Opus Dei en economisch beheer: een gesprek

Een verslag van een gesprek. Giorgo Zennaro, econoom van de Regionale Commissie van de Prelatuur in Italië beantwoordt vragen over economisch beheer en Opus Dei.

Elk jaar publiceert Romana, het officiële bulletin van de Prelatuur van het Opus Dei, economische gegevens over de Prelatuur en over de verhouding tussen de Prelatuur en initiatieven die pastorale en spirituele bijstand van de Prelatuur ontvangen (zie de gegevens over 2022, 2021, 2020, 2019, en 2018 op de hyperlinkpagina's).

Leden van de Prelatuur zijn verantwoordelijk voor de structuur als civiele instellingen en het financiële beheer van de apostolische initiatieven. De Prelatuur is alleen betrokken als bron van inspiratie, om een bepaalde geest te versterken en te delen.

De conversatie is een uitwerking van ontmoetingen tussen Giorgio Zennaro, leden en vrienden van het Opus Dei in Italië. Hij is de econoom van de Regionale Commissie van de Prelatuur in Italië en zijn uitleg over het financieel beheer in Italië kan op analoge wijze worden toegepast op andere regio’s van de Prelatuur, hoewel specifieke details verschillen naargelang de wetgeving van elk land.

1. Wat is Opus Dei in het kort?

Ik antwoord met een beeld dat de stichter gebruikte: gewone christenen die hun geloof in de meest uiteenlopende levensomstandigheden willen beleven en ernaar streven Gods liefde overal te brengen.

2. Wat doet een econoom in het bestuur van het Opus Dei?

Een econoom of procurator maakt deel uit van de mannen- of vrouwenraad (respectievelijk) die de vicaris van het Opus Dei in elke regio in het bestuurswerk bijstaat. De functie omvat enig management, zoals toezicht houden op de rekeningen van de Prelatuur in de regio en ervoor zorgen dat er voldoende middelen zijn om de priesters en hen die fulltime in het bestuur werken te ondersteunen, maar het belangrijkste is het geven van vorming. Een econoom moet dicht bij de leden van het Werk staan en bij de mensen die apostolische initiatieven leiden.

Opus Dei zorgt voor de geestelijke vorming die wordt aangeboden door onderwijs-, opleiding- en liefdadigheidsinstellingen. Op enkele uitzonderingen na zijn deze entiteiten civiele, niet kerkelijke instellingen. Ze worden altijd opgezet en bestuurd in overeenstemming met de lokale wetgeving.

Het is de bedoeling dat de econoom de gelovigen van het Werk helpt om de christelijke deugden van onthechting en matigheid op persoonlijk niveau te beleven, ook in een consumptiemaatschappij. Hij zorgt er ook voor dat de apostolische initiatieven solidariteit in praktijk brengen, bijvoorbeeld door te zorgen voor mensen in nood en een goed voorbeeld geven (bijv. een eerlijke beloning en goede arbeidsomstandigheden).

3. Hoe?

Ten eerste door de mensen die deze initiatieven ontplooien (leden van het Werk, medewerkers en anderen) aan te moedigen geen middelen te verspillen en matigheid te bevorderen in alles wat ze doen. Ook door mensen die apostolische initiatieven financieel willen ondersteunen te laten weten waar die steun het meest nodig is.

Deze apostolische activiteiten dienen economisch zelfvoorzienend te zijn. De econoom adviseert over materiële zaken die de christelijke geest of het vormingswerk van het Opus Dei raken.

4. Waarom is het belangrijk dat apostolische initiatieven economisch zelfvoorzienend zijn?

Dit is een aspect van de geest van het Opus Dei en niet zozeer een economische kwestie. De stichter, de H. Jozefmaria, wilde dat elk apostolisch initiatief zichzelf zou bedruipen. Dit is in lijn met de seculiere geest en de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemers. Op economisch, bestuurlijk en organisatorisch gebied dient elk initiatief autonoom te zijn. Dit is ook beter voor de continuïteit op de lange termijn.

5. Dus is een econoom een fondsenwerver voor het Opus Dei?

De verantwoordelijkheid voor fondsenwerving ligt bij de mensen zelf die het initiatief leiden. Als econoom help ik nieuwe initiatieven en moedig ik bestaande initiatieven aan, maar dat is niet de hoofdmoot van mijn werk. Ik werk in wat je in het bedrijfsleven business development zou kunnen noemen.

