Uitspraken tijdens het congres “De grootsheid van het gewone leven”

Hier volgen enkele verklaringen van deelnemers aan het internationale congres “De grootsheid van het dagelijkse leven” te Rome van 8 tot 12 januari.

Kardinaal François-Xavier Nghuyên Van Thuân

voorzitter van de Pauselijke Raad voor Gerechtigheid en Vrede:

“De zalige Escrivá heeft daadkrachtig door gerechtigheid, vrede en liefde de wereld gediend. Een hedendaagse wereld, die vol vrees is en waarin nagedacht moet worden over de apostolische zending van de Kerk. De christen dient de hoop van de wereld om te vormen en tegelijk er één te meer temidden van zijn gelijken te zijn. Want een goede christen moet een goede burger zijn.”

Mgr. Michel Sabbah

Latijns Patriarch van Jeruzalem:

“Mogen de politieke leiders God voor ogen houden, moge Hij vooral in hun hart aanwezig zijn, want in alle programma’s die geweld en bloed in het land teweegbrengen kan God niet tegenwoordig zijn. God heeft de mensen geschapen om elkaar te beminnen, niet om te doden, en daarom zeggen wij tot alle politici: kijk naar God, kijk naar God, hier tegenwoordig, om rechtvaardiger te zijn en om beter te werken aan het heil van uw volkeren, die u hebben uitgekozen om hen te dienen, en niet om gediend te worden of om te overheersen (...).”

“[Voor de komende ontmoeting in Assisi] is het van belang, dat de religieuze leiders moed hebben en zich vrij voelen om hun godsdienstige boodschap te verkondigen zonder politieke druk.”

Evgeni Pazukhin

Russisch-orthodox filosoof:

“De boodschap van de zalige Josemaría is een krachtig teken voor de eenheid van de Kerk van Christus. Het christelijk maken van de beroepsarbeid waarover Josemaría Escrivá spreekt, vormt een uitstekend referentiepunt voor de opbouw van het Rusland van morgen, dat thans een crisisperiode van zijn geschiedenis doormaakt en diepgaand gedesoriënteerd is. De zalige Escrivá is een groot geschenk van God voor de Russen.”

Nayla Moawad

parlementslid in Libanon. Voorzitster van de stichting voor de mensenrechten “Rehe Moawad”:

“In een maatschappelijke crisis van deze dimensies bestaat er de bekoring van het fanatisme, en daarbij is voor de vrouw een wezenlijke rol weggelegd. Juist de persoon van de vrouw is, in haar functie als moeder en echtgenote, een persoon van vrede.”

“De idee om God te ontmoeten in de dagelijkse bezigheden en aldus waarde te verlenen aan al wat wij doen, kan ten zeerste helpen om het beginsel van vrede en liefde tot God in alle beslissingen te eerbiedigen. Wanneer mensen elkaar leren beminnen, zal er een duurzame vrede heersen.”

Charles Nyamiti

hoogleraar katholieke theologie aan de University of East Africa in Nairobi (Kenia):

“De boodschap over de ‘actieve rol van de leken’ in de burgermaatschappij en in de Kerk, waarvan de zalige Josemaría een voorloper was, dient in Afrika onderstreept te worden, aangezien de traditionele vormen van dictatoriaal bewind en het kolonialisme ook de passiviteit van de leken binnen de Kerk hebben vergroot.”

“Op de dag van vandaag zijn de lessen van de zalige Josemaría een krachtig wapen tegen de voortschrijdende secularisatie van het Westen en de valse ideologieën die in Afrika beginnen door te dringen. Deze ideologieën verminderen het sterke religieuze besef van de Afrikaanse ziel. De Afrikaanse christen zal beter erop voorbereid zijn om deze uitdagingen aan te gaan, indien men het onderricht volgt van de zalige Josemaría om bij de leken een vroomheid als die van kinderen en een diepe kennis van theologen op te wekken.”

Kardinaal Juan Luis Cipriani

Aartsbisschop van Lima en primaat van Peru:

“Een vrouw of een man die in hun beroepsarbeid alles geven wat zij uit zichzelf kunnen, zijn actieve vertegenwoordigers van die dienstbaarheid aan de mensheid. In het bevorderen van een cultuur van vrede staat centraal de rol van de arbeid die als dienstwerk wordt opgevat. Zo bezien, geeft arbeid een gevoel van saamhorigheid, dat de maatschappelijke samenleving beminnelijk maakt.”

Regina N. Eya

toegevoegd hoogleraar psychologie aan de universiteit van Enugu (Nigeria):

“Het geheim om een werk zo goed mogelijk te verrichten is de liefde, waarmee ik eraan begin, het voortzet en beëindig, en de liefde waarmee ik het opdraag; dit is een taak van elke dag. Ik weet dat God mij ziet en getuige is van mijn inspanning. In mijn kantoor gebruik ik kleine voorwerpen – een kruisbeeld, een beeld van de H. Maagd enz. – die me helpen aan God te denken en veelvuldig mijn intentie te corrigeren, om het hoofd te bieden aan problemen in de betrekkingen met een collega of aan uitzonderlijke vermoeidheid. Je intentie corrigeren is noodzakelijk om het werk tot het einde toe, tot de laatste steen af te maken.”

Albert Ribera

algemeen directeur van de “Euro-Arab Management School”:

“Het probleem waarmee wij de laatste maanden van doen hebben [de aanslag op de torens van het WTC, de oorlog in Afghanistan...] is niet een conflict van beschavingen, doch een conflict van onwetendheid: het conflict wordt gevormd door vooroordelen, gebrek aan kennis, gemeenplaatsen, clichés, het simplificeren van de zaken.” (...)

“Christenen en moslims zijn geroepen om elkaar beter te leren kennen, om samen te werken, om samen te arbeiden, in het besef dat wij heel veel dingen gemeenschappelijk hebben, te beginnen met het geloof in God en de zin voor het sacrale en het bovennatuurlijke. In heel deze opdracht kunnen de Arabische christenen een fundamentele rol vervullen.”