Inhoud
1. Is de mens een religieus wezen?
2. Waarom zijn er veel verschillende godsdiensten?
3. Wat is de waarde van een godsdienst?
4. Is een openbaring door God noodzakelijk?
5. Is het christendom de ware godsdienst?
Is de mens een religieus wezen?
"Het verlangen naar God is gegrift in het hart van de mens, want de mens is door en voor God geschapen; God houdt niet op de mens naar zich toe te trekken en de mens zal slechts in God de waarheid en het geluk vinden, die hij zonder ophouden zoekt." (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 27)
Vanaf het allereerste moment van de schepping van de mens nadert God tot de mens; Híj zet de eerste stap in deze relatie van belangeloze liefde en houdt nooit op de mens tot zich te trekken, in alles "hem hulp biedend om Hem te zoeken, te kennen en met al zijn krachten lief te hebben".(Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1)
Dit verlangen naar God, dat in het diepst van het menselijk wezen is gegrift en dat we godsdienst of religiositeit noemen, is een geschenk van God. Het is wat ons verenigt, wat ons bindt aan de Schepper. Het is de uitdrukking van de bovennatuurlijke roeping die ieder mens heeft.
De heilige Thomas van Aquino leert in de Summa Theologiae (2-2 q81) dat religie op de eerste plaats een gerichtheid op God inhoudt. In bredere zin kunnen we zeggen dat het de handeling of het geheel van handelingen is waarmee de mens, nadat hij op de een of andere manier heeft erkend dat God werkelijk bestaat, zijn leven richt op de relatie met Hem.
Religie is een essentieel aspect van de mens dat zijn uitwerking heeft in alle menselijke dimensies, omdat het voortkomt uit zijn natuurlijke situatie als schepsel en fundamenteel verwijst naar de relatie van de mens als schepsel met God, zijn Schepper. "In hun geschiedenis en tot op de dag van vandaag hebben de mensen op velerlei wijzen uitdrukking gegeven aan hun zoeken naar God, zowel in hun manier van geloven en godsdienstig gedrag (gebed, offer, eredienst, meditatie enz.). Ondanks de dubbelzinnigheden die deze uitdrukkingsvormen kunnen bevatten, zijn zij zó universeel, dat men de mens een godsdienstig wezen kan noemen". (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 28)
Overweging van de woorden van de heilige Jozefmaria
De godsdienst is ‘de grootste muiterij […] van de mens die niet als een beest wil leven, die rust noch duur vindt tot hij zijn Schepper ontmoet en kent’. (Vrienden van God, nr. 38)
Waarom zijn er veel verschillende godsdiensten?
In de geschiedenis van de mensheid is het religieuze pluralisme een vaststaand feit. Tegelijkertijd is die verscheidenheid aan keuzemogelijkheden ook een teken van de inspanningen van de mens van alle tijden om de waarheid te bereiken.
"De mens is op zoek naar God. (…) Zelfs nadat de mens de gelijkenis met God door zijn zonde heeft verloren, blijft de mens het evenbeeld van zijn Schepper. Hij behoudt het verlangen naar Hem die hem tot het bestaan roept. Alle godsdiensten getuigen van deze wezenlijke zoektocht van de mensen". (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 2566)
Er zijn allerlei oorzaken voor de verscheidenheid aan religies: de moeilijkheden van de mens om het goddelijke te begrijpen, het gemak waarmee het begrip van God of van goden wordt verbonden met de elementen van de wereld, om goden naar menselijke maat te maken; de invloed van de cultuur en de bijzondere eigenschappen van de volkeren in de verschillende religies; de opkomst van personages, profeten of stichters, die met hun sterke persoonlijkheid en prediking in staat zijn om een eigen religie te creëren.
Aangezien religie het antwoord is van de mens op de kennis die hij van God krijgt ─ kennis die op veel verschillende manieren wordt verworven ─ is het logisch dat er meerdere religies zijn, of met andere woorden veel manieren om deze relatie met het transcendente uit te drukken. Van de andere kant kan de mens wel of niet slagen in die zoektocht, en hij kan die realiteit ook negeren of ontkennen.
