Ga en doe hetzelfde (III): samen met anderen de wereld omvormen

Wij christenen delen met veel anderen idealen voor onze wereld: rechtvaardigheid, solidariteit en naastenliefde. Toch is samenwerken zonder wrijving of conflict vaak een uitdaging. Hoe kunnen liefde, rechtvaardigheid en solidariteit concreet vorm krijgen in ons leven?

Een snelle blik op sociale media of nieuwsplatforms laat twee dingen zien: de wereld kent veel lijden en er zijn talloze oproepen om een betere samenleving op te bouwen. Deze stemmen klinken soms eensgezind, maar vaak ook tegenstrijdig. Ze roepen op tot uiteenlopende, soms zelfs tegengestelde, acties. Toch delen ze een gemeenschappelijke basis: het verlangen om het goede te doen, het besef van onze gedeelde kwetsbaarheid en de overtuiging dat we voor anderen moeten zorgen.

Christus volgen betekent dat je geeft om de wereld en haar problemen. “Goedheid, samen met liefde, gerechtigheid en solidariteit, zijn nooit voor eens en altijd verworven; ze moeten elke dag opnieuw gerealiseerd worden.”[1] Ieder moet zich daarom afvragen hoe te handelen. “Wat is mijn rol in dit alles?”

Een roeping om de wereld de onze te maken

Als je erover nadenkt, behoort de wereld ons op twee manieren toe. Enerzijds zijn we geroepen om haar mede te scheppen, anderzijds om haar mede te verlossen. Het universum is geschapen in statu viae, “in een staat van op-weg-zijn” (Catechismus van de Katholieke Kerk, 302), en wij hebben de taak gekregen om mee te werken aan deze vervolmaking (Gen 1,28). Tegelijkertijd wordt de wereld die we moeten cultiveren gekenmerkt door de zonde, en dus ook door lijden. Dit raakt het Hart van Christus. Bij het zien van de menigte die genezing nodig had van ziekte en kwalen, werd hij door medelijden bewogen, omdat ze afgetobd neerlagen als schapen zonder herder (Mt 9:35-36) en Hij zorgde onvermoeibaar voor hen. Opnieuw wordt Hij geraakt wanneer degenen die al drie dagen bij Hem blijven niets te eten hebben (Mt 15,30-36). Hij betrekt zijn leerlingen bij het probleem, laat hen nadenken over oplossingen en maakt hun voor hen verantwoordelijk: “Geeft gij hun maar te eten” (Lc 9,13). Met het weinige dat de leerlingen aantreffen, vindt het wonder van de vermenigvuldiging van broden en vissen plaats. Geconfronteerd met armoede, nood of lijden, raakt Christus ontroerd – en nog belangrijker: Hij is nooit passief. Hij voorziet in tastbare behoeften, maar altijd om zielen te bereiken en hen tot het eeuwige leven te leiden (vgl. Joh 6). En zoals de Vader Hem heeft gezonden, zo zendt Hij ons om mee te werken aan deze verlossing (vgl. Joh 20,21; Mt 28,18-20).

Met andere woorden, alle oprechte christelijke inzet om rechtvaardigheid en solidariteit te bevorderen, wordt door meer gemotiveerd dan alleen de wens om lijden te stoppen of te verlichten. Dat is op zichzelf goed, maar het hart van Christus streeft naar méér: “Hieruit zullen allen kunnen opmaken, dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart.” (Joh 13:35). Een kind van God weet dat de diepste drijfveer voor sociaal gedrag verankerd ligt in Gods liefde voor de wereld en de mensheid en dat we geroepen zijn om de wereld terug te leiden naar God de Vader, in Christus, zijn Zoon: “Wij worden er aan herinnerd, dat het geen nut heeft voor een mens heel de wereld te winnen als hij zichzelf hierdoor de ondergang berokkent. Toch mag de verwachting van de nieuwe aarde onze zorg voor deze aarde niet verzwakken; integendeel, ze moet die zorg aanmoedigen, want hier groeit het lichaam van de nieuwe mensenfamilie, dat reeds een zekere afschaduwing kan bieden van de nieuwe wereld.”[2]

Belangrijke deugden om de samenleving te dienen

De oproep om het voortouw te nemen bij de transformatie van de wereld mag niet algemeen blijven. Zorgzaamheid, of beter gezegd liefde, vraagt om actie: rechtvaardigheid, solidariteit en naastenliefde zijn deugden die in de praktijk moeten worden gebracht. Elk van deze deugden vervolmaakt een ander aspect van onze keuzes en handelingen die we ten opzichte van anderen uitvoeren. Bovendien kunnen ze op twee gebieden worden beleefd: in onze inspanningen om structuren en systemen in onze verschillende sociale omgevingen te vernieuwen én in onze ontmoetingen met individuele personen."

