Kwellende vrijheid

Hoe vrijer de postmoderne mens is, hoe groter de kans dat het leven een onbegrijpelijke kwelling wordt. Dat betoogde de Leuvense filosoof Herman de Dijn vorige week bij een priesterstudiedag in Moergestel. Tegelijk liet hij zien hoe gebondenheid een bron van innerlijke vrijheid en tomeloze energie kan zijn.

Professor De Dijn: 'De moderne mens vindt het onaanvaardbaar dat hij is wie hij is.'

Voor mensen voor wie filosofie een bruggetje te ver is, grossiert professor De Dijn in aha-erlebnissen. Ontspannen maar trefzeker schetst hij de realiteit, zet dingen in perspectief die ieder dagelijks op zich af ziet komen. “De moderne mens vindt het onaanvaardbaar dat hij is wie hij is. Ik moet kunnen willen wat ik wil en kunnen beschikken over mijzelf.” Je denkt dan direct aan een tv-serie als Extreme Make Over, waarin mensen de meest pijnlijke operaties ondergaan om maar te voldoen aan een schoonheidsideaal.

En verdraaid, “mensen zoeken nog meer naar succes dan naar genot, ze willen gezien worden”, vertelt De Dijn. “Ze zijn bereid daarvoor extreem ongenot te verduren”. Beelden van verschillende reality tv-series flitsen door het hoofd, van mensen die zich vrijwillig uitleveren aan het voyeurisme van het buisgepeupel.

“Al kan ik maar 5 minuten beroemd zijn”, vervolgt De Dijn, die zelf sport als voorbeeld geeft. “U kent allemaal tenniskampioene Kim Clijsters? Welnu, haar lichaam is al kapot, want we moeten maar scoren. Wij zijn geobsedeerd door lijstjes. Wat wij willen is: méér. Leren bijvoorbeeld is niet meer bedoeld om te weten, maar om meer competenties te verwerven. Wij zijn kapitalisten van onszelf geworden.

Dit is eigenlijk wat er met de mammon bedoeld wordt; een eindeloos verlangen dat nooit ophoudt. Dat resulteert in activisme: wie stilstaat is verloren.”

“Wee zij zonder talenten”, aldus De Dijn, die schetste hoe talloze mensen bij deze rat race moeten afhaken en verpauperen in pure genotzucht en depressie. Maar voor allen geldt dat “men niet meer tevreden is met zichzelf” en zichzelf, net als Theresa uit Kundera’s boek De ondragelijke lichtheid van het bestaan, afvraagt “waarom ik ik ben”.

Onbegrijpelijke keuze

Ook een katholieke universiteit als die van Leuven zit in dat systeem van prestatiedwang gevangen. En dan komt er ineens een briljante studente, die de universiteit op het oog had voor zichzelf te behouden, die er de brui aan geeft. Niet omdat zij het zat is, maar omdat zij een kindje krijgt. “Iets waar zij heel haar leven op heeft zitten wachten en waardoor zij weet waarvoor zij is”, aldus de Leuvense prof die zijn blijvende verbazing over deze paradox moeilijk kan verbergen. “Wat wij hier zien is vrijheid in gebondenheid. Zij geeft haar vrijheid op voor iets waarvan zij niet weet wat er gaat gebeuren. Zij kiest voor het ongewisse. In het huidige systeem zou men dan zeggen: ‘u bent verloren’.”

“De paradox is dat zij zich bindt maar dat dat tegelijk de kracht geeft te doen wat men moet doen en zelfs meer dan men ooit van zichzelf had gedacht.”

Het merkwaardige is dat mensen voelen dat men gekozen is en iets wordt toevertrouwd. Indien men dat beaamt, veronderstelt dat niet alleen trouw, maar mag men er ook op vertrouwen.

Roeping

En zo kwam De Dijn uit bij het fenomeen roeping en plaatste dat tegenover het heersende systeem van het najagen van schimmen. Tegenover de ontevredenheid met zichzelf en de talloze onvervulde wensen, staat de overtuiging – die moet groeien – dat men gekozen is en dat men zichzelf moet aanvaarden. Bij het eerste, waarbij het ieder vrij staat te doen wat hij wil, is men veroordeeld tot het najagen van meer, tot strandens toe. Bij het tweede, waarbij aanvaarden van roeping in principe gebondenheid betekent aan wat men niet heeft gekozen, blijkt men soms het onmogelijke te kunnen, met behoud van de innerlijke vrijheid.

Volharding

Kardinaal Simonis: 'Volharding is als een spier die getraind moet worden.'

Kardinaal Simonis vulde dit beeld fantastisch aan met een voordracht over de volharding, een deugd die in hem in de afgelopen drie decennia vleesgeworden is. Hij was naast De Dijn uitgenodigd door de prelatuur van het Opus Dei om de aanwezige priesters te inspireren en aan te moedigen.

Hij wees erop dat tegenslag volgens de heersende mening per definitie negatief is, maar dat het doorstaan van die beproeving “innerlijk een kwalitatieve verandering teweegbrengt”: “Wie volhardt komt sterker uit de strijd”, aldus de kardinaal en: “Volharding is als een spier die getraind moet worden.” Hij ried het lezen van de bijbelse verhalen van de Makkabeeën aan als “toonbeelden van volharding en trouw”.

Aan volharding gaat een welbewuste keuze vooraf om aan de verleidingen te weerstaan, onderstreepte de kardinaal. Dat valt niet altijd mee. “In het Oude Testament was er sprake van een gouden koe. Vandaag graast er een hele kudde gouden koeien.”

Maar, onderstreepte hij, als je je vandaag aan iemand wil optrekken is het paus Johannes Paulus II, die tot op het laatste van zijn leven volhardde.

De studiedag in conferentieoord Zonnewende te Moergestel werd georganiseerd door het Priestergenootschap van het Heilig Kruis.

Jan Peeters // Katholiek Nieuwsblad