4 juni 2017, Hoogfeest van Pinksteren


[1] Vgl. pastorale Brief, 14-2-2017, nrs. 21 en 31.

[2] Paus Franciscus, Audiëntie, 2-9-2015.

[3] Heilige Jozefmaria, De Voor, nr. 864.

[4] Heilige Jozefmaria, De Weg, nr. 27.

[5] Vgl. Paus Franciscus, apostolische exhortatie Amoris Laetitia (19-3-2016), nr. 300.

[6] Paus Franciscus, Amoris laetitia, nr. 208.

[7] Vgl. pastorale Brief, 14-2-2017, nr. 25.

Copyright © Prælatura Sanctæ Crucis et Operis Dei