Rechtvaardigheid wordt in klassieke zin gedefinieerd als gewoonte om iedereen consequent en toegewijd te geven of te verlenen wat hem of haar toekomt.[3] Het is een deugd die we op horizontaal niveau kunnen beleven – met onze collega's en medemensen – en op verticaal niveau, of we nu wel of niet iemand zijn met gezag over een bepaalde groep of gemeenschap. Wezenlijk aan het beoefenen van deze deugd is dat wij onszelf trainen in het herkennen wat anderen werkelijk toekomt op grond van onze relatie met hen. We kunnen beginnen met nagaan hoe we gerechtigheid naleven in ons werk door het goed en integer te doen — of, als we gezag dragen, door te zorgen voor het welzijn van degenen voor wie we verantwoordelijk zijn, in plaats van enkel winst na te jagen. Echter, als we beseffen dat God ons de wereld heeft toevertrouwd, begrijpen we dat onze activiteiten en verantwoordelijkheid verder reiken dan onze rechtstreekse werk- en familiekring. We zouden kunnen overwegen om ons in te zetten voor extra projecten of initiatieven, om omstandigheden te creëren waarin andere leden van de samenleving in waardigheid kunnen leven.

Solidariteit is een deugd die onze onderlinge afhankelijkheid benadrukt. Waar rechtvaardigheid gaat over ieder mens die recht heeft op bepaalde goederen, herinnert solidariteit ons aan onze verbondenheid met anderen, dat wil zeggen dat we dezelfde menselijke natuur delen. Daarom behelst solidariteit “het vaste en volhardende besluit om zich in te zetten voor het algemeen welzijn”[4], het betekent “denken en handelen in termen van gemeenschap”.[5] De praktische uitoefening van solidariteit is vergelijkbaar met die van rechtvaardigheid: we richten ons met ons werk en onze initiatieven op bepaalde omstandigheden in de samenleving, zodat onze steden of gemeenschappen een plaats worden waar iedereen tot bloei kan komen. Solidariteit echter, komt ook tot uiting in het nemen van de tijd om leed te delen en niet alleen maar door deze aan te pakken. Sommigen van ons zijn misschien het type dat zich in het openbaar inzet voor een bepaald doel; bijvoorbeeld door bewustwording te creëren voor geestelijke gezondheid en psychologische veiligheid in gezinnen. Anderen uiten hun solidariteit op een meer persoonlijke, één-op-één manier, bijvoorbeeld door ouderen, zieken of stervenden te bezoeken zonder dit op sociale media te delen. Solidariteit heeft in het bijzonder aandacht voor kwetsbaarheid en lijden: het komt voort “uit het bewustzijn dat we in onze zoektocht naar een gemeenschappelijke toekomst verantwoordelijk zijn voor de kwetsbaarheid van anderen” en het “komt concreet tot uiting in dienstbaarheid”.[6]

Christelijke rechtvaardigheid en christelijke solidariteit worden door veel meer gemotiveerd dan alleen de erkenning van onze menselijkheid. Waarom zou ik om de ander geven? Door de lens van het geloof kijkend, zien we dat de eenheid van het menselijk ras niet alleen voortkomt uit dezelfde menselijke natuur, maar ook uit een gemeenschappelijke goddelijke en menselijke oorsprong, een gedeelde bestemming en doel.[7] Ieder van ons is geschapen door een liefdhebbende God, we stammen af van Adam en Eva en, belangrijk, we zijn voorbestemd voor het geluk van God in Christus. Ingelijfd in een Lichaam, bereiken wij dit eind. Kortom, er is een werkelijke eenheid tussen alle mensen—een eenheid die tot uiting komt in liefde. Gerechtigheid en solidariteit krijgen pas hun volle betekenis wanneer we ervan doordrongen zijn dat het goede leven van de mens draait om liefde – naastenliefde – waardoor we verantwoordelijk zijn voor elkaars bloei in dit leven, met het oog op het volgende.

