Pubers in de binnenstad van Chicago

Midtown Achievement Program is een zomerprogramma van gelovigen van het Opus Dei voor achterstandsjongeren in Chicago. Hoe leren ze goede gewoontes?

In een tijd waarin alles gepolariseerd wordt – men zegt dat mannen vrouwen niet begrijpen, blanken begrijpen de zwarten niet, mensen van buiten de stad begrijpen de stedelingen niet – vormt de Midtown Educational Foundation (MEF) in de binnenstad van Chicago iets, dat niet in de huidige tijd lijkt te passen. Midtown heeft de taak op zich genomen om leerlingen onderricht te geven naar geest, lichaam en ziel. Het heeft mensen van verschillend ras, religie, ontwikkelingsniveau en sociale achtergrond bijeen gebracht om van elkaar te leren. Midtown is van mening dat karaktervorming in het hart van het onderricht ligt en dat het leren in klasverband niet gescheiden kan worden van goede morele gewoontes.

Tegen de verwachting van deze gepolariseerde tijd in, werkt Midtown. Vrijwel alle Midtown-jongeren halen een highschool diploma, terwijl het gemiddelde in Chicago rond de veertig procent zweeft. De meesten gaan verder met een hogere of technische opleiding. Misschien is wel het grootste bewijs van het succes van Midtown dat velen van hen die in het programma als coach, verzorger en sportinstructeur werken, zelf afgestudeerden van Midtown zijn. Dit gaat door tot de top: Jim Palos, kortgeleden directeur van MEF, die onderwijs had genoten aan Columbia universiteit en de Kellogg School of Business (waar hij dienst deed als directeur inschrijving van minderheden), is zelf een Midtown-leerling. Als nadoen de betrouwbaarste vorm van een compliment geven is, dan is Midtown vandaag welgecomplimenteerd door programma’s in Washington, D.C. en New York City, die de formule nastreven.

Bezorgd, dat jeugd in een achterstandssituatie uit de binnenstad niet zou kunnen deelnemen aan de toenemende welvaart, heeft een groep zakenmensen en professionals in 1963 Midtown gesticht.

De stichters van Midtown hadden geestdrift en vastberadenheid in overvloed, maar verder niet veel. Gil Kaufman, een lid van die oorspronkelijke groep, herinnert zich dat Midtown geen geld had en niet wist hoe aan geld te komen. ‘We wisten zelfs niet hoe we een bestuursvergadering moesten houden.’ De oorspronkelijke stichters hebben niet alleen $ 30,000 geschonken om ruimtes voor activiteiten te kopen, maar gaven tijd en moeite om de kamers in de overheersend Italiaanse en Mexicaanse buurten van Chicago op te knappen. In 1965 startten de jongerenprogramma’s in drie ruimtes in the Near West Side, inclusief een band, een voetbalploeg en een fotoclub, naast andere activiteiten. In de jaren 70 werd met het Midtown Achievement Program of MAP een begin gemaakt. Sinds die tijd is dit het hart geworden van wat MEF aanbiedt.

In Midtown draaien het hele jaar door verschillende programma’s, waaronder een na-schools begeleidingsprogramma, een technologieprogramma met het doel jongens het computergebruik eigen te maken en kampen in de winter- en voorjaarsvakanties. MAP vormt echter de kern van de programma’s. Al ruim dertig jaar verschaft dit zomerprogramma van zeven weken aan jonge highschool jongens van de binnenstad de gelegenheid om te sporten en hun studie aan te vullen.

In theorie is MAP makkelijk te beschrijven. Jongens worden in teams van acht tot tien leden verdeeld. Deze teams besteden de halve dag aan lessen, en de andere helft op het speelveld, waar ze roteren in twee sporten per dag: softbal, voetbal, hockey, volleybal en het kroonjuweel van de binnenstad, basketbal. Aan elk team is een coach toegevoegd, gewoonlijk een zestienjarige afgestudeerde van het programma en een studieadviseur. MAP klinkt precies zoals zovele zomerprogramma’s.

Wat echter MAP onderscheidt is de nadruk op karaktervorming. Iedere jongen volgt een vak dat ‘karakter-ontwikkeling’ heet of KO. Het vak bevat basale, niet aan een geloof gebonden morele instructie: verantwoordelijkheid, volharding, eerlijkheid, dienstbaarheid, leven uit plicht voor geloof, gezin en gemeenschap. In de KO-les proberen de leraren een verbinding te leggen tussen het leven van een adolescent en morele grondbeginselen – niet liegen, de juiste autoriteiten gehoorzamen, je verantwoordelijkheden vervullen. De benaderingswijzen variëren en zijn altijd open voor verfijning. Het programma staat open voor jongens van alle geloven. Het doel is altijd deze principes toepasbaar te maken op de levens van de jongens.

Karakterontwikkeling is niet beperkt tot het klaslokaal. Ook het sportveld voorziet in gelegenheid om te groeien. Iedere Midtown-jongen krijgt de gelegenheid om te spelen en van de deelnemers wordt verwacht om hun mogelijkheden te benutten en te verbeteren. Een of twee kampioenen benadrukken dat teamgeest belangrijker is dan winnen. Het gedrag van een gentleman wordt geleerd. Het sportveld leert de jongens zowel te winnen als te verliezen met een goede instelling.

Persoonlijke aandacht

De adviseur laat het Midtownprogramma werken. Iedere adviseur, gewoonlijk een universitair student die hier vrijwillig zijn zomer doorbrengt, werkt met twee teams, een ’s ochtends en een ’s middags. De adviseur heeft twee keer per week een persoonlijk gesprek van 15 of 20 minuten met. elke jongen uit zijn teams. Gespreksonderwerpen lopen uiteen van sport, lessen en vrienden tot meer serieuze zaken als moeilijke thuissituatie, druk vanuit de omgeving, experimenteren met drugs en alcohol en aansluiting bij jeugdbendes, en het belang van het maken van een leefplan dat realistisch is – en eraan vasthouden. Iedere bijeenkomst eindigt met een praktisch besluit ter verbetering op een klein gebied van het leven in de hoop op het opbouwen van goede karaktergewoontes.

