Wie worden voor het congres opgeroepen?

Vragen en antwoorden over het motu proprio "Ad charisma tuendum" en over het buitengewoon algemeen congres in het Opus Dei.

Alle congresleden, mannen en vrouwen, die volgens de statuten benoemd zijn (nrs. 130, § 2 en 133, § 3), worden opgeroepen. Om congreslid te worden moet men minstens 32 jaar oud zijn en minstens 9 jaar definitief in de prelatuur zijn opgenomen. Zij worden door de prelaat benoemd uit de leden van de landen waar het Opus Dei zijn apostolaat uitoefent, met de raadgevende stem van de centrale bestuursorganen (voor de mannen de Algemene Raad en voor de vrouwen de Centrale Assessorie). Daarbij wordt rekening gehouden met de regio’s waar ze vandaan komen. Alle congresleden zijn numerair(e)s, en een grote meerderheid van hen heeft in de verschillende regio’s bestuurservaring opgedaan. Dit maakt het voor hen gemakkelijker om de apostolische uitdagingen van de plaatsen waar zij wonen en werken te begrijpen.

Ook andere leden van de prelatuur kunnen door de prelaat als deskundigen worden opgeroepen, maar zij hebben geen stemrecht (nr. 130, § 4).

Het aantal deelnemers aan het congres bedraagt 274, 126 vrouwen (46%) en 148 mannen (54%).

Zij komen uit de vijf werelddelen: Afrika (6,6%), Amerika (36%), Azië (6,2%), Europa (50%) en Oceanië (1,1%). Deze verhouding komt overeen met het totale aantal gelovigen van Opus Dei die in de respectieve continenten wonen.

Er zullen 90 priesters deelnemen, wat neerkomt op 32,8% van de deelnemers aan het congres. Bij verkiezingscongressen wordt de prelaat gekozen uit de priesters van het congres.

Wat de leeftijd betreft, is de jongste congresganger 35 jaar en de oudste 87 jaar.