Bericht van de prelaat (8 november 2024)

De prelaat van het Opus Dei nodigt ons uit na te denken over de hoop op het eeuwig leven.

icono carta mensaje del prelado Opus Dei mes de noviembre

Bericht van de prelaat (8 november 2024)

Mijn geliefde dochters en zonen, moge Jezus jullie behoeden!

In deze maand hebben we, zoals dat in de Kerk gebruikelijk is, in ons gebed speciale aandacht voor de overledenen. Dit brengt ons er vanzelfsprekend ook toe om na te denken over het leven na de dood. De aspecten en nuances die deze overweging bij ieder van ons oproept kunnen verschillend zijn, afhankelijk van de tijd waarin we leven en onze persoonlijke omstandigheden.

Laten we in elk geval dikwijls ons geloof en onze hoop vernieuwen in de heerlijkheid waartoe onze Heer ons roept en waarvoor Hij ons de middelen geeft om die te bereiken. Velen van jullie zullen zich deze woorden van de heilige Jozefmaria herinneren: ‘Laten we bedenken hoe de hemel zal zijn. “Geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, geen mens kan zich voorstellen, al wat God bereid heeft voor die Hem liefhebben” (1 Kor 2,9). Kunnen jullie je voorstellen hoe het zal zijn om daar aan te komen, God te ontmoeten en die schoonheid te zien, die liefde die zich in ons hart uitstort, die verzadigt zonder te verzadigen?’ (Instructie, mei-1935, 14-9-1950, noot 127). En bij een andere gelegenheid voegde hij eraan toe: ‘Ik vraag me vele malen per dag af: hoe zal het zijn wanneer alle schoonheid, alle goedheid, heel het oneindige wonder van God wordt uitgestort in dit arme lemen vat dat ik ben, dat wij allemaal zijn? En dan kan ik goed begrijpen wat de apostel zei: “Geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord...”. Het is de moeite waard, mijn kinderen, het is de moeite waard’ (Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 22-10-1960).

Hoe goed is het om de hoop op de hemel te voeden! We kunnen zelfs aanvoelen wat sint Paulus schreef: ‘Want voor mij is leven Christus en sterven winst’ (Fil 1,21), wat niet het verlangen uitsluit om vele jaren in deze wereld te leven om God en de anderen te dienen (vgl. ibid., 22-24).

Laten we de Heer vragen onze hoop op het eeuwig leven te vermeerderen en ons te helpen ‘altijd uit te kijken naar die definitieve ontmoeting; altijd te denken dat de Heer dicht bij ons is, dat de dood nooit, maar dan ook nooit zal zegevieren!’ (Franciscus, audiëntie, 8-5-2024). Deze zekerheid dat God in de hemel op ons wacht en ons altijd vergezelt, geeft steun op onze aardse levensweg, zelfs te midden van de moeilijkheden: ‘Moge de God van de hoop u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat gij overvloeit van hoop, door de kracht van de Heilige Geest’ (Rom 15,13).

Blijf bidden voor het werk, dat al ver gevorderd is, om de Statuten aan te passen. Beveel de Heer ook de twintig nieuwe diakens aan, die op de 23e gewijd zullen worden.

Ik dank jullie heel hartelijk voor de felicitaties voor mijn laatste verjaardag. Omdat ik er zoveel heb ontvangen, is het mij niet mogelijk om ze allemaal te beantwoorden, zoals het mij bij andere gelegenheden (verjaardagen, speciale feestdagen, enz.) ook al niet meer lukt. Ga er maar van uit dat jullie altijd geantwoord worden door mijn gebed, dat nooit ontbreekt als ik jullie brieven en berichten lees.

Met al mijn genegenheid zegen ik jullie,

jullie Vader

Fernando Ocáriz

Rome, 8 november 2024