In wezen verenigt naastenliefde ons allereerst met God.[8] Een concrete manier waarop dit ons sociaal vormt, is door ervoor te zorgen dat onze doelen, plannen en projecten altijd in overeenstemming zijn met het Evangelie, ook al is het misschien niet expliciet. Tegelijkertijd mogen we, wanneer we ons inzetten voor anderen, niet uit het oog verliezen dat het de verbondenheid met God is – zijn genade – die liefde voor de naaste mogelijk maakt. Door naastenliefde beschouwen wij de ander “als op de een of andere manier verbonden met onszelf” en deze genegenheid maakt “dat we vrijelijk verlangen zijn of haar welzijn te zoeken”.[9] Als we op deze manier met anderen omgaan, komen we dichter bij een cultuur van, wat paus Franciscus noemt, sociale vriendschap: een liefde en broederschap die niemand uitsluit, voor iedereen openstaat, grenzen overstijgt en een solide basis kan vormen voor steden en landen.[10]

Ieder van ons bevindt zich in een andere omgeving en omstandigheid. Bovendien verschillen samenlevingen en hun verschillende bevolkingsgroepen van land tot land, en dus zullen de wegen naar de realisatie van rechtvaardigheid, solidariteit en naastenliefde talloze variaties kennen. Toch zijn er altijd enkele concrete stappen die we allemaal kunnen overwegen om personen te worden met het vermogen om te handelen naar deze deugden.

Jezelf blijven vernieuwen om de wereld te veranderen

De eerste stap in het ontwikkelen van een deugd wordt gezet door ons vermogen te cultiveren om noodbehoefende situaties te herkennen. Om een deugd te kunnen beoefenen, moet men eerst de situatie herkennen waarin men zich bevindt: in dit geval een sociaal probleem. Wellicht is mijn doel klein, omdat ik word opgeslokt door het dagelijks leven en mijn directe omgeving. Misschien weet ik in algemene zin dat er veel problemen zijn in de wereld, maar neem ik niet de tijd om ze in de samenleving nader te bekijken. Ook kan ik gewend zijn geraakt aan slecht nieuws, hoofdschuddend en met verdriet volgt een reactie, maar zonder er bij stil te staan dat zulke situaties mij aanspreken en ik erop kan antwoorden. En dit alles kan mij minder gevoelig maken voor de noden en behoeften van de mensen die dichtbij mij staan.

Er voor kiezen om de fijngevoeligheid van onze waarneming te cultiveren kan betekenen dat we vaker het nieuws volgen, meer aandacht schenken aan de omgeving terwijl we onderweg zijn, het mededelingenbord van onze parochie of school bekijken, zowel fysiek als via sociale media, of belangengroepen volgen. In elke samenleving is er op zijn minst één sector die behoefte heeft aan gerechtigheid, solidariteit en naastenliefde. Denk aan ouderen die alleen achterblijven en vereenzamen, terminaal zieken, mensen zonder voedsel, water of onderdak; gehandicapten en de gezinnen die hen ondersteunen (of die hen in de steek laten); mensen met psychische aandoeningen of hen die geestelijk lijden, ongeschoolde en laagopgeleide kinderen en volwassenen; geïsoleerde groepen, bijvoorbeeld inheemse of immigrantengroepen; daklozen en vluchtelingen; slachtoffers van (huiselijk) geweld of misbruik, slachtoffers van natuurrampen; werklozen of onderbetaalden; arbeiders in onmenselijke werkomstandigheden; gevangenen; mensen die in onveilige of door conflicten geteisterde gebieden wonen; mensen zonder toegang tot cultuur, sport of kunst; mensen die sociaal in de steek zijn gelaten (alleenstaande ouders, straatkinderen, slachtoffers van pesten, mensen die worstelen met verslaving of gokproblemen, schoolverlaters)... Door ze op te sommen, zien we: er is geen gebrek aan mogelijkheden om samen te werken en in beweging te komen.

De volgende stap ligt in het handelen, het blijft niet bij waarnemen en voelen. Misschien roepen de bovenstaande voorbeelden concrete berichten op uit het recente lokale of internationale nieuws. Zulke berichten maken deel uit van de constante stroom van informatie, waarin we het risico lopen passief te blijven. Echte solidariteit betekent niet alleen medeleven tonen bij het lijden dat we zien, maar tevens bijdragen aan het lijden verlichten waar en wanneer we kunnen. Het is onmogelijk om voor elk probleem waarvan we horen een oplossing te bieden. Wél kunnen we nadenken over hoe we kunnen bijdragen aan een rechtvaardigere samenleving. Misschien kan een sociaal project toch ingepast worden in onze tijd, misschien alleen of juist samen met vrienden of familie. En als grootschalige problemen buiten ons bereik lijken te liggen (al is dat misschien niet voor ieder van ons het geval), dan kunnen we wellicht alsnog bijdragen door een gift te doen aan een organisatie die we kennen.