Mijn belangrijkste taak is vorming geven: iedereen aanmoedigen om goed te werken, apostolische initiatieven helpen ontwikkelen en manieren van doen voorstellen om christelijke vrijgevigheid, soberheid en sociale verantwoordelijkheid in praktijk te brengen. Ik organiseer de logistiek van liefdadigheid, zou je kunnen zeggen.

6. Waar houden leden van het Opus Dei hun apostolische activiteiten?

De stichter van Opus Dei zei altijd dat het apostolaat van het Werk een “oeverloze zee” is en hij beschreef Opus Dei als een “ongeorganiseerde organisatie.” Leden van het Werk evangeliseren allereerst in hun persoonlijke omgeving: hun gezin, vrienden en collega's, door hen te helpen, te adviseren, met hen te bidden... Wat je zou kunnen beschouwen als een activiteit komt op de tweede plaats.

Leden voeren dus apostolische activiteiten uit op verschillende plaatsen, waaronder een privéwoning, het kantoor van een deelnemer, een parochie, gewoon buiten, of op een andere openbare ruimte.

Hun apostolaat is in wezen ongeorganiseerd. De eerste plaats waar de H. Jozefmaria vormingsactiviteiten voor jongeren organiseerde was een café.

7. Waar zijn de centra van het Opus Dei voor?

Centra stellen ons in staat om de vorming die het Werk biedt een beetje te coördineren. Het woord centrum verwijst eigenlijk naar de mensen die deelhebben aan vormingsactiviteiten en de instelling die deze vorming aanbiedt, meer dan naar het gebouw als zodanig. Maar met centra worden ook de huizen bedoeld waar sommige numerairs van de Prelatuur wonen en waar activiteiten plaatsvinden zoals geestelijke retraites, leerstellige en culturele lessen en geestelijke begeleiding.

8. Wie betaalt en beheert de centra?

Centra waar alleen numerairs wonen worden betaald door de mensen die er wonen en degenen die er komen voor activiteiten. Deze plaatsen hebben een duidelijke burgerlijke identiteit. Ze worden geleid als een familie, in termen van autonomie en verantwoordelijkheid. Je kunt ze Opus Dei centra noemen om te zeggen dat daar geestelijke en vormende activiteiten plaatsvinden, en niet zozeer om de eigendomsstructuur te duiden.

Centra met een breder formeel bereik worden op een iets andere manier beheerd. Studentenhuizen worden bijvoorbeeld gerund als elke andere studentenwoning, met betaling van kost en inwoning door de bewoners.

9. Je sprak over activiteiten die op persoonlijk niveau worden geleid en beheerd, maar er zijn ook enkele meer georganiseerde apostolische initiatieven met formele overeenkomsten om samen te werken met de Prelatuur. Hoe en waarom komen die tot stand?

Ze worden meestal gestart als antwoord op een bepaalde educatieve, culturele of sociale behoefte. Soms komt het idee van directeuren van het Werk en soms van leden die gevoelig zijn voor bepaalde sociale kwesties.

Het zijn altijd de mensen zelf die naar oplossingen zoeken door een nieuw initiatief te starten (inclusief het oprichten van een stichting of vereniging, het werfen van fondsen, het vervullen van bestuursfuncties, het aanvragen van vergunningen, enz.) en de Prelatuur vragen om steun bij de geestelijke- en vormingsdimensie van het project. De initiatiefnemers werken ook samen met andere mensen, ook niet-katholieken en niet-christenen, die dezelfde zorgen delen.

10. Kun je enkele voorbeelden geven van apostolische initiatieven in Italië?

Twee voorbeelden in Rome zijn de Campus Bio-Medico, een universiteit en polikliniek binnen onze nationale gezondheidsdienst, open voor iedereen, bedoeld om persoonsgerichte wetenschap te bevorderen, en Centro Elis, een school die al meer dan 50 jaar jonge mensen voorbereidt op het beroepsleven. En er zijn studentenhuizen in het hele land die studenten vorming bieden als aanvulling op hun opleiding.

