Toetreding

Deel uitmaken van het Opus Dei houdt in dat men christelijke vorming ontvangt en zich inzet voor de evangelische opdracht van de Kerk.

Toetreding tot het Opus Dei veronderstelt een bovennatuurlijke roeping: een oproep van God om het hele leven in zijn dienst te stellen en de boodschap te verspreiden dat alle mensen heilig kunnen worden door hun werk en in hun gewone leven.

EEN 'SECULIERE' ROEPING

Iemand die van het Opus Dei wordt blijft een gewone burger en gewone katholiek. Hij blijft tot zijn bisdom behoren en kan naar eigen inzicht actief zijn in politieke, religieuze en culturele zaken. Men gaat de band met de prelatuur aan door een wederzijdse mondelinge verklaring. Men legt geen geloften (van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid) af.

De toetreding tot het Opus Dei betekent niet dat er een breuk komt met het leven dat men tot dan toe heeft geleid. Men blijft hetzelfde werk doen en zet zijn sociale leven voort. Men leeft niet afgezonderd van de wereld, maar in de wereld. De roeping tot het Opus Dei bestaat er juist in God te ontmoeten in het leven van elke dag –thuis, op straat, op het werk─ en anderen te laten zien hoe aantrekkelijk een leven met Onze Lieve Heer is.

Daarom moedigt het Opus Dei zijn gelovigen aan de heiligheid te zoeken –en anderen te helpen hetzelfde te doen– in de kleine dingen van iedere dag: in de dagelijkse bezigheden en tegenslagen en in de dagelijkse routine. Als gewone katholieken beleven de gelovigevan het Opus Dei hun roeping op een natuurlijke manier. Ze lopen er niet mee te koop, maar verbergen ook niet dat ze tot n de prelatuur behoren. Hun band met God moet allereerst blijken uit hun dagelijks werk en uit hun inzet om het christelijke geloof uit te dragen.

AFSPRAKEN TUSSEN DE PRELATUUR EN HAAR GELOVIGE

Men leeft niet afgezonderd van de wereld, maar juist in de wereld. Meer nog, roeping tot het Opus Dei bestaat erin God te ontmoeten in het leven van elke dag -thuis, op straat, op het werk- en anderen te laten zien hoe aantrekkelijk een leven met God is.

De gelovigen van het Opus Dei ontvangen een geestelijke, leerstellige en apostolische vorming die is afgestemd op hun persoonlijke omstandigheden en behoeften. De filosofische en theologische vorming volgt de richtlijnen van de katholieke Kerk

Wie deel uitmaakt van het Opus Dei volgt een geestelijk levensplan. Dat wil zeggen dat door de dag heen momenten worden gereserveerd voor het contact met God. Dit levensplan omvat gewoonlijk deelname aan de heilige Mis, communiceren, regelmatig biechten, het lezen van de bijbel en andere geestelijke lectuur, het bidden van de rozenkrans en een tijd van gebed.

Met vreugde, die voortvloeit uit de overgave aan God en de naasten, wil men het kruis van Christus opnemen dat zich op ieder moment van de dag kan aandienen. De gelovigen van het Opus Dei zijn zich bewust van de verantwoordelijkheid die alle christenen hebben om de boodschap van Christus uit te dragen onder de mensen in hun omgeving. Deze ‘apostolische verantwoordelijkheid’ is een wezenlijk bestanddeel van de roeping van de christen en dus ook van de roeping tot het Opus Dei.

Het Opus Dei spoort zijn gelovigen aan hun roeping in een geest van volledige vrijheid te beleven.

TOETREDING

Iemand die deel wil uitmaken van het Opus Dei wordt daartoe bewogen door een goddelijke roeping. Deze is een specifieke invulling van de algemene christelijke roeping die men bij het doopsel heeft gekregen. Daardoor streeft men naar heiligheid en werkt men mee aan de zending van de Kerk in de geest waarmee God de heilige Jozefmaria heeft bezield.

Wie bij het Opus Dei wil horen vraagt dat aan vanuit de overtuiging deze goddelijke roeping te hebben ontvangen en doet dat met instemming van het bevoegde gezag van de prelatuur. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend en men wordt na minimaal zes maanden toegelaten als zowel de aanvrager als de prelatuur daarmee instemmen (de admissie).

Na een periode van ten minste een jaar kan de aanvrager tijdelijk deel uitmaken van de prelatuur (incorporatie). Dit gebeurt door middel van een wederzijdse mondelinge verklaring. Jaarlijks moet de band met de prelatuur worden vernieuwd. Overeenkomstig het canoniek recht kan niemand deel uitmaken van het Opus Dei zolang hij niet meerderjarig is (18 jaar of ouder). Minimaal vijf jaar na het aangaan van de tijdelijke band met de prelatuur kan men definitief van het Opus Dei worden (dus op zijn vroegst als men 23 jaar is geworden).

De opname in het Opus Dei houdt voor de prelatuur de verplichting in om de betrokkene een intensieve vorming te geven in het katholieke geloof en in de geest van het Opus Dei, en in de pastorale zorg door priesters van de prelatuur te voorzien

Van zijn kant heeft de betrokkene de verplichting zich onder de jurisdictie van de prelaat te stellen en alles na te leven betreffende de doelstelling van de prelatuur en de normen die binnen de prelatuur gelden.

De band met de prelatuur eindigt wanneer de termijn van de verbintenis verloopt, of al eerder wanneer de betrokkene dat wenst, in overleg met het bevoegde gezag van de prelatuur. Met het verlaten van de prelatuur eindigen de wederzijdse rechten en plichten.