Perschef Joaquin Navarro-Valls: ‘Ik ben slechts de envelop’

Joaquin Navarro-Valls was psychiater, journalist en ongehuwd lid van Opus Dei, toen hij in 1984 perschef werd van het Vaticaan. Een zeldzaam gesprek met een invloedrijk en boeiend man, over zijn werk en zijn privé-leven.

Na de paus is Joaquin Navarro-Valls is voor de pers hét gezicht van het Vaticaan. De voormalige psychiater is inmiddels 69, maar dat weerhield de nieuwe paus niet hem te vragen aan te blijven. Wie is deze man en wat bezielt hem?

De hele wereld zag u in tranen bij de dood van paus Wojtyla.

“Inderdaad. Op het laatst liet ik zien hoe kwetsbaar ik was. Tot dat moment was ik in staat geweest mijn taak te vervullen en informatie te verstrekken over de verslechterende gezondheid van Johannes Paulus en had ik mijn emoties onder controle kunnen houden. Maar toen een Duitse collega me vroeg: ‘Maar hoe gaat u persoonlijk om met dit verlies?’, kon ik mijn tranen niet langer bedwingen.”

Nu zijn we enkele maanden verder. Is het verdriet nu minder?

“Het wordt minder. En de reden is het rijke karakter van de paus. Je kunt je gemakkelijker verzoenen met de dood van iemand die zoals hij zijn sporen heeft nagelaten. Weet u wat het eerste gebed was dat de mensen in de kamer uitspraken op het moment van zijn overlijden?”

Een requiem?

“Nee, een Te Deum, een plechtige dankhymne. De zusters, de secretaris en de anderen die aanwezig waren, zongen het spontaan als dank aan God. Niet voor zijn dood natuurlijk, maar voor de 84 jaar die zo vruchtbaar zijn geweest. Ook ik vond het op dat moment moeilijk de gebruikelijke gebeden voor de overledenen te bidden.”

Nu er een nieuwe paus zo volledig het toneel vult, is dat voor u een vergelijkbare situatie?

“Het is niet gemakkelijk geweest. Op twee manieren is er een band tussen de twee pausen, zowel op persoonlijk als op intellectueel vlak. Johannes Paulus was degene die aan het begin van zijn pontificaat kardinaal Ratzinger benoemde. Ze hebben voortdurend met elkaar van gedachten gewisseld. Als u eens wist hoe prachtig het was die twee met elkaar in gesprek te zien! Aan de ene kant de filosoof-paus, aan de andere kant de kardinaal-theoloog. En tussen die twee een ononderbroken stroom.”

Maar van buitenaf zie je ook een paar verschillen.

“Er zijn bepaalde verschillen in persoonlijkheid en karakter. Maar gelooft u nu echt dat een eeuwenoud instituut als de Kerk radicaal kan veranderen door wat een paus doet? Natuurlijk zijn er aanpassingen en is er een wisselwerking met de historische context, maar die vinden altijd plaats binnen de dynamiek van de man en de instelling. Per slot van rekening is een paus een vast gegeven, omdat hij altijd te maken heeft met dezelfde fundamentele thema’s: wat is een man, wat is een vrouw, wat is menselijke liefde. Dat zijn begrippen van zowel antropologische als religieuze aard.”

Rekende u erop opnieuw benoemd te worden?

“Helemaal niet. Ik had al andere plannen. Ik hoopte te kunnen terugkeren naar mijn ‘eerste liefde’, de geneeskunst, die ik al veel te lang had verwaarloosd.”

Waarom hebt u dan geen ‘nee’ gezegd?

“Als je het zelf nooit hebt meegemaakt, dan kan ik u vertellen dat het niet gemakkelijk is ‘nee’ te zeggen tegen een paus.”

Hoe zag het gezin eruit, waar u uit afkomstig bent?

“Het was een prachtig en hecht gezin. Mijn vader was een jurist met een grote intellectuele kracht. Hij stelde me in staat arts te worden, zonder me onder druk te zetten de juridische traditie van ons gezin voort te zetten. Mijn moeder – ze is nu 91 – was door en door moeder, toegewijd en innig. Ik wilde hun beider achternamen verbinden met een tussenstreepje om hen altijd bij me te houden. En dan was er ook mijn zus Asunción, bij wie ik altijd heel graag was.”

U straalt helemaal. Hield u zoveel van uw zus?

“Heel veel. Helaas stierf ze onverwachts op 35-jarige leeftijd aan een slagadergezwel in de hersenen. Ik was aanwezig bij de geboorte van alle vier de kinderen die zij achterliet.”

Aan uw gezicht te zien is dat nog steeds een open wond?