Wereldwijd zijn er verschillende initiatieven: centra voor educatie, opleidingen, ziekenhuizen... Veel sociale initiatieven zijn te vinden in Afrika, Latijns-Amerika en gemarginaliseerde gebieden van economisch stabiele landen. De verscheidenheid aan initiatieven weerspiegelt de apostolische geest die kenmerkend is voor gelovigen die de behoeften van de samenleving als hun eigen behoeften beschouwen.

11. Waarom worden deze initiatieven ‘gemeenschappelijke’ of ‘collectieve’ werken genoemd? Wat is de relatie met de Prelatuur?

Het zijn particuliere initiatieven zonder winstoogmerk op het gebied van educatie of charitas en bezield met een christelijke geest. Ze worden ‘gemeenschappelijk’ genoemd omdat ze gedragen worden door leken van de Prelatuur, samen met andere mensen die in het project willen participeren. Ze worden geleid door burgers die zich bekommeren om de noden van anderen, altijd in overeenstemming met de lokale wetgeving.

De mensen die deze activiteiten dragen worden geïnspireerd door de boodschap van de H. Jozefmaria en vragen de Prelatuur om zorg te dragen voor de christelijke focus en de geestelijke vorming die daarin wordt aangeboden. In sommige gevallen is er een convenant of een MoU (memorandum of understanding) tussen het initiatief en de Prelatuur. Daarin staat hoe deze christelijke focus vorm krijgt.

12. Worden ze dan niet door de Prelatuur bestuurd?

Nee, ze zijn ook geen eigendom van Opus Dei. De apostolische initiatieven worden bestuurd door personen die benoemd zijn door de bestuursorganen van de instelling zelf. Ze kunnen lid zijn van de Prelatuur of niet.

Dit is geheel in lijn met de boodschap van het Tweede Vaticaans Concilie, dat sprak over "apostolische ondernemingen die door de vrije keuze van de leken tot stand komen en door hun verstandig oordeel worden geregeld", en bevestigde dat "de zending van de Kerk onder bepaalde omstandigheden beter kan worden vervuld door dit soort ondernemingen" (Apostolicam actuositatem, no. 24).

De initiatieven hadden ook op een andere manier georganiseerd kunnen worden, maar in de opzet van de stichter stond het eigen initiatief en de verantwoordelijkheid van de leken centraal. De H. Jozefmaria zei ook dat Opus Dei ernaar streeft om zo weinig mogelijk materiële middelen te bezitten, om te benadrukken dat de doelen van het Werk uitsluitend van geestelijke aard zijn.

13. Opus Dei dringt erop aan de instelling zelf te scheiden van het managen van de initiatieven van sommige van haar leden, maar het Werk was in het verleden rechtstreeks betrokken bij bepaalde initiatieven.

Alle instellingen ontwikkelen zich in de loop van de tijd. In de loop der jaren heeft onze stichter de rol van alle betrokkenen bij het apostolische werk gaandeweg verduidelijkt.

In het begin moedigde de H. Jozefmaria zelf sommige leden van het Werk aan om verschillende initiatieven te beginnen. Hij stimuleerde ook de oprichting van wat toen ‘hulpverenigingen’ werden genoemd, als een manier om leken te betrekken bij initiatieven die konden bijdragen aan de evangelisatie van de maatschappij. Later begreep hij dat ware seculiere geest leken in staat stelt om zelf de volledige verantwoordelijkheid te nemen voor deze initiatieven. Hij besloot daarom die hulpverenigingen af te schaffen. Het boek De geschiedenis van Opus Dei verhaalt over dit hele proces. Dit is een nieuwe weg in de Kerk die langzamerhand werkelijkheid wordt.

14. Dus wie is de eigenaar van de locaties waar apostolische activiteiten plaatsvinden?

De organisatoren van elk apostolisch project hebben verschillende opties wat betreft eigendom van de locaties, omdat elke staat een ander rechtssysteem heeft en er meestal meerdere opties zijn.

Over het algemeen zijn de stichtingen en verenigingen die een activiteit ontwikkelen de eigenaar. Ze kunnen ook eigendom zijn van naamloze vennootschappen of coöperaties, als de organisatoren dat het beste achten.