"Maar deze “innige en vitale verbondenheid met God” kan door de mens vergeten, miskend of zelfs nadrukkelijk afgewezen worden. De oorsprong van een dergelijke houding kan heel verschillend zijn: opstand tegen het kwaad in de wereld, godsdienstige onwetendheid of onverschilligheid, de zorgen van de wereld en de rijkdom, het slechte voorbeeld van de gelovigen, gedachtenstromingen die het geloof vijandig gezind zijn en tenslotte de houding van de zondige mens die zich uit angst voor God verbergt en vlucht voor zijn oproep." (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 29)
Overweging van de woorden van de heilige Jozefmaria
God "heeft vanaf het begin, toen Hij de mens maakte, die mens aan zijn eigen beslissingen onderworpen (Sir 15, 14). Het zou niet zo zijn, als hij geen vrije keus had. Wij zijn tegenover God verantwoordelijk voor alle dingen die we vrij doen. Op dit punt kan niemand in de anonimiteit wegduiken. De mens bevindt zich onder het oog van zijn Heer. Het ligt in zijn macht te besluiten als vriend of als vijand met Hem te leven. Zo begint de weg van de innerlijke strijd waaruit het hele leven bestaat, want zolang het verblijf op aarde duurt, zal niemand de volheid van zijn vrijheid bereiken. Ons christelijk geloof brengt ons ertoe een klimaat van vrijheid voor allen te waarborgen, in de eerste plaats door het uitbannen van alle soorten van bedrieglijke dwang bij het verkondigen van het geloof". (Vrienden van God, nr. 36)
Wat is de waarde van een godsdienst?
Het is dan ook logisch dat we ons afvragen wat de waarde is van elk van de verschillende religies, of ze allemaal waar zijn, of dat sommige onwaar zijn, of dat sommige meer waar zijn dan andere. Dit onderzoek leidt ons rechtstreeks naar de kwestie van de waarheid.
Vanuit een algemeen gezichtspunt bekeken kunnen we zeggen dat er geen verkeerde religies bestaan, omdat ze allemaal op een bepaalde manier een kern van waarheid bevatten, omdat ze een weg zijn die gericht is op het goddelijke en op de daaruit voortvloeiende volheid van het menselijk wezen. Ze bevatten allemaal elementen en kernen van waarheid, hoewel sommige in grotere mate dan andere.
"De Kerk erkent dat de andere godsdiensten nog “in afschaduwingen en beelden” God zoeken, die onbekend is maar toch zo nabij, omdat Hij aan allen levensadem en alles schenkt en omdat Hij wil dat alle mensen gered worden. Zo beschouwt de Kerk al wat men in de godsdiensten aan goeds en aan waarheid kan vinden “als een voorbereiding op het Evangelie en als een geschenk van Hem die iedere mens verlicht, opdat hij uiteindelijk het leven heeft”". (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 843)
Welke religie heeft dan de grootste waarde? Als we ervan uitgaan dat godsdienstigheid een uitdrukking is van het verlangen en de zoektocht van de mens naar het transcendente, dan zal de godsdienst waarmee de mens de waarheid op een meer volledige manier aanhangt van grotere waarde zijn.
Met andere woorden, het bepalende element is te vinden in het objectieve aspect, dat wil zeggen in de werkelijkheid waarop de mens zich richt en waarbij hij zich, bewogen door zijn religiositeit, aansluit; een werkelijkheid die hoger is dan hij en onafhankelijk is van hem en zijn beleving.
Daarom is er, ongeacht de overeenkomsten of verschillen tussen de verschillende godsdiensten of tussen de subjectieve beoordelingen van mensen, maar één realiteit die de echte waarde en het waarheidsgehalte van een godsdienst bepaalt: dat deze een reële relatie met het goddelijke Wezen tot stand kan brengen.
