Vier pioniers op de Gelukkige Eilanden

Vijftig jaar geleden kwamen de eerste vrouwen van het Opus Dei aan in Las Palmas op Gran Canaria. In deze bijdrage volgen de verhalen van vier van hen. Zij uiten hier hun dankbaarheid voor de vruchten die zij in de loop der jaren hebben ervaren.

The first women of Opus Dei arrived in Las Palmas of Gran Canaria in 1971.

Vijftig jaar geleden, toen het apostolisch werk van Opus Dei begon in Las Palmas op Gran Canaria, lagen de studentenprotesten van mei 1968 in Frankrijk nog vers in het geheugen en overal waren universiteiten een bijenkorf van protesten en affiches.

Enkele mannen, waaronder priesters van Opus Dei, waren de eersten die arriveerden, en zij maakten snel kennis met het land en de mensen. Zij vestigden zich, vonden werk, en begonnen vrienden te maken. Zij legden de boodschap van het Werk uit aan hen die wilden luisteren, en bereidden de weg voor een zo spoedig mogelijke komst van de eerste vrouwen van Opus Dei.

Sisi Perez-Sierra was de eerste numeraire die in 1971 definitief naar Gran Canaria verhuisde. Daarvoor kwam Esperanza Castañer er periodiek. Sisi herinnert zich dat er "al drie vrouwelijke surnumeraires woonden, omdat hun echtgenoten bij de marine waren en zij naar de eilanden waren uitgezonden. Zij waren de vrouwen die ons met veel genegenheid ontvingen, degenen die alles organiseerden, die alles vooruit hielpen, waardoor wij ons vanaf het begin thuis voelden".

Lolina is een van de eerste drie surnumerairs die hielpen het Opus Dei op de eilanden te starten.

Een kind meer

Lolina is 91 en heeft twee kinderen. Zij vroeg toelating tot Opus Dei voordat het Werk op Gran Canaria aankwam, bijna op hetzelfde moment dat haar man Cesar Llorens dat deed, die lid was van de generale staf van de marine. Hij had Opus Dei leren kennen via een commandant bij de marine.

Toen Sisi in 1971 op het vliegveld van Gran Canaria landde, was Lolina er om haar te verwelkomen en haar een mooi huis ter beschikking te stellen "met een gevulde koelkast", en ook om haar hulp aan te bieden, haar tijd, en wat er verder maar nodig was.

Ze gingen meteen op zoek naar een plaats voor spirituele retraites en vonden een hotel in Tafira dat De Broeders heette. "We vertelden de priester erover," herinnert Lolina zich. "Het was priester Antonio Fuentes, die heel hartelijk was, heel erg Canarisch al, maar hij werd heel boos. Hij zei dat hij niet was opgehouden uit te leggen dat het Werk geen religieuze orde was, dus hoe konden we een retraite houden op een plaats die De Broeders heette." Dus bood ze haar eigen huis aan, dat 15 jaar lang de ontmoetingsplaats werd voor bezinningsdagen en workshops.

Lolina heeft de helft van haar leven besteed aan zaaien... en naaien! Ze richtte een naaiatelier op dat nog steeds in bedrijf is. Ze naait nu een speciaal kazuifel als geschenk voor pater Alberto, de vroegere pastoor van de kerk van Todoque op het eiland La Palma. De kerk werd verwoest bij de vulkaanuitbarsting die het eiland in september 2021 met lava bedekte. Lolina zelf is als een kleine vulkaan. Alles wat zij is en heeft, heeft zij ter beschikking gesteld van het Werk. Zij was het bijvoorbeeld die de contacten legde die de bouw mogelijk maakten van Orobal, een centrum voor de vrouwen van het Werk dat nu al 35 jaar de plaats is van een vruchtbaar apostolaat. Vanaf het moment dat zij weduwe werd, woonde zij in het appartement recht boven het tabernakel van dit centrum.

Sisi in de vroege jaren 70 en heden.

Sisi denkt met dankbaarheid terug aan hun eerste stappen op de Canarische Eilanden: "Ik heb zeer aangename herinneringen aan mijn aankomst in Las Palmas op Gran Canaria. Ze ontvingen ons met een enorme genegenheid en ik voelde de gebeden van iedereen in het Werk. Het is onbetaalbaar. De Canariërs zijn geweldige en gastvrije mensen. Als je een goede indruk maakt, dan noemen ze je geen 'goda' [letterlijk: 'een goth' - een Spanjaard die naar de eilanden komt voor een vakantie]". Ze lacht. Ze herinnert zich die eerste universiteitsvrouwen, die gezinnen die de geest van Opus Dei ontdekten, de lezingen over de christelijke leer, de handwerkcursussen en de gitaarlessen, "die een zus van de zanger Juan Pardo, die toen heel populair was, placht te geven".

