God honderd procent beminnen: alles of niets

Homilie van paus Franciscus tijdens de Heilige Mis voorafgaand aan de zeven heiligverklaringen, waaronder die van Paus Paulus VI, Giovanni Battista Montini en Mgr. Oscar Romero.

Jezus en de rijke jongeling (Heinrich Hofmann, 1889)

1. De tweede lezing zegt ons dat “het woord van God levend is en krachtig. Het is scherper dan een tweesnijdend zwaard”.[1] Zo is het werkelijk: Gods woord is niet alleen een geheel van waarheden of een opbouwend geestelijk verhaal, nee, het is een levend woord, dat het leven raakt, dat het omvormt. Daar spreekt Jezus in Persoon tot ons hart, Hij die het levende Woord van God is.

2. Vooral het Evangelie nodigt ons uit de Heer te ontmoeten, naar het voorbeeld van deze “man” die “kwam aanlopen” om Hem te ontmoeten.[2] Wij kunnen ons identificeren met deze man, van wie de tekst de naam niet vermeldt, bijna om te suggereren dat hij ieder van ons kan vertegenwoordigen. Hij vraagt Jezus “hoe hij het eeuwig leven kan verwerven”.[3] Hij vraagt het leven voor altijd, leven in volheid: wie van ons zou dat niet willen? Maar, laat ons opmerken, dat hij het vraagt als een erfenis om te hebben, een bezit om te krijgen, om met eigen kracht te veroveren. Om dat bezit te hebben, heeft hij namelijk in zijn jeugd de geboden onderhouden en om dit doel te bereiken is hij bereid nog er andere te onderhouden; daarom vraagt hij: “wat moet ik doen om het te verwerven?”

Jezus’ antwoord desoriënteert hem. Jezus kijkt hem liefdevol aan.[4] Jezus verandert van perspectief: voorschriften die onderhouden worden om beloningen te krijgen tegenover belangloze en totale liefde. Deze man sprak in termen van vraag en aanbod, Jezus stelt hem een liefdesgeschiedenis voor. Hij vraagt hem over te gaan van het onderhouden van wetten naar de gave van zichzelf, over te gaan van iets te doen voor zichzelf naar met de Heer te zijn. En Hij doet hem een “snijdend” levensvoorstel: “ga verkopen wat je bezit en geef het aan de armen … en kom dan terug om Mij te volgen” (Mc. 10, 21).

Ook tegen u zegt Jezus: “kom om Mij te volgen”. Kom: blijf niet ter plaatse, want het volstaat niet om geen kwaad te doen om Jezus toe te behoren. Volg Mij, ga Jezus niet achterna wanneer het u uitkomt, maar zoek Hem elke dag; stel u niet tevreden met het onderhouden van voorschriften, met het geven van een aalmoes en enkele gebeden te doen: vind in Hem de God die u altijd bemint, de zin van uw leven, de kracht om u te geven.

3. Jezus zegt ook: “ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen”. De Heer maakt geen theorieën rond armoede en rijkdom, maar Hij gaat direct naar het leven. Hij vraagt u los te laten wat uw hart bezwaart, u te ontdoen van bezit om plaats te maken voor Hem, het enige bezit. Men kan Jezus niet echt volgen wanneer men door zaken bezwaard is. Want als het hart overbelast is door bezit, zal er geen plaats zijn voor de Heer, die één zaak tussen de andere zal worden. Daarom is rijkdom gevaarlijk en Jezus zegt dat hij het heil zelfs bemoeilijkt. Niet omdat God streng is, nee! Het probleem ligt aan onze kant: het feit te veel te hebben, het feit te veel te willen, verstikt ons hart en maakt ons onbekwaam lief te hebben. Daarom herinnert de heilige Paulus eraan dat “geldzucht de wortel is van alle kwaad” (1 Tim. 6, 10). Wij zien het: daar waar geld in het centrum staat, is geen plaats voor God en ook niet voor de mens.

Jezus is radicaal. Hij geeft alles en vraagt alles: hij geeft een totale liefde en vraagt een onverdeeld hart. Ook vandaag geeft Hij zich aan ons als levend Brood; kunnen wij Hem in plaats daarvan dan kruimels geven? Aan Hem, die zich tot onze Dienaar gemaakt heeft tot op het kruis, kunnen wij niet alleen een antwoord geven door het onderhouden van enkele voorschriften. Aan Hem die ons het eeuwig leven geeft, kunnen wij niet alleen een beetje tijd geven. Jezus stelt zich niet tevreden met een “percent aan liefde”: wij kunnen Hem niet voor twintig, vijftig of zestig percent beminnen. Alles of niets!

