Verpleegkundige in Congo strijdt voor het leven

Candelas Varela Vázquez, een verpleegkundige uit Vigo (Spanje), leeft en werkt sinds twintig jaar in de Democratische Republiek Congo, een land dat paus Franciscus heel gevaarlijk voor katholieken heeft genoemd, en waar het geweld van de dictatuur samengaat met de honger, de ellende en met een malaria die slachtoffers maakt onder de zwakkeren.

“We staan op de Grote Markt van Lima, een plek in een kleine stad in de wereld. Maar de wereld is veel groter, vol steden en dorpen, vol problemen en oorlogen. Vandaag krijg ik zorgwekkende berichten uit de Democratische Republiek Congo.” Deze woorden sprak paus Franciscus tijdens zijn recente bezoek aan Peru. Hiermee verbaasde hij opnieuw zijn toehoorders door zijn aandacht vanuit het andere uiterste van de planeet te richten op een land in Afrika dat vanaf zijn geboorte door alle mogelijke soort rampen bijzonder wordt gestraft, de Democratische Republiek Congo.

Na lange jaren van burgeroorlog is de dictatuur daar gestruikeld over de Katholieke Kerk, een onverwachte tegenstander, nadat eerdere vijanden overwonnen waren. In de voorste linie van de steeds talrijker protestbewegingen tegen president Kabila bevinden zich priesters die van de dictator eisen dat hij verkiezingen uitschrijft en zich consequent aan zijn belofte van twee jaar geleden houdt. Conclusie? Katholiek-zijn is echt een risico geworden, hoewel Candelas Varela denkt dat zij voor het moment en als ze voorzichtig is geen enkel ernstig gevaar loopt: “Er zijn momenten van spanning, van onveiligheid, van kogels en traangas”, zegt ze, “maar ik probeer buiten het tumult te blijven, want als blanke zou ik teveel de aandacht trekken en ze zouden me het land uit kunnen zetten.” Ze bevestigt echter dat “het waar is dat er veel katholieke priesters opgepakt en mishandeld zijn en verscheidene kerken in brand gestoken… Tijdens een betoging hebben ze een vriend van mij, de parochiepriester en andere jongens uit de parochie opgepakt en na hen mishandeld te hebben, werden ze op de televisie als een bende rovers aangeduid die de rozenkrans als wapen hadden gebruikt… De regering manipuleert de media veel.”

Leiding geven aan verpleegkundigen van het Centre Hospitalier Monkole in Kinshasa
“Het gaat niet om ‘politiek’, maar om sociale rechtvaardigheid, om waardigheid, om respect voor de fundamentele mensenrechten.”

Candelas Varela Vázquez is iets meer dan twintig jaar geleden uit Vigo naar Congo gekomen. Tegenwoordig geeft ze leiding aan de verpleegkundigen van het Centre Hospitalier Monkole in Kinshasa, waar ze honderd verpleegkundigen onder haar supervisie heeft. Deze zorgen voor vijf gezondheidscentra en een ziekenhuis met 110 bedden. Ze is dankbaar dat de paus aandacht heeft voor wat zij nu als haar andere vaderland beschouwt en ze licht de rol van de Kerk bij de betogingen tegen het regime toe: “Men moet weten dat de betogingen waar men het over heeft erin bestaan dat in alle parochies van Congo na afloop van de Mis van 7 uur de priester, bekleed met de paramenten, met de misdienaars aan het hoofd van de stoet loopt en het kruis draagt. Hij wordt gevolgd door de leken die de rozenkrans bidden. Als de politie bevel geeft te stoppen, gaat iedereen knielen en verder met bidden. Omdat niemand zich op dat moment beweegt, gooien ze traangas en wanneer ze onbeweeglijk blijven begint de politie ze te verspreiden. Ik besef,” zo vertelt ze verder, “dat veel mensen zich erover verbazen dat de Kerk zich in de politiek mengt, maar in dit geval gaat het niet om ‘politiek’, maar om sociale rechtvaardigheid, om waardigheid, om respect voor de fundamentele mensenrechten en als, volgens mij, in dit land de Katholieke Kerk het niet doet, kan niemand anders het doen.”

