Mis ter ere van de heilige Josemaría in de kathedraal van Brussel

Zaterdag 9 oktober vond de traditionele mis plaats die ieder jaar opgedragen wordt ter ere van de heilige Josemaría.

In 2020 was er geen viering omwille van de pandemie. Dit jaar werd ze om dezelfde reden uitgesteld van eind juni tot begin oktober, periode gekozen ter herinnering aan de heiligverklaring van de stichter van het Opus Dei op 6 oktober 2002.

De apostolische nuntius bij de Europese Unie, Mgr. Aldo Giordano, zou de concelebratie voorgaan, maar moest om gezondheidsredenen afhaken. Dus verving Eerwaarde Heer Etienne Montero, regionaal vicaris van de prelatuur van het Opus Dei hem. Eerwaarde Heer Benoît Lobet, pastoor-deken van de kathedraal en deken van Brussel Centrum was een van de concelebranten.

Tweehonderd personen namen deel aan de ceremonie: dat was het maximum aantal toegelaten omwille van de coronamaatregelen. Onder hen zagen we veel families met jonge kinderen.

Eerwaarde Heer Montero bouwde zijn homilie op rond het evangelie van de wonderbare visvangst. Deze gebeurtenis was voor de leerlingen, vooral voor de heilige Petrus, de gelegenheid om met vrees en verbijstering de grootheid en de heiligheid van God te ontdekken. Deze God die ook ons uitnodigt om heiligen te zijn. Johannes Paulus II herinnerde eraan toen hij sprak over de stichter van het Opus Dei: “‛De heilige Josemaría werd door God gekozen om de universele oproep tot heiligheid in het gewone leven aan te kondigen’. In de homilie van de heiligverklaringsmis van onze stichter voegde hij toe: ‛De wereld optillen naar God en hem van binnenuit veranderen: ziedaar het ideaal dat de heilige stichter jullie toont (…). Hij blijft jullie herinneren aan de noodzaak jullie niet te laten intimideren door een materialistische cultuur, die dreigt de meest authentieke identiteit van de leerlingen van Christus te vernietigen. (…) Verspreidt door zijn sporen te volgen in de maatschappij (…) het bewustzijn dat wij allen geroepen zijn tot heiligheid. (…) span jullie zelf in de eerste plaats in om heilig te zijn.’”

De regionaal vicaris vervolgde met erop te wijzen “dat het moeilijk is de Heer te volgen als men op de oever blijft, als een passieve toeschouwer, die commentaar levert op de gebeurtenissen, oordeelt, kritiseert… maar zich niet echt engageert. (…) De moeilijkheden en de obstakels moeten ons niet klein krijgen, maar integendeel, onze edelmoedigheid en onze zin voor initiatief aansporen. Het is het uur van geloof, een werkzaam geloof, zoals dat van Petrus: “wij hebben heel de nacht gezwoegd zonder iets te vangen, maar op uw woord zal ik de netten uitwerpen”. Laten we de Heer vragen ons verlangen naar heiligheid aan te wakkeren en ons geloof te vermeerderen zodat de moed om zijn getuigen te zijn in de schoot van onze families, in ons professioneel en sociaal midden en bij onze vrienden ons niet zou ontbreken. Wij vertrouwen deze intentie toe aan de heilige Josemaría en aan Onze-Lieve-Vrouw.”