Inhoud
1. Wat betekent het om een heilige te zijn?
3. Hoe kan iemand heilig zijn?
4. Wie zijn de heiligen van de Kerk?
1. Wat betekent het om een heilige te zijn?
Heilig zijn is synoniem met gezegend, vreugdevol, gelukkig zijn. Heiligheid is de gave van God die alle menselijke aspiraties vervult; het is de volheid van het christelijk leven dat erin bestaat verenigd te zijn met Christus, te leren om met de genade van de heilige Geest te leven als kinderen van God in de volmaaktheid van de naastenliefde.
"Heiligheid, de volheid van het christelijke leven bestaat erin verenigd te zijn met Christus, zijn mysteries te doorleven, ons zijn voorbeeld, zijn gedachten, zijn gedrag eigen te maken. Heiligheid wordt afgemeten aan de omvang die Christus in ons bereikt, aan de mate waarin wij, met de kracht van de heilige Geest, ons hele leven naar het zijne omvormen. Het is zijn als Jezus, zoals Paulus bevestigt: ‘Wie Hij van tevoren heeft uitgekozen, heeft Hij ook van tevoren bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon’” (Rom 8,29) (Benedictus XVI, algemene audiëntie, 13 april 2011).
Mediteren met de heilige Jozefmaria
Heiligheid betekent niets anders dan eenheid met God. Hoe meer intimiteit met God, des te heiliger. (De liefde tot de Kerk, nr. 5)
Wat heb je veel nieuwe dingen ontdekt! – Toch ben je soms naïef en denk je dat je alles al gezien hebt, dat je al overal van op de hoogte bent – Maar even later raken je handen de unieke en onpeilbare rijkdom van de schatten van de Heer, die jou altijd weer – nieuwe dingen – zal laten zien als je met liefde en fijngevoeligheid reageert: en dan begrijp je dat je nog maar aan het begin staat van de weg, want heiligheid bestaat in vereenzelviging met God, met die God van ons die oneindig en onuitputtelijk is. (De Voor, nr. 655)
Struikelen is niet erg als we in de pijn van de val de energie vinden die ons weer overeind helpt en ons met hernieuwde moed verder laat gaan, nederig, met heilige halsstarrigheid. (Vrienden van God, nr. 131).
2. Wie kan een heilige zijn?
Heiligheid is een universele roeping, wat betekent dat zij zich tot alle mensen richt. God zelf heeft ons gezegd: "Wees heilig, want ik ben heilig." (1 Pet 1,16) en zijn Zoon herinnerde ons eraan: "Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is." (Mt 5,48).
“Het is dus voor iedereen duidelijk, dat alle gelovigen van iedere staat of stand geroepen zijn tot de volheid van het christelijk leven en tot de volmaaktheid van de liefde en door deze heiligheid wordt ook de burgerlijke maatschappij meer menselijk in haar manier van leven.” (Lumen Gentium, nr. 40). "Christengelovigen zijn zij die, door het doopsel in Christus ingelijfd, tot volk van God zijn gemaakt, en [...], geroepen worden de zending uit te voeren die God aan de Kerk ter vervulling in de wereld toevertrouwd heeft" (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 871).
Paus Franciscus legt uit: "Wij zijn allen geroepen heilig te zijn door in liefde te leven en ieder in de bezigheden van iedere dag, daar waar hij zich bevindt, een eigen getuigenis af te leggen. Ben je een Godgewijde religieus of religieuze? Wees dan heilig door met vreugde je gave te beleven. Ben je gehuwd? Wees dan heilig door lief te hebben en te zorgen voor je echtgenoot of echtgenote, zoals Christus met de Kerk heeft gedaan. Ben je arbeider? Wees dan heilig door op een eerlijke en bekwame wijze je werk te verrichten ten dienste van je broeders en je zusters. Ben je ouder of oma of opa? Wees dan heilig door de kinderen geduldig te leren Jezus te volgen. Heb je gezag? Wees dan heilig door te strijden ten gunste van het algemeen welzijn en af te zien van je persoonlijk belangen." (Gaudete et Exultate nr. 14).
