“De meimaand begint nu. Christus verwacht van ons, dat wij deze kans niet onbenut laten om in liefde tot Hem te groeien door de omgang met zijn Moeder. Laten wij iedere dag meer contact met haar zoeken in de kleine details - kleine dingen, fijne attenties - die op den duur uitgroeien tot grotere daadwerkelijke heiligheid en apostolaat, kortom tot een voortdurende inspanning om aan de verlossing die Christus aan de wereld heeft gebracht, een bijdrage te leveren.” [1]
Op vele plaatsen in de wereld is de maand mei volgens kerkelijke traditie toegewijd aan de Heilige Maagd Maria. Gedurende deze tijd, proberen christenen de Moeder van God meer present te maken in hun harten, met een liefde die zich uit een warme toewijding aan Onze Lieve Vrouwe.
De heilige Jozefmaria liet op vele manieren graag zijn liefde voor de Maagd Maria zien, maar hij zei altijd dat een van zijn favoriete devoties een individuele bedevaart was of een bedevaart met een groep van twee of drie. “Ik eerbiedig en waardeer die andere openbare uitingen van vroomheid, maar ik persoonlijk tracht liever Maria dezelfde tederheid en hetzelfde enthousiasme aan te bieden door persoonlijke bezoeken of in kleine groepjes, waardoor een gevoel van intimiteit ontstaat.” [2]
In 1935, na zijn eerste bezoek aan het Mariaheiligdom van Sonsoles bij Avila, startte de stichter van het Opus Dei de gewoonte voor leden van het Opus Dei om in mei een bedevaart te doen. Als een teken van liefde voor Maria, maakten zij elke maand mei een bedevaart, indien mogelijk vergezeld van vrienden, naar een Mariaheiligdom of naar een andere plaats waar een afbeelding van de Maagd Maria wordt vereerd. Vanaf dat moment werd deze gewoonte overgenomen door vele anderen die met deze gewoonte in aanraking kwamen.
Een mei-bedevaart is een bezoek aan de Maagd Maria met een kinderlijke liefde. De heilige Jozefmaria bad drie delen van de rozenkrans: een op de heenweg, een andere corresponderend met de dag in de week voor de afbeelding van Onze Lieve Vrouwe, en een derde op de terugweg.
Kleine verstervingen kunnen worden opgedragen aan de Maagd voor persoonlijke intenties en voor de gehele Kerk, bijvoorbeeld door een deel van de bedevaart te voet te doen, slecht weer met vreugde te accepteren, geen versnapering te nemen, etc.
De gewoonte van de mei-bedevaart heeft een bijzondere apostolische geest. De heilige Jozefmaria moedigde ons aan om een vriend of familielid mee te nemen en de gelegenheid te gebruiken om stappen voorwaarts te maken in hun christelijk leven.
“Aan veel bekeringen, veel beslissingen om zich in dienst van God te stellen, ging een ontmoeting met Maria vooraf. Onze Lieve Vrouw heeft het verlangen om te zoeken aangewakkerd, heeft op moederlijke wijze de onrust in onze ziel gestimuleerd, doet ons zuchten naar verandering, naar een nieuw leven. En op deze manier wordt het: doet wat Hij u zeggen zal, een realiteit van liefdevolle overgave, een christelijke roeping die ons hele persoonlijke leven verlicht.” [3]
“Een bijzondere uiting van het moederschap van Maria,” aldus Johannes Paulus II in Fatima, “wordt op plaatsen gevonden waar ze een ontmoeting met mensen heeft gehad, plaatsen waar de aanwezigheid van onze Moeder op een bijzondere wijze is opgemerkt. Op al deze plaatsen is de unieke getuigenis van onze gekruisigde Heer vervuld. Daar is de mensheid toevertrouwd aan Maria, daar kunnen we haar als onze eigen moeder ontmoeten, open je hart voor haar, spreek met haar over alles.”
1. Heilige Jozefmaria. Als Christus nu langs komt . nr. 149
2. Ibid ., nr. 139
3. Ibid ., nr. 149