Twee jaar na de heiligverklaring

Op 6 oktober is het twee jaar geleden dat paus Johannes Paulus II de stichter van het Opus Dei, Jozefmaria Escrivá, heilig verklaarde op het Sint Pietersplein in Rome.

In het schemerdonker van 23 juni 1946 kwam de priester Jozefmaria voor het eerst in Rome. Hij installeerde zich in een klein appartement van een flatgebouw aan het Città Leoninaplein, vlak naast de Sint Pieterbasiliek. Diezelfde avond ging hij naar de overdekte galerij van de flat, die uitzicht biedt op het pauselijke paleis en op de ramen van de kamers waarin de paus woont. Hierdoor geraakt, begon hij voor Pius XII te bidden. Zoals hij schreef in De Weg, had hij ernaar verlangd een bedevaart naar Rome te maken videre Petrum, om Petrus te zien. De uren gingen voorbij en bij het ochtendgloren was de heilige Jozefmaria nog steeds in gebed verzonken; hij had zijn eerste Romeinse nacht biddend doorgebracht.

In Rome

Onder dezelfde ramen van het pauselijke paleis bad vanaf de morgen van 6 oktober een grote menigte voor de paus en de Kerk. De mensen vulden het Sint Pietersplein en de Via della Conciliazione. Volgens de Romeinse politie waren er rond 450.000 à 500.000 aanwezigen bij de heiligverklaring van de heilige Jozefmaria. Voor velen was het ook hun eerste reis naar Rome; voor sommigen wellicht ook de enige.

De eerste deelnemers aan de heiligverklaring kwamen al eind september in Rome aan: per vliegtuig, trein, bus, auto of schip. In de haven van Civitavecchia meerden acht schepen aan. Op verschillende plaatsen in Rome werden de reizigers opgevangen door jonge vrijwilligers.

Op 3 oktober werd het lichaam van de stichter van het Opus Dei overgebracht naar de basiliek van San Eugenio, waar de mensen bij de kist van de nieuwe heilige konden bidden.

Op vrijdag 4 oktober was in het auditorium van Santa Cecilia aan de Via della Conciliazione de presentatie van het project Harambee 2002. Dit solidariteitsfonds voor ontwikkelingsprojecten in Afrika is opgericht bij gelegenheid van het eeuwfeest en de heiligverklaring van de heilige Jozefmaria.

Onder de heiligen

De plechtigheid van de heiligverklaring begon 6 oktober om tien uur ’s ochtends. “Tot glorie van de allerheiligste Drievuldigheid verklaren wij de zalige Jozefmaria Escrivá de Balaguer heilig en wij bepalen dat hij wordt opgenomen in de canon der heiligen. Wij bepalen voorts dat hij in de gehele Kerk vereerd wordt onder de heiligen”, riep Johannes Paulus II plechtig uit. Het “Amen” van de menigte sloot de formule van de heiligverklaring af en een daverend applaus klonk vanaf het Sint Pietersplein tot aan de Engelenburcht. Na de mis wilde de paus de aanwezigen groeten. In de pausmobiel, vergezeld van de prelaat van het Opus Dei, reed hij over het plein en de Via della Conciliazione. Onderweg werden hem kleine kinderen aangereikt die hij zegende en op het voorhoofd kuste.

Maandag de 7e ontving de heilige Vader de deelnemers van de heiligverklaring in audiëntie. In zijn toespraak herinnerde Johannes Paulus II aan de onvoorwaardelijke houding van dienstbaarheid van de nieuwe heilige aan alle mensen, “die duidelijk zichtbaar was in de toewijding aan zijn priesterlijk ambt en in de grootmoedigheid waarmee hij zoveel evangelisatiewerken en ontwikkelingsprojecten ten dienste van de armsten vooruit heeft gebracht”. Mgr. Javier Echevarría, prelaat van het Opus Dei, had kort daarvoor op hetzelfde Sint Pietersplein een mis van dankzegging gevierd.

Aan het einde van de audiëntie groette patriarch Teoctist, hoofd van de Roemeens-orthodoxe kerk, de paus. De aanwezigen bij de audiëntie betuigden met hun herhaaldelijk applaus het gemeenschappelijk verlangen naar eenheid van zovele katholieken uit alle delen van de wereld.

Dankzegging

Op 8 en 9 oktober waren in verschillende basilieken en kerken van Rome missen van dankzegging in achttien talen. De plechtigheden rond de heiligverklaring van Jozefmaria werden op 10 oktober afgesloten met de overbrenging van zijn lichaam naar de prelaatskerk van Onze Lieve Vrouw van de Vrede.