We kunnen ons afvragen of degenen die niet gedoopt zijn, heiligen kunnen zijn. Zoals wij weten, houdt God van al zijn schepselen en zijn barmhartigheid reikt tot allen. Als iemand die de gave van het doopsel niet heeft kunnen ontvangen, rechtschapen leeft, volgens de orde van het geweten en de naastenliefde, kan hij door Gods rechtvaardigheid en barmhartigheid volledige vereniging met de liefde van God bereiken. "Omdat Christus voor allen gestorven is en omdat de mens slechts één uiteindelijke roeping heeft, namelijk een goddelijke, moeten wij eraan vasthouden dat de heilige Geest allen in staat stelt om op een wijze die God kent, aan het paasmysterie deel te hebben." (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1260). Tegelijkertijd moeten wij beseffen dat wij in de Kerk de gewone en noodzakelijke middelen vinden voor verlossing, voor heiligheid, voor het bereiken van de hemel.
Mediteren met de heilige Jozefmaria
Heiligheid is voor iedereen, niet alleen voor een paar bevoorrechten: het bestaat niet uit het volbrengen van buitengewone prestaties, maar uit het met liefde vervullen van de kleine plichten van elke dag. "Wil je werkelijk heilig worden? – Vervul je kleine plicht van elk moment! Doe wat je moet, en geef je helemaal aan wat je doet.” (De Weg, nr. 815)
De ‘grote’ heiligheid bestaat in het vervullen van de ‘kleine plichten’ van ieder ogenblik. (De Weg, nr. 817)
Kijk eens hoeveel mannen en vrouwen er op de wereld zijn... Onder hen is er niet één die niet door de Meester wordt geroepen. Hij roept op tot een christelijk leven, een heilig leven, een uitverkoren leven, een eeuwig leven. (De Smidse, nr. 13).
U denkt misschien, dat ik alleen maar over een uitgelezen gezelschap spreek. Laat u zich toch niet zo gemakkelijk door lafheid of gemakzucht van de wijs brengen. Laat iedereen daarentegen de goddelijke drang voelen om een andere Christus te zijn: ipse Christus, Christus zelf. Kortom, de drang om ons gedrag aan te passen aan de normen van het geloof. Want de heiligheid waarnaar wij moeten streven, is geen tweederangs heiligheid. Die bestaat trouwens niet. En de belangrijkste eis die aan ons gesteld wordt en die helemaal in overeenstemming is met onze natuur, is te beminnen: ‘de liefde is de band der volmaaktheid’ (Kol 3,14); naastenliefde die we moeten beoefenen volgens de expliciete geboden die de Heer Zelf heeft gesteld: ‘Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, met geheel uw ziel en met geheel uw verstand’ (Mt 22,37), zonder iets voor onszelf te houden. Daarin bestaat heiligheid. (Vrienden van God, nr. 6)
3. Hoe kan iemand heilig zijn?
Om heilig te zijn is het nodig om vrijwillig en nederig Gods genade te aanvaarden, waarbij we ons inspannen om ons door Hem te laten omvormen. Het gaat er niet om alles goed te doen, volmaakt te zijn of bepaalde doelen of idealen te bereiken, maar om ernaar te streven elke dag meer en meer verenigd met God te leven. Op die manier zullen al onze activiteiten, onze gedachten en onze verlangens gericht zijn op de liefde die Jezus ons heeft geleerd: "Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand ... heb uw naaste lief als uzelf." (Mt 22,37-39)
Dit gebod is een samenvatting van de christelijke heiligheid, en de gewone middelen om die te bereiken zijn te vinden in de Kerk, waarin de volheid van de heilsmiddelen is neergelegd. Het is in haar dat wij door de genade van God heiligheid verwerven (zie Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 824), die ons wordt geschonken door het Woord en de sacramenten.
"Iedere gelovige moet graag het woord Gods aanhoren en met behulp van Gods genade zijn wil volbrengen, dikwijls de Sacramenten ontvangen, vooral de Eucharistie, en de heilige handelingen meevieren, zich met volharding toeleggen op het gebed, de zelfverloochening, op actief hulpbetoon aan zijn broeders en op de beoefening van alle deugden. De liefde immers, die de band der volmaaktheid en de vervulling van de wet is, geeft aan alle middelen tot heiliging de juiste richting, de juiste vorm en de voltooiing." (Lumen Gentium, nr. 42).