"De hoogste zingeving van de menselijke waardigheid is gelegen in de roeping van de mens tot gemeenschap met God. Reeds vanaf zijn oorsprong wordt de mens uitgenodigd tot een dialoog met God. Hij bestaat alleen omdat hij, door God uit liefde geschapen, steeds uit liefde in het leven wordt gehouden. En hij leeft niet volledig volgens de waarheid, als hij deze liefde niet vrijwillig erkent en zich aan zijn Schepper toevertrouwt." (Tweede Vaticaans Concilie, Gaudium et Spes, nr. 19)
Overweging van de woorden van de heilige Jozefmaria
‘Wat is die waarheid die ons hele leven lang begin- en eindpunt van de weg der vrijheid aangeeft? Ik zal het u met de vreugde en de zekerheid, die voortvloeien uit de verhouding tussen God en zijn schepsels, in het kort uiteenzetten. Wij zijn voortgekomen uit de handen van God, wij zijn door de Heilige Drie-eenheid uitverkozen, wij zijn de kinderen van die verheven Vader. Ik vraag mijn Heer, dat wij ons voornemen ons daar rekenschap van te geven en daar dag in dag uit verheugd over te zijn. Dan handelen we als vrije individuen. Vergeet het niet: wie niet weet dat hij of zij een kind van God is, kent zijn meest innerlijke waarheid niet en hij ontbeert het gezag en de beheerstheid in optreden van degene die God boven alles bemint.’ (Vrienden van God, nr. 26)
‘Wij hebben de plicht de persoonlijke vrijheid van iedereen te verdedigen in de wetenschap dat het “Christus is die deze vrijheid voor ons verkregen heeft” (vgl. Gal 5,1). Als wij niet zo optreden, met welk recht zouden wij dan een beroep mogen doen op onze eigen vrijheid? Ook de waarheid moeten wij verdedigen, want “veritas liberabit vos” (Joh 8,32), de waarheid bevrijdt, terwijl onwetendheid leidt tot slavernij.’ (Vrienden van God, nr. 171)
Is een openbaring door God noodzakelijk?
Zoals we hebben gezien, heeft God vanaf het begin de mensheid op geen enkel moment van de geschiedenis zonder het getuigenis van zichzelf gelaten (Hand. 14,15; vgl. Rom. 1,18-23), maar maakt Hij zichzelf door middel van de geschapen dingen aan de mens bekend. Het verlangen naar eeuwigheid, het streven naar oneindigheid, het toewenden tot God in de hoop op een toekomstige bestemming, zijn echo's van het beeld van God dat in de mens aanwezig is. Dat beeld of die stempel van God, door de zonde beschadigd maar niet vernietigd, is nog steeds aanwezig en is door God aan de mensen nagelaten om zich tot Hem te wenden.
"In de historische omstandigheden waarin hij leeft, ondervindt de mens echter tal van moeilijkheden om God alleen maar met het licht van zijn verstand te kennen. (…) Nu ondervindt het menselijk verstand bij het verwerven van de kennis van deze waarheden moeilijkheden zowel vanwege de invloed van de zintuigen en de verbeelding als vanwege de slechte begeerten, die een gevolg zijn van de erfzonde. En zo beelden de mensen zich bij dit alles gemakkelijk in dat de dingen die ze liever niet als waar zouden zien, ook inderdaad niet waar of minstens twijfelachtig zijn." (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 37)
Daarom ‘heeft de mens er behoefte aan verlicht te worden door de openbaring van God’, opdat alle waarheden over God ‘door allen gemakkelijk, met vaste zekerheid en zonder enige vermenging met dwalingen kunnen worden gekend’. (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 38)
Overweging van de woorden van de heilige Jozefmaria
‘De heilige Geest voert de werken van God in de wereld uit. Hij is – zoals de hymne ons zegt – de gever van de genaden, het licht van de harten, de gast van de ziel, de rust in de arbeid, de troost in het verdriet. Zonder zijn bijstand is er niets onschuldigs en waardevols in de mens, want Hij is degene die schoon wast wat vuil is, geneest wat ziek is, verwarmt wat koud is, recht maakt wat krom is en de mensen naar de haven van de redding en van de eeuwige zaligheid leidt.’ (Christus komt langs, nr. 130)
‘De Kerk is Christus die onder ons aanwezig is, God die naar de mensheid komt om haar te redden, die ons door zijn openbaring roept, met zijn genade heiligt, en ons in de kleine en grote strijd van het leven van alledag met zijn voortdurende hulp ondersteunt.’ (Christus komt langs, nr. 131)
Is het christendom de ware godsdienst?