Wanneer de locaties eigendom zijn van nv’s of bv’s, kopen aandeelhouders aandelen met het idee om deel te nemen aan een sociale investering en niet om te speculeren of om winst te maken. Dit staat over het algemeen in de statuten van de instelling. Dit betekent niet dat de instellingen bedoeld zijn om verlies te maken, maar eerder dat eventuele winsten in de regel herinvesteerd worden in het sociale project met het oog op de continuïteit.

Apostolische activiteiten worden soms ook uitgevoerd in gehuurde panden, zoals de Pauselijke Universiteit van het Heilige Kruis in Rome.

15. Sommige mensen zien dit als oneerlijk, als een manier om de bezittingen van het Opus Dei te verdoezelen, terwijl het een economische grootmacht zou kunnen zijn.

De aanpak van de Prelatuur is een beetje revolutionair, als ik het zo mag uitdrukken. Misschien daarom wordt het niet meteen begrepen. Opus Dei zou, net als andere instellingen van de Kerk, eigenaar en beheerder kunnen zijn van de goederen die worden gebruikt voor zijn apostolische activiteiten. De Prelatuur doet dat liever niet.

Ik vind dit gemakkelijk te begrijpen uitgaande van de Statuten van het Opus Dei. Daar staat dat de bestuurders van de apostolische initiatieven verantwoordelijk zijn voor het gebruik van de middelen die het initiatief gebruikt. De Prelatuur is volgens haar Statuten gewoonlijk niet de eigenaar van deze middelen (zie nr. 122). Opus Dei wil deze middelen niet hebben of beheren, ook al had dat wel gekund.

Dit is een van de nieuwe manieren van doen die het Opus Dei wil bevorderen. Het wil de persoonlijke verantwoordelijkheid van de leken centraal stellen. Geïnspireerd door hun geloof zetten zij zich in voor sociale, educatieve of andere initiatieven zonder dat ze een officieel keurmerk van de Kerk nodig hebben. Ze doen dat met hun eigen vaardigheden en op eigen risico. Dit is in lijn met de passage van Vaticanum II die ik eerder aanhaalde.

16. Toch zien sommigen de stichtingen die zijn opgericht om apostolische initiatieven of vormingsactiviteiten te ondersteunen als dekmantels die bedoeld zijn om de vermeende fondsen van het Werk te verbergen.

Elk apostolisch initiatief zoekt naar de beste manier om de eigen continuïteit veilig te stellen, net als veel andere instellingen, of ze nu verbonden zijn met de Katholieke Kerk of niet. Talloze universiteiten worden bijvoorbeeld gesteund door stichtingen en verenigingen die hen in staat stellen om donaties te ontvangen. Zo ook de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis. De universiteit ontvangt steun van verschillende stichtingen die het onderhoud van de universiteit en, in bredere zin, de vorming van priesters mogelijk maken. Dat is bijvoorbeeld het geval met de CARF Foundation (Spanje), de Santa Croce Foundation (Canada), of de Priesterausbildungshilfe e.V. (Duitsland).

Elders hebben leden van het Opus Dei stichtingen opgericht om mensen in staat te stellen bij te dragen aan het onderhoud van apostolische initiatieven waarin de Prelatuur geestelijke vorming aanbiedt. Twee voorbeelden zijn de Woodlawn Foundation (Verenigde Staten) en de Netherhall Educational Association (Engeland). De stichtingen hebben duidelijke en transparante missieverklaringen.

Er zijn ook stichtingen opgericht door leden van het Werk en anderen om projecten te steunen die gerelateerd zijn aan het algemeen welzijn. Sommige van deze projecten zijn gerelateerd aan Opus Dei, andere niet. Denk bijvoorbeeld aan de stichtingen die Luis Valls-Taberner in Spanje heeft opgezet.

Er zijn nog voorbeelden in Italië, waaronder de Biomedical University Foundation, die door Joaquín Navarro Valls is opgezet om universiteiten en medische centra zoals de Campus Bio-Medico in Rome te ondersteunen. Dit betreft de nalatenschap van iemand die iets blijvends wilde achterlaten om zijn idealen te helpen realiseren.

Wie een doofpot wil zien, zal die ook zien in de gevallen die ik net heb beschreven. Feit is dat dit initiatieven zijn van vrije individuen, beheerd door hun eigen bestuur, en onderworpen aan dezelfde wettelijke normen als vergelijkbare initiatieven in het betreffende land.