Met andere woorden, God leidt ons naar de heiligheid. Om Zijn wil, Zijn weg te volgen is de hulp van de genade nodig, want de mens kan het niet alleen. De genade wordt verkregen door de Sacramenten– Doopsel, Eucharistie, Vormsel, Biecht – om het eerste gebod van de liefde na te leven. Het leven van een christen die heiligheid wil bereiken zal de naastenliefde, de oprechte liefde tot God en anderen, als kompas hebben. Deze liefde, deze naastenliefde, krijgt gestalte in het gebed (de omgang met God) en in het beleven van de deugden (het streven de naaste te dienen in plaats van zichzelf).
"Derhalve is de liefde tot God en tot de naaste het kenmerk van de ware leerling van Christus." (Lumen Gentium, nr. 42).
Mediteren met de heilige Jozefmaria
Het doel dat ik u voor ogen stel, of nauwkeuriger gezegd, dat God iedereen voorhoudt, is geen luchtspiegeling of onbereikbaar ideaal. Ik zou u het relaas van heel wat concrete voorbeelden kunnen doen van doodgewone vrouwen en mannen zoals u en ik die een ontmoeting hadden met Jezus die quasi in occulto, onopvallend voorbijgaat, blijkbaar langs de allergewoonste kruispunten, en die besloten hebben Hem te volgen, waarbij ze met liefde het Kruis van elke dag omhelsden. (Vrienden van God, nr. 4)
Moed houden! Jíj... speelt het best klaar. – Zie eens, wat de genade van God gemaakt heeft van die slaperige en laffe Petrus die Hem verloochend had..., en van Paulus, die haatdragende en fanatieke vervolger. (De Weg, nr. 483)
4. Wie zijn de heiligen van de Kerk?
Een heilige in de Kerk is een getuige van de liefde van God in de wereld en heeft daarom een omvormend effect op de samenleving.
"Door sommige gelovigen heilig te verklaren, dat wil zeggen door plechtig af te kondigen dat deze gelovigen op heldhaftige wijze de deugden hebben beoefend en geleefd hebben in trouw aan Gods genade, erkent de Kerk de kracht van de Geest van heiligheid die in haar is, en door hen als voorbeelden en voorsprekers te geven aan de gelovigen ondersteunt zij hun hoop. De mannelijke en vrouwelijke heiligen zijn altijd bron en oorsprong van vernieuwing geweest op de moeilijkste ogenblikken in de geschiedenis van de Kerk." (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 828).
Door de eeuwen heen heeft de Kerk een aantal mannen en vrouwen ter navolging, verering en aanroeping van de gelovigen aangeboden, die uitblonken door de pracht van hun naastenliefde en de andere evangelische deugden.
Mediteren met de heilige Jozefmaria
De heiligen waren geen abnormale wezens of interessante gevallen voor psychiaters.
Zij waren en zijn normaal; van vlees en bloed, zoals jij. – En zij hebben gezegevierd.” (De Weg, nr. 133)
Want de Heer wil ons zoals we zijn, Hij wil dat we aan zijn leven deelnemen en strijden om heilig te worden. Heiligheid! Hoe vaak is dat woord niet meer dan een lege klank! Voor velen klinkt het als een onbereikbaar ideaal, een ascetisch cliché, maar niet als een concreet doel, als een levende werkelijkheid. De eerste christenen dachten daar anders over. Zij noemden elkaar heel vaak en in alle natuurlijkheid ‘heiligen’: Alle heiligen groeten u. Groet alle heiligen in Christus Jezus. (Christus komt langs, nr. 96)
Je stond verbaasd, toen je zag dat ik geen bezwaar had tegen het ontbreken van ‘eenvormigheid’ in het apostolaat, waarin je werkzaam bent. Ik zei je: eenheid en verscheidenheid. – Jullie moeten zo verschillend zijn als de heiligen in de hemel, die allen hun eigen, zeer persoonlijke trekken hebben. – En tegelijkertijd moeten jullie evenzeer op elkaar gelijken als de heiligen, die niet heilig zouden zijn als zij zich niet helemaal gelijkvormig hadden gemaakt aan Christus. (De Weg, nr. 947).