Veel godsdiensten spreken over een openbaring, zoals het hindoeïsme of de islam, maar het is belangrijk om het verschil te beseffen tussen deze openbaringen en de christelijke Openbaring, omdat de christelijke Openbaring tot een hoger niveau behoort en dus de natuurlijke godsdienstigheid van de mens naar een in ontologisch opzicht ander niveau tilt. [noot van de vertaler: dit bóvennatuurlijk niveau overstijgt de natuur van de mens]
De openbaring van God houdt in dat God ons over zichzelf vertelt, en is tegelijk ook een verheffing, een zuivering, een genezing van de menselijke natuur. We kunnen zeggen dat God door zichzelf te openbaren ook ons transformeert, ons zuivert, ons in staat stelt om de waarheden die Hij ons voorhoudt op een adequate manier te ontvangen en te kennen.
De christelijke openbaring verheft ons tot de bovennatuurlijke orde. Dit verschil betreft zowel het chronologische heilsplan als de geopenbaarde inhoud. Eerst leert de christen God kennen als zijn Schepper, en door de volheid van Christus' openbaring ook als Vader, omdat God ons deelgenoot maakt van zijn goddelijke natuur.
"Het heeft God in zijn goedheid en wijsheid behaagd zichzelf te openbaren en zijn “geheim raadsbesluit” (Ef. 1,9) te doen kennen, waardoor de mensen door Christus, het vleesgeworden Woord, in de Heilige Geest toegang hebben tot de Vader en deelgenoten worden gemaakt van de goddelijke natuur." (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 51)
Daarom overstijgt het christendom de andere godsdiensten om verschillende redenen: omdat het geboren is uit de historische openbaring door God zelf, omdat God in Jezus Christus, die ware God en ware mens is, zijn eigen wezen aan de mensheid openbaart, en omdat Hij ons door middel van de Sacramenten de genade schenkt die ons in staat stelt de vereniging met de ware God te bereiken.
De christelijke openbaring is er echter niet op uit om de andere godsdiensten te bestrijden, omdat zij deze respecteert en het positieve erin bevordert, de geestelijke en morele of sociaal-culturele waarden die zij erin aantreft (vgl. de Verklaring van het Concilie Nostra Aetate van 28 oktober 1965, nr. 2).
In het christendom wordt "het goddelijk heilsplan van de openbaring verwezenlijkt (…) door een bijzondere “goddelijke pedagogie”: God deelt zich geleidelijk aan de mens mee. Hij bereidt hem stapsgewijs voor op het ontvangen van de bovennatuurlijke openbaring die Hij van zichzelf geeft, en die in de Persoon en de zending van het vleesgeworden Woord, Jezus christus, haar hoogtepunt zal hebben." (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 53)
We kunnen daarom stellen dat het verlangen naar God, het begin van het zoekproces dat in iedere mens leeft, in zekere zin al een gave van God is, en dat de vereniging met God, het einde van dit proces, ook mogelijk wordt gemaakt door de goddelijke actie die onze gevallen natuur verheft en geneest. Op elk moment begeleidt en bemoedigt God de mens op zijn weg naar de volheid.
De Openbaring beantwoordt aan het verlangen van de mens en transformeert en zuivert de menselijke zoektocht naar God. Daarom kan men vanuit het christendom, dat de openbaring is van het mysterie van Christus, het gedeeltelijke en fragmentarische karakter zien van de waarheid die aanwezig is in de (andere) godsdiensten, evenals hun tekortkomingen. Dit is de reden waarom de Kerk het Evangelie van Jezus Christus aan iedere mens moet blijven verkondigen.
Overweging van de woorden van de heilige Jozefmaria
"Verlangen naar zielen: wij hebben het vurige verlangen medeverlossers te zijn met Christus, alle zielen met Hem te redden, omdat wij ipse Christus zijn, willen zijn, en Hij gaf Zichzelf als losprijs voor allen, dedit redemptionem semetipsum pro omnibus (I Tim 2, 6). Verenigd met Christus en met zijn gezegende Moeder, die ook onze Moeder is, Refugium peccatorum; in trouw verbonden met de Plaatsbekleder van Christus op aarde ─ met de geliefde Christus op aarde ─ , de Paus, spannen wij ons in om alle mensen de middelen van verlossing te brengen die de Kerk heeft, door dat schietgebedje waar te maken, dat ik sinds de dag van de heilige Engelbewaarders in 1928 heb herhaald: omnes cum Petro ad Iesum per Mariam!" (Brief 9 januari 1932, nr. 82).