Als we beslissen deel te nemen aan een maatschappelijke activiteit, is het belangrijk om een betekenisvol resultaat of blijvende impact voor ogen te hebben en de plannen daarop af te stemmen, zelfs als het gaat om een dagje helpen in een centrum voor gehandicapten. Hoewel sommigen van ons misschien slechts tijd hebben voor kortdurende activiteiten, is het essentieel om verder te kijken dan het tijdelijke in plaats van alleen pleisters plakken of een goed gevoel najagen. En voor wie zich inzet voor langetermijnprojecten, is het belangrijk om te voorkomen dat dit leidt tot permanente afhankelijkheid. Om goede projecten uit te voeren moeten we duidelijke doelen identificeren binnen de beschikbare tijd: zoals, de persoonlijkheid van onze vrijwilligers te bekrachtigen tijdens een eendaags bezoek aan een centrum voor gehandicapten en te benadrukken dat gezelschap voor hen die in de steek gelaten zijn, het juiste is dat we geven. Goede projecten ontstaan ook als we serieus nadenken over het probleem dat voor ons ligt en tot de kern van de zaak doordringen, zodat onze interventies de mensen die we helpen in staat stellen zichzelf te helpen, hen de juiste hulpmiddelen te bieden en vaardigheden te ontwikkelen. In plaats van bijvoorbeeld huizen te bouwen voor een arme gemeenschap, kunnen we de mensen erbij betrekken, zodat ze zich echt eigenaar voelen en zich inzetten om zichzelf te bekwamen in werk, waardoor ze middelen krijgen waarmee ze een gezonde en menswaardige omgeving kunnen behouden.

Paus Franciscus zegt ons dat solidariteit het volgende is: «Solidariteit betekent veel meer dan af en toe een gebaar van vrijgevigheid.(...) Het betekent ook het bestrijden van de structurele oorzaken van armoede, ongelijkheid, gebrek aan werk, grond en huisvesting, en het bestrijden van de schending van het arbeidsrecht en de sociale rechten. Het behelst een confrontatie met de destructieve effecten van het geldimperium. Solidariteit is ten diepste een manier om geschiedenis te schrijven (...), en dat is precies wat volksbewegingen doen».[11]

Onze comfortzone vergroten

Een voorvechter worden van gerechtigheid, solidariteit en naastenliefde stopt niet bij onze persoonlijke houding. Er zijn nog minstens twee andere gebieden waarop we onszelf als christenen voortdurend kunnen uitdagen.

Wanneer we ons bezighouden met de maatschappelijke problemen, komen we onvermijdelijk in contact met andere mensen die ook gepassioneerd zijn om “de wereld te veranderen” —maar misschien niet vanuit een geloof in Christus. Dit betekent echter niet dat we met hen geen gemeenschappelijke doelen kunnen nastreven die recht doen aan de menselijke persoon. Een concrete manier om solidariteit en naastenliefde te beleven, is door de dialoog aan te gaan met mensen die anders denken dan wij, en een manier te vinden om met hen samen te werken in plaats van tegen hen in te gaan. Het streven naar gerechtigheid kan meer vruchten afwerpen als we ons inspannen om polarisatie te overwinnen, wat vooral relevant is in de huidige omgeving — zowel online als offline in het echte leven. We moeten eerst luisteren en met elkaar in gesprek gaan om te kunnen ontdekken wat ons kan verenigen, zo kunnen we meer goeds doen voor degenen die het meest lijden in onze samenleving.

Ten slotte zullen we elke keer een stap verder durven gaan. Door te proberen om rechtvaardigheid op het werk na te leven kunnen we ook onderzoeken op welke manieren ons bedrijf of onze instelling invloed kan uitoefenen op een andere gemeenschap. Van daaruit kunnen we mogelijkheden verkennen om samen te werken aan een sociaal initiatief buiten het werk om. Wanneer we een specifieke behoefte kiezen om aan te pakken, ons inzetten voor actie en plannen maken en samenwerken aan langetermijnoplossingen, zullen rechtvaardigheid, solidariteit en naastenliefde dichterbij komen om werkelijkheid te worden in onze omgeving.

Christus zien in elke persoon

Als we naar onze onvolmaakte wereld kijken, zien we talloze mogelijkheden voor verandering. Er is duidelijk veel werk te doen, en we hebben geprobeerd enkele gewoonten te beschrijven die ons in staat stellen effectief bij te dragen aan sociale actie en echte oplossingen te bieden voor de problemen die we zien. Toch is er één ding dat altijd voorop moet staan in het hoofd en het hart van een kind van God: de ware missie van een christen in deze wereld bestaat niet alleen uit het oplossen van problemen, maar ook uit het waarderen van iedere mens.

