14 Februari: Een teken van de Goddelijke Voorzienigheid

Op 14 februari, respectievelijk in 1930 en 1943, zag de heilige Jozefmaria dat zowel vrouwen als priesters deel konden uitmaken van Opus Dei. Enkele teksten over deze twee stichtingsdata.

In zijn brief van februari 2012 zei de prelaat van Opus Dei, bisschop Javier Echevarria: "Op 14 februari herdenken we in het Werk de dag waarop het apostolaatwerk, in 1930, werd uitgebreid tot de vrouwen, evenals de oprichting van het Priestergenootschap van het Heilig Kruis, in 1943. Onze Vader beschouwde dit samenvallen van data, in verschillende jaren, als een uitdrukking van de goddelijke Voorzienigheid, die de eenheid in het Opus Dei krachtig wilde onderstrepen. Laten we God danken voor dit goddelijke geschenk dat ieder van ons dient te bevorderen en te verdedigen, op de eerste plaats in ons persoonlijk leven en ook in onze omgeving."

Andres Vasquez de Prada schreef in zijn biografie over de heilige Jozefmaria over deze gebeurtenissen.

14 februari 1930: Vrouwen in het Opus Dei

Natuurlijk was hetgeen de heilige Jozefmaria op 2 oktober 1928 “zag” geen reeks gebeurtenissen of historische details, maar alleen het essentiële element van de goddelijke boodschap.

“Een korte tijd later, op 14 februari 1930 vierde ik de heilige Mis in de huiskapel van de Markiezin van Onteiro, de moeder van Luz Casanova, die ik in mijn tijd als kapelaan geestelijke leiding gaf. Tijdens de Mis, direct na de Communie: de gehele vrouwelijke tak van het Werk! Ik kan niet zeggen dat ik het gezien heb. Ik heb echter verstandelijk en in detail begrepen, wat later de vrouwelijke afdeling zou zijn … Ik dankte God en op de gebruikelijke tijd ging ik biechten bij pater Sanchez. Hij luisterde naar mij en zei, ‘Dit komt evenzeer van God als de rest.’”

14 februari 1943: Priesters in het Opus Dei

Op de morgen van 14 februari 1943, ging de heilige Jozefmaria vroeg van huis om in de kapel van Jorge Manrique voor zijn dochters de Mis te lezen. Direct na de Mis, nam hij zijn notitieboek en schreef op de pagina over 14 februari, het feest van de heilige Valentijn, “in het huis van de dames, tijdens de Heilige Mis: ‘Societas Sacerdotalis Sanctae Crucis’ (het priesterlijk genootschap van het Heilig Kruis).” En daarna, op dezelfde pagina, schetste hij een kleine tekening van een cirkel met daarin een kruis.

De volgende dag ging Jozefmaria Escriva naar El Escorial, nier ver van Madrid, waar Alvaro del Portillo, José Maria Hernandez en José Luis Muzquiz zich voorbereidden op hun theologie-examens. Met een groot gevoel van nederigheid, bijna met schaamte, vertelde hij Alvaro over de genade die hij de dag ervoor tijdens de Heilige Mis had ontvangen. De benodigde documenten moesten snel worden opgesteld. Alvaro was degene die naar Rome zou gaan om toestemming te vragen voor het Priesterlijk Genootschap van het heilig Kruis, die de Heer hem op 14 februari op hoofdlijnen had laten zien, een andere memorabele herdenkingsdag toen de Heer hem deed inzien dat het apostolaat van het Opus Dei zich ook zou moeten uitstrekken tot vrouwen.

De insluiting van vrouwen en de incorporatie van priesters verrasten hem. In het bijzonder de stichting van de vrouwelijke tak, wat plaatsvond toen zijn geest het ontbrak aan licht en zijn wil was verdeeld tussen willen en niet weten hoe.

Sprekend over de paradoxen van de stichting zei hij eens: “De stichting van het Opus Dei gebeurde zonder mij, de vrouwelijke tak tegen mijn persoonlijke mening en het Priesterlijk Genootschap van het Heilig Kruis toen ik het zocht, maar niet in staat te zijn het te vinden.”

Uit The Founder of Opus Dei: the Life of Josemaría Escrivá , A. Vazquez de Prada, Scepter. Deel I: "The Early Years" (2001), pagina’s 217-229; Deel II: "God and Daring" (2003), pagina’s 419-448.