De Democratische Republiek Congo is een land waarvoor het eind van de tunnel waarin het vóór zijn eigen onafhankelijkheid binnen is gegaan, nog niet in zicht is. En Joseph Kabila, die in 2001 is gekozen en sinds 2011, na de oppositie verpletterd te hebben, zijn tweede regeringstermijn met harde hand uitoefent, heeft het land niet kunnen redden.

Maar de politiek is niet het thema waar Candelas Varela het liefst over praat. Ze doet dat liever over haar werk en de dringende behoefte aan gezondheidszorg in die uithoek van het donkere werelddeel: “De openbare gezondheidszorg,” aldus Candelas, “is sinds ik hier ben gekomen nauwelijks verbeterd, hoewel er op privégebied wel steeds meer medicijnen van betere kwaliteit komen, maar die zijn voor de gemiddelde Congolees heel duur.

Ons ziekenhuis geeft al 25 jaar gratis drinkwater aan alle mensen in de wijk

In ons ziekenhuis Monkole, een privé-ziekenhuis dat nauw samenwerkt met overheidsinstellingen op het gebied van de gezondheidszorg, proberen we de twee dingen met elkaar te verenigen: medicijnen van goede kwaliteit, die toch betaalbaar zijn. Maar de staatsziekenhuizen hebben nog steeds geen water, geen medicijnen en zelfs geen minimum aan hygiëne. En omdat er geen ziektekostenverzekering bestaat, moet iedereen betalen voor wat er voor hem gedaan wordt en voor wie geen geld heeft wordt er niets gedaan. En hier zijn het er veel, heel veel, de meerderheid, die niets heeft!”

All-in bedrag voor moeders (Forfait Mama)
Een vrouw betaalt 45 euro voor de prenatale consulten, de bevalling of de keizersnede en het ziekenhuisverblijf, ... "wij zoeken de rest."

In Monkole zijn er sociale projecten opgezet zoals het ‘all-in bedrag voor moeders’, waar de vrouw 45 euro betaalt voor de prenatale consulten, de bevalling of de keizersnede en het ziekenhuisverblijf, en “wij zoeken de rest die aan ons ziekenhuis betaald zou moeten worden. We opereren ook kinderen die problemen met rachitis gehad hebben…, maar de situatie blijft heel kritiek omdat er moeilijk aan water is te komen en dat bemoeilijkt het dagelijks leven en is een bron van infectieziekten waar de kinderen het vatbaarst voor zijn. In ons ziekenhuis geven we sinds 25 jaar gratis drinkwater aan de hele bevolking van de wijk. Dankzij een Spaanse financiering verdelen wij 15.000 liter water per week; wat de regering niet doet, doen de NGO’s en de mensen van goede wil…”

Malaria

De ziekte die de meeste slachtoffers onder de Congolezen maakt is malaria: “Ja,” bevestigt de verpleegkundige uit Galicië, “malaria is de grootste doodsoorzaak in het ziekenhuis, vooral van kinderen, omdat er ernstige bloedarmoede door ontstaat en andere ernstige lever, nier- en hersenafwijkingen … De behandeling is niet duur en er zijn internationale organisaties die haar gratis uitvoeren, maar doordat de gebieden die het verst van de hoofdstad verwijderd zijn niet of moeilijk bereikt kunnen worden, is het in veel gevallen moeilijk om de arme bevolking daar die behandeling te geven. En anderen stellen uit onwetendheid de behandeling of het doktersbezoek lang uit, en als ze dan hier komen is het al te laat. De parasiet heeft al te veel schade aangericht en ze hebben geen geld om al die medische zorg te betalen waardoor ze spoedig overlijden.”

“Werken in Congo heeft mijn leven veranderd”

“Hier moet je op de een of andere manier een beetje ongevoelig worden, tenminste tegenover anderen, en dat is maar goed ook want anders zou je elke dag zitten te huilen… en dat is nergens goed voor.