“Ja. We waren haast als een echtpaar, met een enorm sterk aanvoelen van elkaar. Ze was maar een jaar ouder dan ik en we deden alles samen. Zelfs dansen. In onze jonge jaren vroegen de mensen ons op feestjes altijd samen de tango te dansen. Mijn vriendin was daar dan ook bij, maar ik danste met mijn zus. We waren kennelijk heel goed.”

De meeste mensen zullen zich u niet voorstellen als een groot danser. Was dat in de tijd dat u ook stierenvechter was?

“Dat is een sprookje dat jaren geleden is verzonnen. Misschien alleen maar omdat ik uit Spanje kom. Ik heb het nooit de wereld uit kunnen krijgen. Als u nu zorgvuldig opschrijft dat dit niet klopt, zal ik u vertellen wat wél waar is.”

En dat is?

“Dat ik ooit geacteerd heb. En helemaal niet slecht.”

Dat verklaart sommige van uw manieren en uw uitstraling. Waar speelde u?

“Op de universiteit. Daar moest ik wel wat voor overhebben, want mijn medische studie was best zwaar. Het toneelgezelschap stond onder leiding van een goede regisseur. In de winter speelden we een modern stuk van Elliot en Priestley en ’s zomers Shakespeare.”

Welke rollen speelde u?

“De meeste, maar vooral Hamlet en Romeo.”

Uw verleden lijkt een tegenbeeld van uw huidige leven. Wat veroorzaakte de ommekeer?

“De keuzes die ik al eerder noemde en mijn ontmoeting met het gedachtegoed van Josemaría Escrivá, toen ik net twintig was. Dat stelde me in staat mijn geloof te integreren in mijn werk als arts.”

U bent arts, maar de laatste dertig jaar hebt u als journalist gewerkt, zij het in een uitzonderlijke baan.

“Journalistiek was voor mij een tweede keus. Ik ben journalistiek en communicatie gaan studeren om mijn werk als arts beter te kunnen uitvoeren.”

Hoezo?

“In onze moderne samenleving kan communicatie een diepe invloed op mensen uitoefenen. Als psychiater zag ik voortdurend hoe patiënten leden onder angst, niet door de problemen in hun leven, maar door het gevoel dat ze niet opgewassen waren tegen de rolmodellen die de reclame en de kranten hun voorhielden. Denk maar eens aan de rimpels en de mythe van de eeuwige jeugd waardoor zoveel vrouwen – en heel wat mannen – gekweld worden.”

Hoe beoordeelt u vanuit uw observatie de huidige journalistiek?

“Die is veelzijdiger en rijker dan ooit, met een enorm scala op ieder gebied. Maar dat houdt ook een levensgroot gevaar in: het bezig zijn met zichzelf en het verlies aan contact met de werkelijkheid.”

Bent uzelf niet bang fouten te maken in uw werk?

“Daar ben ik mee opgehouden toen ik mezelf afvroeg: ‘Als je op een gegeven dag een enorme fout maakt, die in de koppen van alle kranten ter wereld afgedrukt wordt, wat gebeurt er dan met de Kerk?”

En, wat was daarop uw antwoord?

“Dat er dan helemaal niets zou gebeuren. De Kerk wordt niet geschaad door de fout van één man. Weet u hoe ik me voel in mijn werk?”

Nou?

“Als een envelop waar een boodschap in zit. Die envelop moet er netjes uitzien, met een mooi handschrift, maar het is slechts de buitenkant. Wee degene die envelop verwart met de inhoud.”

Dacht u er in het begin ook zo over?

“Toen Johannes Paulus II me 21 jaar geleden de taak toevertrouwde de informatiedienst van het Vaticaan te reorganiseren, voelde ik het gewicht van de uitdaging. Maar ik nam het risico. De wereld was aan het veranderen. En de paus ging op een totaal nieuwe manier met communicatie om, hij ging ervoor met hart en ziel. Ik kon het allicht proberen.”

U ziet er goed uit voor uw 69 jaar, maar hebt u geen moeite met het ouder worden?

“Ik ben voor alles verrast. Hemeltje, zeg ik wel eens tegen mezelf, tennis is niet meer een makkie zoals vroeger. Heb ik te weinig getraind? Nee, ik word gewoon oud.”

Maakt dat u niet bang?

“Helemaal niet. Ik kijk naar de beperkingen van onze cultuur, die ouderdom beschouwt als belediging. Vroeger kleedde men een eerste communicant als een volwassene. Nu kleden volwassenen zich als kinderen en maken ze zich belachelijk. Maar de prachtige manier waarop de paus omging met zijn ouder worden, was wellicht een correctie. Hij leerde dat leven leidt naar sterven, maar dat dat niet het einde is.”

Vertaling Ed Arons

Overgenomen met toestemming van www.chiesa.espressonline.it

Stefania Rossini // Katholiek Nieuwsblad