Geloofsopvoeding in het gezin… Ja natuurlijk! Maar hoe doe je dat?

De stichting Soka organiseerde op zondag 7 mei een gezinsdag in conferentieoord Zonnewende over het thema opvoeden in het geloof. Een boeiend onderwerp, maar niet eenvoudig. Wanneer begin je ermee?

Bert en Gaby Buirma-Rieu, ouders van vijf kinderen tussen de 10 en 16 jaar, spraken over hun ervaring die zij in en buiten het gezin hebben opgedaan met de vorming in het geloof. De dag werd afgesloten met een boekenmarkt en een presentatie van catechesemateriaal. Intussen vermaakten de kinderen zich met diverse spelen en een boswandeling onder het motto ontdek de natuur

In de lezing kwamen drie pijlers naar voren die belangrijk zijn bij het opvoeden in het geloof:

- de vanzelfsprekendheid waarmee je met het geloof omgaat;

- gebed persoonlijk, met elkaar, voor elkaar;

- blijvende verdieping in het eigen geloof, voor ouders en kinderen.

Als belangrijk kenmerk in de opvoeding werd aangestipt de vanzelfsprekendheid waarmee ouders in het dagelijks leven God betrekken bij kleine en grote gebeurtenissen. De kinderen begrijpen van jongsaf aan dat God er is en op de eerste plaats komt. Op talloze manieren krijgt dit vorm in het leven van een gezin. Tijd maken voor gebed, naar de kerk gaan, deelnemen aan vormingsactiviteiten zijn facetten die nodig zijn om een relatie met God op te bouwen en te onderhouden.

Het echtpaar Buirma-Rieu zat vol voorbeelden hoe je dit, zowel alleen als in gezinsverband, kunt verwezenlijken. Het vroeger opstaan om aan het begin van de dag samen te bidden en alles in de handen van God te laten, het naar de kerk gaan (ook op vakantie, zonder veel van de taal te begrijpen), het inbrengen van gespreksstof tijdens de maaltijden: aanmoedigend om te horen, herkenbaar en wellicht haalbaar voor het publiek?

Korte leeftijdsgerichte aanbevelingen, opgedaan uit eigen ervaring en gepaard gaand met het goede voorbeeld van de ouders, kwamen in het tweede deel van de lezing naar voren. In de eerste levensjaren neemt een kind op een eenvoudige manier al deel aan het gebed. De leeftijdsfase van 3 – 5 jaar is de fase van het zaaien van het geloof, waarbij verbale en non-verbale taal gebruikt wordt.

Van 6 – 8 jaar worden kinderen voorbereid op de eerste heilige Communie. Kinderen leren begrijpen dat Jezus de essentie van de Mis is, je wilt Hem ontmoeten, het gaat er niet om dat je er zin in hebt of dat het leuk is, die gevoelens krijgen een plaats.

In de leeftijdsgroep van 8 – 12 jaar leren kinderen zelf te bidden. Ook bij het biechten weten ze heel goed waar het om gaat. Het is goed de kinderen te laten zien dat het Vormsel er absoluut bij hoort, dat het belangrijk is en dat het niet een kwestie is van het aan hun eigen oordeel over te laten.

Kinderen van 12 – 14 jaar kunnen geprikkeld worden tot het stellen van vragen over het geloof. Ze hebben gevoel voor het authentieke, ze verwachten dat je meent wat je zegt. Je mag ze daarin niet teleurstellen.

Voor kinderen van 15 en 16 is de peer-group belangrijk, zowel op school als binnen de kerk is het belangrijk dat zij goede contacten maken. Er zijn volop mogelijkheden… jongerenclubs, kampen, weekenden. Goede vriendschappen helpen de kinderen in hun zoektocht.

De organiserende stichting Soka (sociaal-culturele en kunstactiviteiten) biedt de gelegenheid zich op maatschappelijk en cultureel gebied te ontplooien. Soka organiseert activiteiten die het accent leggen op geestelijke verrijking en kennisoverdracht. Alle activiteiten worden zonder winstoogmerk georganiseerd. Meer informatie: www.soka.nl.