Monseigneur, u sprak onlangs over een hernieuwde broederschap tussen christenen in Estland. Kunt u ons vertellen wat dit gevoel vandaag de dag aanwakkert?
Mgr. Jourdan: Sinds enkele maanden ervaart de katholieke kerk in Estland een sterk gevoel van christelijke broederschap met onze broeders van andere denominaties. Dit is vooral duidelijk sinds paus Franciscus op 26 september het Apostolisch Bestuur van Estland tot bisdom Tallinn heeft verheven. Dit gebaar is niet alleen een administratieve gebeurtenis: het markeert de erkenning van de katholieke aanwezigheid in Estland na eeuwen van afwezigheid. De andere christelijke denominaties verwelkomden deze beslissing met oprechte vreugde en zagen het als een teken van gemeenschap. Ook al lijkt de oecumenische dialoog traag, het valt niet te ontkennen dat christenen momenteel een echte broederschap ervaren die eeuwenlang niet zo zichtbaar is geweest.
Er lijkt nog een lange weg te gaan om christenen dichter bij elkaar te brengen. Wat ziet u als de belangrijkste stappen?
Mgr. Jourdan: Het is waar dat de weg naar zichtbare christelijke eenheid lang is en dat de theologische dialoog soms traag lijkt. Maar het is essentieel om te onthouden dat eenheid alleen kan voortkomen uit authentieke broederschap. Vandaag wordt deze broederschap beetje bij beetje opgebouwd door concrete gebaren en gedeelde momenten. Tijdens de internationale Taizé-ontmoeting in Tallinn was het bijvoorbeeld een belangrijk moment om aartsbisschop Ulrich van Parijs de mis te zien opdragen in de belangrijkste lutherse kerk van Estland. Deze stappen, hoewel ogenschijnlijk bescheiden, getuigen van een weg die al is afgelegd.

U verwijst vaak naar de geschiedenis om de huidige uitdagingen te verklaren. Welke lessen trekt u daaruit voor de eenheid van de christenen?
Mgr. Jourdan: De geschiedenis zit vol met lessen. Bijvoorbeeld, het principe van “cuius regio, eius religio” ("wiens gebied, diens gebed", de geautoriseerde religie is de religie die door de koning wordt beleden, noot van de redacteur), dat in de 16de eeuw werd opgelegd om een broze vrede te bewaren, verdeelde de christenen in gebieden en vorsten. Die dagen zijn voorbij. Vandaag herontdekken we een broederschap die verdween door deze verdeeldheid. Op dezelfde manier bracht het Sovjet-regime, hoewel het alle vormen van religie vijandig gezind was, de christenen in Estland paradoxaal genoeg dichter bij elkaar. Tegenover de onderdrukking leerden we samen te werken en zo ontstond de Estse Raad van Kerken, die nog steeds een levend voorbeeld is van interkerkelijke samenwerking.
U noemde de jeugd. Welke rol spelen jongeren in deze oecumenische dynamiek?
Mgr. Jourdan: Jongeren zijn een enorme drijvende kracht achter de oecumene. In Estland, waar slechts een minderheid katholieke ouders of grootouders heeft, maakt het samenleven met andere religies, en zelfs met mensen zonder religie, deel uit van hun dagelijks leven. Deze realiteit moedigt hen aan om hun katholieke geloof te verdiepen en tegelijkertijd een praktische en natuurlijke oecumene te leven. Ze laten zien dat eenheid geen uniformiteit betekent, maar begrip en wederzijds respect. Het is dankzij deze diepe kennis van hun geloof en hun openheid dat ze getuigen van de universaliteit van het evangelie.
Wat zou u zeggen tegen degenen die ongeduldig zijn over de langzame vooruitgang van de oecumene?
Mgr. Jourdan: Geduld is essentieel. Zoals een boom die te langzaam groeit om met het blote oog gezien te worden, zo volgt de oecumene het ritme van God, niet dat van de mensen. We moeten zonder haast voorwaarts gaan en gevaren vermijden zoals relativisme, onverschilligheid of een scepticisme dat ons nergens brengt. De vruchten zullen op hun eigen tijd komen. De heilige Johannes Paulus II riep ons op om tekenen van broederschap in de wereld te zijn, en ik geloof dat we stap voor stap bezig zijn aan deze oproep gehoor te geven.
Hoe ziet de Kerk in Estland de rol van paus Franciscus in deze oecumenische dynamiek?
Mgr. Jourdan: Paus Franciscus is een gids en een model. Tijdens zijn bezoek aan Estland benadrukte hij dat oecumene niet beperkt moet blijven tot relaties tussen christenen, maar ook harten moet openen voor hen die op zoek zijn naar God, soms zonder het te weten. Hij liet ons zien dat christelijke eenheid geen doel op zich is, maar een middel om de wereld beter te dienen en samen van het evangelie te getuigen.
Hoe helpt de geest van het werk of de boodschap van de heilige Jozefmaria u om eenheid te leven en te bevorderen?
Er is een uitdrukking die de heilige Jozefmaria na aan het hart ligt, die diepgeworteld is in de traditie van de Kerk en de geest van het Werk, en die mij altijd erg geholpen heeft in mijn werk sinds ik in 1996 in Estland aankwam. Ik koos het ook als mijn bisschoppelijk motto toen paus Johannes Paulus II mij in 2005 tot bisschop benoemde: omnes cum Petro ad Jesum per Mariam.
Estland is een van de weinige landen met zowel lutherse als orthodoxe tradities. Als Estlandse katholieken zijn we allemaal geroepen om naar Jezus - ad Jesum - te gaan met dezelfde overtuiging als onze lutherse broeders, door Maria - per Mariam - met dezelfde Mariavroomheid als onze orthodoxe broeders, in een verbondenheid met de opvolger van Petrus -cum Petro- die onze diepe katholieke identiteit tot uitdrukking brengt, zoals de heilige Jozefmaria ons altijd heeft herinnerd. Het lijkt mij dat dit motto heel goed de zoektocht weergeeft naar christelijke eenheid in een gemeenschappelijke reis naar Christus, in een land als Estland.
Heeft u nog een laatste woord tot besluit?
Mgr. Jourdan: Ja, laten we niet vergeten dat christelijke eenheid afhangt van broederschap. We hebben al een lange weg afgelegd van het wantrouwen uit het verleden. Laten we blijven zaaien, ook al zien we de vruchten nog niet. God werkt in stilte en in de tijd. Laten we blijven vertrouwen.