“Dienen, mijn kinderen, dat is het onze”

Te midden van de feestvreugde van Kana merkt alleen Maria maar dat de wijn op is - Zelfs de kleinste gelegenheden om dienstbaar te zijn worden opgemerkt door een ziel die, zoals Zij, leeft vanuit een ware hartstocht om zich aan de naaste te wijden, omwille van God. (De Voor, 631)

Dienen, dienen, mijn kinderen, dat is onze taak; dient alle mensen, opdat in onze dagen het gelovige volk in verdienste en aantal moge toenemen (Ibidem).

Kijk naar Maria. Nooit heeft een schepsel zich met zoveel nederigheid verlaten op de plannen van de Heer. De nederigheid van de ancilla Domini (Luc 1, 38), van de dienstmaagd des Heren, is er de oorzaak van dat wij haar aanroepen als causa nostrae laetitiae, oorzaak van onze blijdschap. Nadat Eva de waanzinnige zonde begaan had gelijk te willen zijn aan God, verborg ze zich vol schaamte voor de Heer: ze was bedroefd. Maria belijdt, dat zij de dienstmaagd van de Heer is. En zij wordt de Moeder van het Woord van God en is vervuld van vreugde. Moge de blijdschap van Maria, onze goede Moeder, zich aan ons allen meedelen. Laten we de heilige Maria in alles navolgen en daardoor meer op Christus gaan lijken.

Vrienden van God, 108-109

Ontvang berichten per e-mail

email