De jonge vrouwen bleven ijverig zaaien op de Fortuinlijke Eilanden. Ze begonnen reizen te maken naar Tenerife, het grootste eiland van de Canarische Eilanden. Na enkele jaren weggeweest te zijn, ging Sisi in 2002 terug naar Gran Canaria: "Ik kwam weer veel van de eerste vrouwen tegen. Veel van de eerste medewerksters waren nu surnumeraires. Het was een voorrecht om uit de eerste hand te zien hoe de vruchten waren gerijpt. Wat een grote vreugde om terug te kunnen keren naar deze Fortuinlijke Eilanden!"

Het gouden jubileum van Carmen

Sisi herinnert zich nog goed dat in het eerste jaar van het "officiële" bestaan van Opus Dei op Gran Canaria twee numeraires om toelating tot het Werk vroegen: Carmen Espino en Marisa Medina. "Na vele jaren uit elkaar te zijn geweest, was het een grote vreugde om weer bij die twee te zijn." Carmen leerde het Werk kennen via een vriendin die had gestudeerd aan de Universiteit van Navarra, al in 1970. Ze woonde de eerste retraite bij die in Las Palmas van Gran Canaria werd georganiseerd in april 1971, "en ik werd een numeraire. Heel gelukkig. Zeer tevreden. Gedurende deze jaren, met goede en slechte momenten, zoals in ieders leven, ben ik zoveel goede dingen blijven ontdekken."

Meer dan 50 jaar zijn voorbij gegaan, maar Carmen zal nooit vergeten wat haar voor het eerst naar Opus Dei trok: "de grote liefde voor onze Lieve Vrouw."

Carmen was vele jaren lerares op een openbare school. Elke Kerstmis moedigde ze haar leerlingen aan om de paus kerstwensen te sturen, in die tijd Johannes Paulus II. De Heilige Vader antwoordde met een persoonlijke brief, waarin hij hen bedankte en hen verzekerde van zijn gebeden. Bij het overlijden van de Poolse paus verzocht de klas van Carmen, als ware het een parlement, unaniem om het stadsbestuur te verzoeken een park te wijden aan de paus die een revolutie in de wereld teweegbracht met zijn glimlach, zijn geloof, zijn vrijmoedigheid, zijn hoop op jonge mensen, zijn priesterlijke ijver en zijn liefde voor Onze Lieve Vrouw. De leerlingen bereikten hun doel (klik hier voor foto's van het Johannes Paulus II-park).

Toen het park al een feit was, bedacht Carmen dat het veel beter zou zijn als het een afbeelding zou krijgen van Onze Lieve Vrouw van de Dennen, de belangrijkste patrones van het bisdom. Ook hier had ze succes en in het nieuwe park werd een mozaïek van Onze Lieve Vrouw geplaatst, met de naam van elke gemeente van de Fortuinlijke Eilanden op de mantel van Maria. En voor de beeltenis werd een bank geplaatst, zodat de mensen naar Onze Lieve Vrouw konden kijken, tot haar bidden, voor haar zingen, haar hun zorgen vertellen, haar hun genegenheid tonen.

Carmen en de mozaïek van Onze Lieve Vrouw van ...  Pine in het het Johannes Paulus II park.

Tientallen jaren zijn voorbijgegaan, maar Carmen herinnert zich nog als de dag van gisteren haar eerste ontmoeting met de heilige Jozefmaria tijdens een familiebijeenkomst in Valencia, waar de stichter over Onze Lieve Vrouw sprak als "de moeder in een gezinshuis". Ze herinnert zich ook dat ze hem een vraag stelde en dat "hij naar me knipoogde". Carmen is haar hele leven van plaats naar plaats verhuisd om Opus Dei uit te dragen zoals ze dat voor het eerst op deze eilanden leerde: Madrid, Valencia, Sevilla, Cadiz, Kroatië ...

Juani en al de eersten

De andere pionier die we willen noemen is Juani Garcia. De eerste keer dat zij de woorden "Opus Dei" hoorde was op de Spaanse televisie toen de heilige Jozefmaria stierf op 26 juni 1975. De eerste keer dat zij een voet zette in een centrum van het Werk was in 1978. Haar wiskundeleraar was degene die haar uitnodigde, toen ze aan het instituut studeerde. Zij vroeg toelating tot Opus Dei in Rome toen zij daar de Goede Week doorbracht met de nieuwe Paus Johannes Paulus II. Zij is de eerste geassocieerde van de eilanden.

***

Lolina, Sisi, Carmen en Juani zijn de pioniers van de geschiedenis van Opus Dei op Gran Canaria die er nog steeds wonen. Dankzij hun gebeden en inspanningen zijn er roepingen gekomen uit een grote verscheidenheid van persoonlijke achtergronden, vrouwen die nu beter voorbereid zijn op de uitdagingen van hun beroep en hun christelijk leven, jongeren die nu gelukkiger en volwassener zijn, gezinnen waar een krachtige christelijke geest heerst.