Aswoensdag: Waarom wordt ons as opgelegd?

Het opleggen van as markeert het begin van de vastentijd. Het zichzelf bedekken met as als symbool van boetedoening en inkeer is een traditie in vele religies. Dit is de oorsprong en de betekenis van dit symbool.

Aswoensdag: Waarom wordt ons as opgelegd?
Aswoensdag: Waarom wordt ons as opgelegd?

De vastentijd, een tijd van innerlijke voorbereiding op de herdenking van de dood en verrijzenis van Christus, begint op Aswoensdag.

Deze dag valt van jaar tot jaar op verschillende data, afhankelijk van de verschuivende datum van Pasen. Het kan vallen tussen 4 februari en 10 maart. Dit jaar, 2024, is Aswoensdag 14 februari.

Dat de vastentijd 40 dagen duurt is een gebruik dat in de 4de eeuw is ontstaan. Volgens de traditie werd vasten als vastenpraktijk zeer belangrijk in de 6de-7de eeuw.

Maar het is niet gebruikelijk om op zondag te vasten - want dat is de dag des Heren - dus werd het begin van de vastentijd vervroegd naar woensdag.

Wat betekent het opleggen van as?

Bij het opleggen van as tekent de priester een kruis op het voorhoofd van de gelovigen, terwijl hij de woorden spreekt: “bekeert u en gelooft in het evangelie” of “bedenk wel: stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren” om ons eraan te herinneren dat onze laatste plaats in de hemel is.

Het gebruik van as als symbool van boetedoening is oud: de Joden bijvoorbeeld bedekten zich met as wanneer zij offers brachten, net als de Ninevieten.

Ook in de eerste eeuwen van de Kerk droegen mensen die op Witte Donderdag het sacrament van verzoening wilden ontvangen, as op hun hoofd en verschenen zij voor de gemeenschap in een ‘boetekleed’. Dit stond voor hun bereidheid tot bekering.

In de katholieke kerk is deze traditie sinds de 9de eeuw blijven bestaan en herinnert ons eraan dat we aan het einde van ons leven alleen datgene meenemen wat we voor God en voor anderen hebben gedaan.