Om het anders te zeggen, als de eigenaars of de bestuurders van een van deze instellingen niet langer wil samenwerken met het Opus Dei, dan kan dat. Opus Dei bezit noch beheert de goederen en zou daar geen aanspraak op kunnen maken.

Zoals ik al eerder zei, zijn er andere legitieme manieren om apostolische initiatieven in te richten, maar Opus Dei heeft ervoor gekozen om geen goederen te vergaren omdat dit beter beantwoordt aan zijn charisma. Het Werk wil dat de apostolische initiatieven burgerlijke instellingen zijn die door burgers worden gedragen. Zij zijn daarvoor verantwoordelijk, zonder de kerkelijke structuur erbij te betrekken. Het Werk wil ook alleen de goederen bezitten die strikt noodzakelijk zijn.

Misschien kost het tijd om deze manier van doen uit te leggen, maar wij denken dat dit de moeite waard is. En overigens neemt dit niet weg dat de relatie tussen de instelling en het Opus Dei soms beter uitgelegd kan worden.

17. Je zegt dat Opus Dei los staat van de stichtingen zelf, maar soms zitten er mensen in institutionele posities binnen Opus Dei in de bestuursorganen van de stichtingen.

Wanneer dit gebeurt, is de deelname van de persoon aan de stichting niet te danken aan zijn of haar institutionele positie in het Werk, maar aan het feit dat hij of zij de idealen en maatschappelijke zorgen van de stichting deelt.

Een directeur in Opus Dei die lid is van een bestuur is natuurlijk onderworpen aan dezelfde eisen en vereisten als andere bestuursleden en rapporteert aan het bestuursorgaan van de stichting, niet aan de Prelaat of aan een andere autoriteit in het Werk.

18. Wie neemt economische en materiële beslissingen over educatieve of sociale initiatieven? Wie houdt toezicht op hun activiteiten?

Beslissingen binnen de reikwijdte van elk initiatief (bijv. strategie, financiën) worden genomen door de besturen van die instellingen. De rol van Opus Dei is die van een medestander of trustee, die waakt voor de christelijke inspiratie van het initiatief en die geestelijke en leerstellige ondersteuning biedt. Dit betekent onder andere dat de Prelatuur geen juridische middelen zoekt om het bestuur en/of managers te beïnvloeden buiten haar inspirerende rol, die is vastgelegd in convenanten met de instelling.

De relatie tussen de Prelatuur en de managers van elk initiatief is gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Dit is terug te zien in het informele contact over zaken die te maken hebben met de missie van de instelling, de christelijke identiteit en de continuïteit.

De mensen die deze activiteiten leiden, zitten op die posities omdat ze daartoe geëquipeerd zijn en omdat zij, geïnspireerd door de geest van Opus Dei, zich voor het algemeen belang willen inzetten. Als de bestuurders van Opus Dei beslissingen over investeringen of uitgaven zouden dicteren, zouden ze niet handelen in de geest van de stichter, die de nadruk legde op de persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid van de leken.

De praktijk op dit gebied heeft zich ontwikkeld. In de begindagen waren directeuren van Opus Dei misschien meer direct betrokken bij managementbeslissingen omdat er minder mensen waren die de initiatieven konden dragen. Mogelijk is deze situatie soms door een zekere inertie voortgezet, maar we proberen hier zeer alert op te zijn om de verschillende rollen en verantwoordelijkheden te scheiden.

19. Word jij niet geraadpleegd voordat een instelling iets doet?

Nee. Ik geef een voorbeeld uit eerste hand. Ik kwam via de kranten te weten dat de Campus Bio-Medico een HUGO-robot (een geavanceerd apparaat voor chirurgische ingrepen) had aangeschaft. Het is een aanzienlijke investering, die in de strategie past die het bestuur van de Campus Bio-Medico heeft uitgezet. Daar hebben de bestuurders van de Prelatuur niets mee te maken. Ik ben nooit geconsulteerd over de investering. Natuurlijk vindt er overleg plaats tussen de Campus Bio-Medico en de directeuren van het Opus Dei over zaken die de christelijke vorming en de identiteit van de instelling raken. We hebben een schriftelijke convenant waarin is vastgelegd wat de respectievelijke rollen zijn en hoe die dialoog dient te worden gevoerd.