Met andere woorden, efficiëntie is belangrijk, maar daar mag het niet bij blijven. We kunnen erin slagen een programma op te zetten voor een kansarme groep en deze in stand te houden. Het kan ons zelfs lukken solidariteit op te wekken onder degenen die aan het programma meewerken. Maar als degenen die we helpen voor ons een anonieme massa blijven, louter “begunstigden”. Als cijfers de maatstaf van ons succes weerspiegelen, en een goed gevoel bij een goede daad ons tot tevredenheid stemt. Dan hebben we de kern van het Evangelie niet bereikt. Gerechtigheid en solidariteit kunnen niet los worden gezien van ware naastenliefde die ons in staat stelt Christus in de ander te zien. Dit zou kunnen betekenen dat we bij elke activiteit waaraan we deelnemen en bij alles wat we doen, ons concentreren op de betrokken mensen. “De bredere verspreiding van maatschappelijke oplossingen [...] die het vandaag mogelijk maken humanitaire resultaten te bereiken waarvan men in andere tijden zelfs niet kon dromen, zullen nooit de doeltreffende tederheid kunnen vervangen, zowel menselijk als bovennatuurlijk, van direct, persoonlijk contact met onze naaste”.[12] Ook proberen we ons bewust te zijn van de manier waarop we naar de mensen kijken die we helpen, om te weten wie ze zijn en niet slechts wat ze nodig hebben. Want een mens is veel meer dan wat hem of haar ontbreekt.

Gedurende de tijd dat we in contact staan met degenen die we helpen, gaan we in op hun behoeften en pijn en bieden we hen zorg in plaats van zakelijkheid of onverschilligheid.[13] Dit brengt echte troost—een menselijk contact dat net zo waardevol is als elke materiële hulp. We delen tijd, aandacht en aanwezigheid met hen en brengen zo, zowel voor hen als voor onszelf, de aanwezigheid van Christus tot stand. Op deze manier geven we het “oprechte geschenk van onszelf”; onze ware vervulling.[14] We houden niet alleen van onze naaste, maar we “worden een naaste” voor elke persoon, precies zoals Christus ons heeft gevraagd.[15]


[1] Fratelli Tutti, nr. 11

[2] Gaudium et Spes, nr. 39.

[3] "...rechtvaardigheid is een gewoonte waarbij een mens aan ieder het hem toekomende geeft door een constante en voortdurende wil": en dit is ongeveer dezelfde definitie als die van de Filosoof (Ethica V, 5) die zegt dat "rechtvaardigheid een gewoonte is waarvan gezegd wordt dat een mens in staat is rechtvaardige daden te verrichten in overeenstemming met zijn keuze" (Summa Theologica II-II, Q. 58, Art. 1 co.).

[4] Compendium van de Sociale Leer van de Kerk, nr. 193.

[5] Fratelli Tutti, nr. 116.

[6] Fratelli Tutti, nr. 115.

[7] Cfr. Laudato Si', nr. 202.

[8] ST II-II Q. 26, Art. 1 co. en Art. 2 co.

[9] Fratelli Tutti, nr. 93.

[10] Cfr. Fratelli Tutti, nrs. 94, 99.

[11] Fratelli Tutti, nr. 116.

[12] H. Jozefmaría, Brief 24-X-1942, nr. 44.

[13] Cfr. Mgr. Fernando Ocáriz, Pastorale brief 14-II- 2017, nr. 31.2.

[14] "Want [Jezus] impliceerde een zekere gelijkenis tussen de vereniging van de goddelijke Personen, en de eenheid van Gods zonen in waarheid en naastenliefde. Deze gelijkenis onthult dat de mens, die het enige schepsel op aarde is dat God voor zichzelf heeft gewild, zichzelf niet volledig kan vinden, behalve door een oprechte gave van zichzelf" (Gaudium et Spes, nr. 24).

[15] "Jezus vraagt ons aanwezig te zijn voor hen die hulp nodig hebben, ongeacht of ze al dan niet tot onze sociale groep behoren. In dit geval werd de Samaritaan een naaste van de gewonde Judeeër. Door dichterbij te komen en zichzelf aanwezig te stellen, overschreed hij alle culturele en historische barrières. Jezus besluit de gelijkenis met de woorden: 'Ga heen en doe hetzelfde' (Lc 10,37). Met andere woorden, hij daagt ons uit om alle verschillen opzij te zetten en, in het aangezicht van het lijden, anderen te benaderen zonder vragen te stellen. Ik moet niet langer zeggen dat ik buren heb om te helpen, maar dat ik zelf een naaste voor anderen moet zijn" (Fratelli Tutti, nr. 81).