Na 20 jaar in de Democratische Republiek Congo te hebben gewoond bekent Candelas Varela Vázquez dat zo veel lijden, zo vaak de dood in de ogen zien, haar misschien heeft veranderd, maar ze weigert de moed op te geven: “Hier moet je op de een of andere manier een beetje ongevoelig worden, tenminste tegenover anderen, en dat is maar goed ook want anders zou je elke dag zitten te huilen… en dat is nergens goed voor. Ik heb zo veel mensen zien sterven: pasgeborenen, kinderen, volwassenen…! Er worden dagelijks minstens vijf personen die bijna overleden zijn naar het ziekenhuis gebracht opdat wij ze reanimeren… Dat is hard, heel hard, maar tegelijkertijd moet je blijven strijden voor degenen die nog in leven zijn. En al zei ik je zojuist dat ik hard moet zijn, als ik íets zeker weet is het dat ik ook niet in het andere uiterste wil vervallen en me erbij neer ga leggen dat het altijd zo zal blijven. In deze zin hoop ik er nooit aan gewend te raken.”

“Er is zo veel te doen dat ik nog steeds denk dat ik net ben aangekomen”

De afgelopen maand maart was Candelas Varela in de gelegenheid om van een paar vakantiedagen in Spanje te genieten. En zo is ze weer opnieuw opgenomen in wat twintig jaar geleden haar dagelijks leven was.

Je zou kunnen denken dat het dan wel in haar hoofd opgekomen zou zijn om niet meer terug te gaan naar Congo en in Galicië te werken, maar nee hoor: “Ik heb me zo aangepast aan het leven in dit land, dat ik denk dat ik al niet meer in een ander land zou kunnen leven. Tijdens deze laatste dagen die ik in Spanje heb doorgebracht, heb ik gemerkt dat ik het leven nu met een ander ritme opvat. Het heeft niets meer te maken met het dagelijks leven in een Westers land. Alles lijkt me hier haastig te gaan, heel haastig…, voor mij té haastig. Zozeer, dat ik het een uitputtingsslag vind.” Een voorbeeld: “Voor mij lijkt het dat je om in Spanje koffie te bestellen het heel snel moet doen en allerlei vragen moet beantwoorden…, met koude, lauwe of warme melk, met veel of weinig cafeïne… Ze zullen wel denken dat ik een beetje gek ben, maar ik raak de kluts kwijt; het zijn te veel prikkels waar ik niet meer aan gewend ben.”

“Ik blijf, natuurlijk blijf ik! Ondanks al die jaren lijkt het me dat ik bijna net ben aangekomen en ik voel me ondanks alles hier nog heel nuttig.”

Voor Candelas “is het duidelijk dat leven in Congo moeilijk is. Dingen als een wandeling gaan maken, iets drinken met vrienden, naar de bioscoop of de schouwburg gaan zijn ondenkbaar, maar ik heb andere voordelen ontdekt, zoals de zon en de vreugde, de beminnelijkheid van de mensen, hun liefde voor het gezin, voor het leven, voor God. En dat alles geeft zin aan elke dag, naast je werk, want voor mij is verpleegkundige zijn het beste wat iemand in het leven kan gebeuren… Bovendien willen er nu steeds meer mensen een handje komen helpen. Ieder jaar ontvangen wij een behoorlijk grote groep artsen, verpleegsters en andere professionals. Nadat die hier twee weken of een maand hebben doorgebracht, erkennen ze dat ze als een ander mens teruggaan, onder de indruk, omdat ze geen idee hadden van wat ze gingen beleven. Dus als Afrika nu zo aantrekkelijk is, waarom zou ik dan weggaan? Ik blijf, natuurlijk blijf ik! Ondanks al die jaren lijkt het me dat ik bijna net ben aangekomen en ik voel me ondanks alles hier nog heel nuttig.”

Faro de Vigo, 9 mei 2018