20. Kunnen we dan zeggen dat de mensen die de initiatieven besturen onafhankelijk zijn?

Ja. Dat is wat bedoeld wordt met maatschappelijke initiatieven van lekengelovigen. Volgens de geest van het Opus Dei valt de commerciële of professionele activiteit van de leden (of die nu taxichauffeurs of ondernemers zijn) buiten de bevoegdheid van de directeuren van het Werk.

21. Wat betekent het voor Opus Dei om zorg te dragen voor de christelijke oriëntatie en vorming van deze initiatieven?

Het betekent dat de Prelatuur van het Opus Dei erop toeziet dat deze initiatieven in hun activiteiten een echte christelijke geest nastreven.

22. Hoe?

Door te zorgen voor een degelijke christelijke vorming, priesters voor pastorale taken beschikbaar te stellen en de mensen die er werken aan te moedigen om te handelen in overeenstemming met de waarden van het Evangelie, ook op het gebied van sociale rechtvaardigheid.

In de praktijk vragen de mensen die de initiatieven leiden vaak advies en begeleiding aan de directeuren van het Opus Dei omdat ze het charisma van het Werk willen behouden, aangezien ze geïnspireerd zijn door de boodschap van de H. Jozefmaria. En ze overleggen uiteraard om geestelijke activiteiten zoals retraites en kringen te coördineren.

23. Wie ondersteunt financieel deze apostolische initiatieven?

De primaire inkomstenbron zijn de eigen activiteiten, zoals dat geldt voor vergelijkbare instellingen. Denk aan deelnemersbijdragen. Soms worden er fondsen door donateurs opgezet om de lopende activiteiten te bekostigen of om grote investeringen van de instelling te ondersteunen.

24. Vertelt de Prelatuur aan haar gelovigen welke initiatieven of activiteiten ze kunnen steunen?

De Prelatuur moedigt haar leden, medewerkers en andere mensen die vormingsactiviteiten bijwonen aan om deze apostolische activiteiten te ondersteunen. Elke donateur is persoonlijk verantwoordelijk en beslist wat hij of zij doet.

25. Ik begrijp dat apostolische initiatieven onafhankelijk worden gefinancierd, maar heeft de Prelatuur zelf een budget?

De Prelatuur heeft inderdaad een eigen budget. Het grootste deel van de uitgaven heeft te maken met het onderhoud van de hoofdzetel van de Prelatuur en van de mensen die fulltime in het bestuur werken. In Italië werd hier in 2023 ongeveer 890.000 euro aan uitgegeven. Een ander deel van de begroting heeft betrekking op geestelijken: in Italië zijn er 70 priesters in de Prelatuur geïncardineerd, van wie de meesten worden ondersteund door de numeraire gelovigen met wie deze priesters in verschillende centra leven. Een deel van hun steun blijft echter de verantwoordelijkheid van de Prelatuur van het Opus Dei (een uitgave van ongeveer 285.000 euro in Italië in 2023). De totale uitgaven in 2023 bedroegen 1.210.000 euro.

26. Dat is een relatief laag bedrag gelet op het aantal apostolische initiatieven van Opus Dei in Italië.

Dat kan zo zijn, maar bedenk dat elk initiatief zelfstandig is en dat ze hun eigen budget hebben. Een geconsolideerde balans zou de praktische en de juridische realiteit weerspreken, omdat elk initiatief over de eigen middelen gaat.

27. Door wie wordt de Prelatuur financieel ondersteund?

Elk lid van het Werk voorziet in het eigen onderhoud door middel van zijn of haar werk, pensioen, etc. De uitgaven van de instelling worden gedekt door bijdragen van leden en vrienden. Deze mensen kiezen ervoor om de instelling waar ze christelijke vorming ontvangen te steunen, net zoals ze hun parochie of andere katholieke initiatieven of andere instellingen steunen.

Iedereen helpt op de wijze waarop hij of zij kan en wil. Ongeveer 75% van de leden van Opus Dei zijn surnumerair, de meesten zijn getrouwd, en de kern van hun christelijk leven is de heiliging van hun gezinstaken. Nadat ze in hun eigen onderhoud en in dat van hun familie hebben voorzien dragen ze bij wat ze wensen bij te dragen. Dat kan zijn financiële steun aan apostolische initiatieven of aan de Prelatuur. Er is geen vaste bijdrage. De steun hangt af van ieders persoonlijke omstandigheden en vrijheid. Het is een kwestie van persoonlijke vrijgevigheid en onderscheiding.

