Pionier van het Opus Dei begraven in crypte prelaatskerk

Dora del Hoyo is het eerste vrouwelijke lid van het Opus Dei dat is begraven in de hoofdkerk van de prelatuur in Rome. Ze was een belangrijke steun voor de stichter van het Opus Dei en diens opvolger Álvaro del Portillo.

De plechtige uitvaart in de Romeinse basiliek van San Eugenio op 12 januari werd geleid door de prelaat van het Opus Dei, mgr. Javier Echevarría.

Dora del Hoyo was een pionier van het Opus Dei. Ze werd in 1914 geboren in het Spaanse Boca de Huergaro. Ze leerde het Opus Dei in Madrid kennen op 29-jarige leeftijd. Ze werkte toen bij de civiele dienst van een studentenhuis dat geleid werd door mensen van het Opus Dei. Ze is de eerste vrouw die zich als lid van het Opus Dei beroepsmatig is gaan wijden aan het administratief en huishoudelijk instandhouden van centra van het Opus Dei.

In 1946 vroeg de heilige Jozefmaria haar naar Rome te verhuizen om daar te zorgen voor de instandhouding van de hoofdzetel van de prelatuur en voor de vorming van jonge leden. Sindsdien is zij in Rome blijven wonen en heeft zij de stichter van het Opus Dei bijgestaan in opleidingstaken, waarvoor zij ook naar andere landen reisde.

Nadat de heilige Jozefmaria in 1975 overleed, heeft zij de beroepsvorming van jonge vrouwen, die daarvoor uit alle delen van de wereld naar Rome kwamen, voortgezet. Ze was daarin een belangrijke steun voor de eerste opvolger aan het hoofd van het Opus Dei, mgr. Álvaro del Portillo.

Crypte

Dora onderscheidde zich door haar grote overgave en inzet in de haar toevertrouwde taken. Daarom besloot de huidige prelaat van het Opus Dei, mgr. Javier Echevarría haar stoffelijke overschot bij te zetten in de crypte van de prelaatskerk van Onze Lieve Vrouw van de Vrede, waar ook de heilige Jozefmaria Escrivá en mgr. Álvaro del Portillo liggen begraven.

Op deze wijze kunnen de velen die haar hebben gekend of vorming van haar hebben ontvangen, haar graf bezoeken.