4. Dierbare broeders en zusters, ons hart is als een magneet: het laat zich aantrekken door de liefde, maar het kan zich slechts aan één kant hechten en moet kiezen: ofwel zal het God beminnen ofwel de rijkdom van de wereld; ofwel zal het leven om te beminnen ofwel om voor zichzelf te leven.[5] 5 Stellen wij ons de vraag aan welke kant wij staan. Stellen wij ons de vraag waar wij staan in onze liefdesgeschiedenis met God. Zijn wij tevreden met enkele voorschriften of volgen wij Jezus zoals geliefden, echt bereid om iets voor Hem te laten? Jezus ondervraagt ieder van ons en als Kerk zijn wij allen onderweg: zijn wij een Kerk die slechts goede voorschriften verkondigt of een Kerk die Bruid is en zich overgeeft aan de liefde voor haar Heer? Volgen wij Hem echt of keren wij terug op de stappen van de wereld, zoals die man? Volstaat Jezus ons helemaal of zoeken wij zekerheid in de wereld?

Vragen wij de genade om ons uit liefde voor de Heer te kunnen onthechten: rijkdom, verlangen naar functie en macht, structuren die niet meer geschikt zijn voor de verkondiging van het Evangelie, lasten die de missie afremmen, banden met de wereld. Zonder een sprong vooruit in de liefde, lijden ons leven en onze Kerk onder “egocentrische zelfvoldoening”[6] 6: men zoekt vreugde in vluchtig plezier, men sluit zich op in steriel gebabbel, men nestelt zich in de eentonigheid van een christenleven zonder elan, waar een beetje narcisme de droefheid bedekt omdat men onafgewerkt is.

Heilige Paus Paulus VI

5. Zo was het voor deze man, die “ontdaan heenging” (Mc. 10, 22), zegt het Evangelie. Hij had zich gehecht aan voorschriften en groot bezit; hij had zijn hart niet gegeven. En alhoewel hij Jezus en Zijn liefdevolle blik ontmoet heeft, gaat hij droevig heen. Droefheid is het bewijs van een liefde die niet af is. Het teken van een lauw hart. Een hart dat onthecht is van bezit, dat de Heer vrij bemint, verspreidt daarentegen altijd vreugde, de vreugde die men vandaag nodig heeft. De heilige paus Paulus VI schreef: “In de kern van hun angsten hebben onze tijdgenoten er behoefte aan de vreugde te kennen, haar lied te horen.[7] 7 Vandaag nodigt Jezus ons uit terug te keren naar de bronnen van de vreugde, en dat zijn : de ontmoeting met Hem, de moedige keuze risico’s te nemen om Hem te volgen, iets loslaten om Zijn leven te leiden. De heiligen zijn deze weg gegaan.

Paulus VI heeft het gedaan, naar het voorbeeld van de apostel wiens naam hij genomen heeft. Zoals hij, heeft hij zijn leven gewijd aan het Evangelie van Christus, door nieuwe grenzen over te steken en zich tot Zijn getuige te maken in de verkondiging en de dialoog, als profeet van een open Kerk die kijkt naar degenen die veraf zijn en die zorg draagt voor de armen. Paulus VI heeft ook bij moeilijkheden en te midden van onbegrip, geestdriftig getuigd van de schoonheid en de vreugde om Jezus totaal te volgen. Vandaag roept hij ons, met het concilie waarvan hij de wijze stuurman was, nog op om onze gemeenschappelijke roeping te beleven: de universele roeping tot heiligheid. Geen halve maatregelen, maar heiligheid.

Mgr. Romero en de andere heiligverklaarden van vandaag

6. Het is mooi dat Mgr. Romero, zoals de andere heiligen van vandaag, de zekerheden van de wereld verlaten heeft, zelfs zijn eigen veiligheid, om zijn leven volgens het Evangelie te geven, aan de zijde van de armen en zijn volk, met een hart dat zich hechtte aan Jezus en zijn broeders. Wij kunnen hetzelfde zeggen van Francesco Spinelli, Vincenzo Romano, Maria-Katharina Kasper, Nazaria Ignazia de Santa Teresa de Jesus en Nunzio Sulprizio. Al deze heiligen hebben in verschillende contexten het woord in hun leven omgezet, zonder lauwheid, zonder berekening, met het verlangen te riskeren en los te laten. Moge de Heer ons helpen hun voorbeeld na te volgen!

Vertaling: RKDocumenten.nl


[1] Vgl. Hebr. 4, 12

[2] Vgl. Mc. 10, 17

[3] Vgl. Mc. 10, 17

[4] Vgl. Mc. 10, 12

[5] Vgl. Mc. 8, 35

[6] Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 95.

[7] Heilige paus Paulus VI, Apostolische Exhortatie, De vreugde in de Heer, Gaudete in Domino (9 mei 1975), 1.