“Dit spreekt me aan: de vrijheid en verscheidenheid rond eenzelfde roeping”

Mélina en Pascal Oudot zijn wetenschappelijk docent aan de Rechtenfaculteit van Dijon. Zij maakt deel uit van het Opus Dei, hij niet.

Mélina en Pascal

“Geheim genootschap, witte maffia”, dit waren de huiveringwekkende beschrijvingen van het Opus Dei in mijn Encyclopedie Universalis. De eerste keer dat ik naar een centrum van het Opus Dei ging, heb ik dan ook het adres doorgegeven aan mijn moeder en haar aangeraden aan de bel te trekken als ik die avond niets van mezelf zou laten horen.

Waarom bent U gegaan?

Uit nieuwsgierigheid. Een van mijn professoren, iemand die ik briljant vond, maakte deel uit van het Opus Dei. Ik had het boek van Jozefmaria Escrivá, “de Weg”, besteld bij een boekwinkel die er alles aan gedaan had om mij te ontmoedigen. Toen ik het boek las, voelde ik onmiddellijk een grote sympathie voor de auteur.

Wat betekent het om lid te zijn van het Opus Dei?

Ik maak geen deel uit van het Opus Dei, ik ben Opus Dei. Er zijn net zoveel vormen van het Opus Dei als leden. Dit spreekt me aan: de vrijheid en de verscheidenheid rond eenzelfde roeping.

Heeft dit lidmaatschap iets veranderd in uw leven?

De verandering was radicaal en onopgemerkt: radicaal omdat mijn roeping inspanningen vroeg om een coherent christelijk leven te leiden, en onopgemerkt omdat deze dagelijkse daden niets spectaculairs bevatten.

Hoe heeft uw familie gereageerd?

Mijn enige familie was mijn moeder. Haar onrust en onbegrip waren zodanig dat ik ondanks de colleges en een afstand van 300 km, de trein nam om haar gerust te stellen. Haar weerstand was van korte duur. Toch vroeg ze om mij een jaar te wachten voordat ik mijn besluit zou nemen, met het voorwendsel dat het tegenover het Opus Dei serieuzer was. De moederlijke list deed me glimlachen, maar ik ging ermee akkoord.

Wat zou er gebeuren als u zou besluiten om het Opus Dei te verlaten?

Ik kan dit op ieder moment doen, maar dan zou ik mijn levenskeuzes opnieuw ter discussie moeten stellen. Ik zou mezelf afvragen: ben ik mijn roeping ontrouw of heb ik deze vanaf het begin verkeerd begrepen? Maar het zou even verschrikkelijk zijn als mij afvragen of ik de juiste man gekozen heb.

Weten de mensen dat u lid bent van het Opus Dei?

De vrienden, vanzelfsprekend. De pastoor van mijn parochie ook: het lijkt me goed dat hij zijn gelovigen kent. Wat de anderen betreft, ik draag geen “Opus Dei” button, maar ik verberg het niet. Een voorbeeld: tijdens een etentje met collega’s viel een vrouw het christendom aan, de paus en het Opus Dei. Ik heb haar gevraagd of ze mensen van het Opus Dei had ontmoet om er zo over te kunnen praten, en ik vertrouwde haar toe dat ik al meer dan tien jaar lid was. Bijna verslikte ze zich. Ze gaf toe dat ze niemand kende en nooit naar een huis van het Opus Dei was geweest.

Vindt u het vervelend als ze u beschrijven als “ultra-katholiek”?

Het doet me verdriet. Soms hoor ik mezelf zeggen: “Hoe kun je lid zijn van het Opus Dei?”, want ik pas niet in die clichés, namelijk dat we extreem rechts zouden zijn, afkomstig van burgerlijke gezinnen, “klassiek”gekleed, weinig open voor discussie en betweterig.

Men beschuldigt het Opus Dei van het verheerlijken van het lijden…

Ik zoek het lijden niet, maar wanneer het zich aandient, verenig ik me met Degene die alle smarten heeft doorstaan. Medeverlosser zijn met Christus is geen lijdensverheerlijking maar broederlijkheid.

Wat stoort u bij het Opus Dei?

Dat ik de prelaat niet te eten kan vragen! Toen ik hem met mijn man ontmoette, hadden we de indruk om door een heel oude vriend ontvangen te worden. En sindsdien missen we hem daarom.

Pascal, hoe leerde u het Werk kenen?

Ik werd verliefd op degene die mijn vrouw zou worden.

Hoe heeft u vernomen dat ze er lid van was?

De foto van de stichter stond bij haar op de schoorsteen. Ik had er vaag iets over gehoord en mijn omgeving had me het grootste wantrouwen aangeraden. Ik dacht dat als mijn toekomstige vrouw het resultaat was van zijn leer, het Opus Dei sommige kwaliteiten moest bezitten.

Wat denkt u van de kritiek op het Opus Dei?

Bij onze mooie en ontroerende ontmoeting met de prelaat, zei hij tegen mij: “Het Opus Dei zal je geen vonk van jouw Mélina ontnemen.” Ik merk het elke dag. Ik ben ervan overtuigd dat de band van mijn vrouw met het Opus Dei haar uitstraling heeft op onze relatie en bijdraagt aan ons geluk.

Sommige mensen beweren dat de vrouwen een achtergestelde plaats innemen in het Opus Dei.

Het lijkt me niet zo dat de vrouw er een tweederangs rol heeft. En thuis verdelen we de taken, ieder overeenkomstig onze talenten. We ontdekten gauw dat we er weinig hadden. Mijn moeder zorgt voor de was, mijn vrouw voor de maaltijden, ik betaal de huishoudelijke hulp… Ik ben er niet zeker van dat de heilige Jozefmaria mij zou feliciteren met dit antwoord…