28. Geven numerairs en geassocieerden echt alles wat ze verdienen aan het Werk?

De meeste numerairs wonen in centra. Geassocieerden wonen bij hun familie of waar dat het beste past bij hun persoonlijke omstandigheden. Maar ze zien Opus Dei allemaal als hun familie. Ze leven van hun beroep, pensioen etc. en schenken wat ze kunnen nadat ze hebben voorzien in hun levensonderhoud en dat van de personen voor wie zij misschien moeten zorgen. Zij verbinden zich ertoe de rest te besteden aan sociale, educatieve en apostolische activiteiten die door de Prelatuur worden gepromoot, of, indien nodig, aan de Prelatuur zelf om de kosten te dekken die ik eerder noemde.

29. Moeten ze een testament maken ten gunste van het Opus Dei?

Numerairs en geassocieerden wordt gevraagd om een testament op te maken voordat zij definitief lid worden van het Opus Dei. Daarbij worden zij eraan herinnerd dat zij volledig vrij zijn in de keus van hun erfgenaam. Zij kunnen ook elk moment hun testament herroepen.

Uitgaande van deze vrijheid, denk ik dat het logisch is dat iemand die ervoor kiest God te volgen in een instelling van de Kerk het eigen vermogen geheel of gedeeltelijk nalaat aan initiatieven die door die instelling worden geïnspireerd.

Mijn ervaring is dat dit alles in alle vrijheid gebeurt.

30. Wat gebeurt er als een lid geen bijdrage kan leveren?

Helemaal niets. Veel mensen in Opus Dei hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Sommigen geven de vrucht van kleine offers, zoals het afzien van een kop koffie of van het nemen van de bus. Het bedrag lijkt klein, maar het is van grote geestelijke waarde, net als het offer van de weduwe die Jezus in het Evangelie prijst.

31. Zijn de mensen in Opus Dei rijk?

Sommige mensen in Opus Dei zouden als rijk beschouwd kunnen worden en anderen als arm. Bijna de hele samenleving is binnen het Werk vertegenwoordigd, maar de meerderheid van de gelovigen van Opus Dei behoort tot de middenklasse. En in deze tijden van crisis zijn er niet weinig die werk zoeken.

32. Hoe komt het dat als mensen centra van Opus Dei binnenlopen, ze soms mooie huizen aantreffen? Is dat armoede?

De boodschap van het Opus Dei moedigt ons aan om te zorgen voor de kleine dingen, ook materiële dingen, als een uiting van liefde voor God en voor de naaste. De gebouwen waar centra en apostolische activiteiten worden gehuisvest moeten dit uitstralen, elk in hun eigen context, een universiteit kent nu eenmaal andere standaarden dan een basisschool. Maar ze moeten niet luxueus zijn.

De armoede heeft in de eerste plaats betrekking op het persoonlijke leven van een ieder. Dingen onderhouden zodat ze lang meegaan is ook een vorm van matigheid.

Ik kan dit toelichten met een voorval uit het leven van de stichter. Eens kwamen de vorige eigenaren van wat nu de hoofdzetel van de Prelatuur is op bezoek. Ze zagen een mooie vloer en zeiden: "Wat een prachtige vloer! Hebben jullie ze nieuw gelegd?" Het was dezelfde vloer, maar gepolijst.

33. Nog een laatste vraag: waarom denk je dat mensen zo vaak zeggen dat Opus Dei rijk is?

Misschien omdat ze niet uit de eerste hand weten wat de Prelatuur is en doet. De perceptie kan voortkomen uit het gelijkstellen van de persoonlijke rijkdom van enkele leden van Opus Dei met de organisatie. Of ze zien een groot gebouw en realiseren zich niet dat het gerealiseerd is met een lening waarvoor de initiatiefnemers misschien borg hebben gestaan.

Alles wat Opus Dei ondersteunt is open en gericht op dienen, onderwijzen en evangeliseren. Het is cruciaal om het Werk te zien zoals het is: een instelling van de Kerk, die de Kerk dient.