Hier is een gewoon Midtowngesprek:

“Jose, hoe lang kijk je elke dag naar de TV?

“Niet te lang.”

“Hoe lang is niet te lang?”

Een gezicht van diep nadenken en concentratie, “Ik weet het niet, ik kijk zo weinig.”

“Misschien – een uur per dag? Ik doe altijd mijn huiswerk voor ik naar de TV kijk.”

Uh, uh schudt de adviseur. “Jose, bij onze laatste afspraak vertelde je moeder me dat je minstens 6 uur per dag kijkt nadat je uit school bent gekomen en je doet zelden je huiswerk.”

Een schok. Ongeloof. Verbijstering. (Ik ben gepakt!)

Gesprekken zoals deze vormen een reden waarom Midtown de betrokkenheid van de ouders zeer belangrijk vindt. Er zijn tijdens de zomer verschillende ouder-adviseur bijeenkomsten en van iedere adviseur wordt verwacht wekelijks telefonisch contact te hebben met de ouders van zijn jongens. Ouders en adviseurs wisselen informatie uit, adviseurs gaan na of de besluiten nagekomen worden en ouders geven specifieke gebieden van zorg door: Jaime vecht veel met zijn zusjes. De kamer van John is een puinhoop. Dennard doet thuis nooit karweitjes.

Aan elk van de ouders wordt een beperkte bijdrage gevraagd, gemiddeld vijftig dollar. Voor velen is zelfs een klein bedrag een opgave, maar niemand wordt afgewezen vanwege de onmogelijkheid van deze bijdrage. Aan iedere jongen wordt gevraagd of hij echt aan het programma wil deelnemen en adviseurs worden herhaaldelijk tijdens de oriëntatie verzekerd dat de jongens echt willen deelnemen.

Midtown-jongens zijn gemiddelde adolescenten. Zij ondergaan dezelfde wisselingen in gemoedsstemming; zij stuiteren voortdurend heen en weer tussen de meest moderne drogreden en kinderachtige driftbuien; ze zijn afwisselend onafhankelijk en kleverig. Ze kunnen pijnlijk wreed zijn en grootmoedig goedgeefs; ze zijn dikwijls eerlijk, spaarzaam, wijs en verantwoordelijk; dikwijls bedrieglijk, lui en kleingeestig. Kortom, net als een dertienjarige die je kent.

Niemand komt door de adolescentie zonder een paar klappen en niemand verwacht dat Midtown instant heiligen maakt. Voor Midtown-kinderen is er een smalle marge voor fouten in het leven, er zijn geen veiligheidsnetten. Ze hebben geen goede scholen, veilige woonomgeving of naschools voetbal dat hen vooruit helpt. Een karakteruitglijder, een slechte beslissing en de jongen kan eindigen in een moordrapport van een politiedistrict.

“Zo Jason, bij ons laatste gesprek heb je beloofd de borden af te wassen zonder dat je gevraagd werd. Heb je dat gedaan?”

“Ja.”

Pauze.

“Ben je er zeker van?”

“Ja, daar ben ik zeker van.”

“Echt waar?”

Verbittering, protest van onschuldig zijn: “Ik kan niet geloven dat je denkt dat ik lieg!”

“Echt waar?”

“Mmmm… nee.”

Tenslotte waste Jason de borden af.

Dit lijkt onbelangrijk, maar het is het idee achter Midtown: kleine daden bouwen gewoontes op en slechts gewoontes van een goed karakter maken het je mogelijk om aan grote verleidingen weerstand te bieden – snel drugsgeld, uitvallen, een inschrijvingstermijn voor school laten verlopen. Het is gemakkelijker om aan een kind te vertellen dat hij geen misdaad moet begaan, als hij al de gewoonte heeft om eerlijk te zijn in de kleine dingen.

Deuren open houden

Zoals iedere organisatie zonder winstoogmerk is Midtown in een voortdurende strijd om voor de programma’s fondsen te verwerven. Zij profiteert echter van de ruggesteun van enkele van de grootste bedrijven uit het gebied van Chicago. De president en directeur-generaal van Walgreen, L. Danniel Jorndt en Sondra A. Healy, de voorzitter van Turtle Wax, Inc. zijn beide kort geleden toegetreden tot het bestuur van Midtown. Beide organisaties zijn edelmoedige donateurs. Virginia McCaskey, de eigenaar van de Chicago Bears, is al lange tijd een steunpilaar van Midtown door het “Bears Care Fund” van het team en Midtown wordt gewoonlijk door minstens een coach of speler elke zomer bezocht. Andere bedrijfsbijdragen komen van Kraft, Inc. en de Amoco corporatie, terwijl ook stichtingssteun komt van de Aon Stichting, de Kresge Stichting en de William G. Mc Gowan Charitable Fund, Inc.

De oorspronkelijke ruimte van Midtown aan South Loomis Street nr. 718 wordt nu gebruikt voor het bewaken van de MAP-activiteiten. Het programma voor de jongens is verhuisd naar een nieuw gebouw op het terrein van de St. Mary of the Angels School in Bucktown, een voormalige Poolse buurt, die een snelle upgrading ondergaat.

Oorspronkelijk gepubliceerd in januari 1998. Herzien in april 2002. Opnieuw afgedrukt met toestemming van het Capital Research Center.

Justin Torres // Compassion and Culture Magazine