In 1957 schonk kardinaal Marcello Mimmi, aartsbisschop van Napels, de heilige Jozefmaria de relieken van de heilige, die bewaard werden in de sacristie van de basiliek Gesù Vecchio in Napels.
De relikwieën van de heilige Severinus werden halverwege de negentiende eeuw door paus Gregorius XVI geschonken aan de Napolitaanse kerk van de heiligen Mattheüs en Franciscus, vanwaar ze jaren later werden overgebracht naar de basiliek Gesù Vecchio.
In Napels is de devotie voor relikwieën een van de meest opvallende zaken die de aandacht trekt van degenen die er kerken bezoeken. De basiliek Gesu Vecchio, waar de relikwieën van de heilige Severinus werden bewaard, heeft een kapel met twee zijmuren die volledig bedekt zijn met reliekhouders, elk duidelijk geïdentificeerd voor de heilige wiens overblijfselen ze bevatten.
De kathedraal van de stad herbergt als een van haar grootste schatten de beroemde relikwie van het bloed van Sint Gennaro (de heilige Januarius), beschermheilige van Napels.
Een Romeinse soldaat in de eerste eeuwen van het christendom
Er is weinig bekend over het leven van de heilige Severinus. Volgens de overlevering was hij een Romeinse soldaat die in de tweede of derde eeuw martelaar werd onder keizer Diocletianus en zijn relikwieën werden bewaard in de Romeinse catacomben. De naam "Severinus" betekent streng, standvastig, en is mogelijk een postume titel ter nagedachtenis aan zijn martelaarschap.
Een samenvatting van de volledige geschiedenis van deze relikwieën, waarin nog steeds onduidelijkheden zitten, is te vinden in dit artikel van Juan Miguel Ferrer (Engelstalig).
Relikwieën van de heilige Severinus in Rome
Momenteel worden de relieken van de martelaar vereerd in een kapel gewijd aan Sint Jozef in Villa Tevere. In 1958 verleende de Heilige Stoel toestemming om de mis van Sint Severinus te vieren in de centra van Opus Dei op de eerste dag van de maand november, vrij van andere herdenkingen.
Op 25 maart 2013 heeft de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten 8 november (of de dichtstbijzijnde vrije dag) vastgesteld als datum voor de viering van de votiefmis ter ere van de heilige Severinus.
Zo is zijn gedachtenis verbonden met de zeer oude traditie van de martelaren van de Via Labicana, die eeuwenlang op die datum werd gevierd.
De heilige Jozefmaria wilde deze toelating van de Heilige Stoel om deze mis te vieren een gelegenheid zou zijn voor zijn kinderen om hun verbondenheid met het hart van het Werk te versterken, aangezien zijn relikwieën bewaard worden in Villa Tevere, de centrale zetel van het Opus Dei in Rome.
Daarom zijn de relieken van de heilige Severinus bedoeld als een symbool van verbondenheid met de Kerk en met alle centra van Opus Dei over de hele wereld. De relikwieën van de martelaren zijn nooit bloed dat oproept tot wraak, maar juist het tegenovergestelde. Ze zijn een oproep tot eenheid onder alle mannen en vrouwen in Christus, de Verlosser van de wereld.