Lola Fisac, de eerste vrouw van het Opus Dei, overleden

Op 31 maart overleed in Madrid de eerste vrouw van het Opus Dei. Lola Fisac werd 95 jaar. Ze sloot zich in 1937 bij het Opus Dei aan.

María Dolores Fisac Serna werd geboren in het Spaanse Daimiel (Ciudad Real). Haar broer Miguel sprak haar in 1935 voor het eerst over Jozefmaria Escrivá. Na de Spaanse burgeroorlog verhuisde ze met haar ouders naar Madrid. Daar werkte ze met Escrivá aan de ontwikkeling van het apostolaat van het Opus Dei dat in 1928 door hem was gesticht.

Samen met de moeder en zus van de heilige Jozefmaría verzorgde zij de civiele dienst van de eerste studentenhuizen en centra van het Opus Dei. De huidige prelatuur was toen een instelling van nauwelijks tien jaar en had kort daarvoor de eerste diocesane goedkeuring ontvangen. In de moeilijke na-oorlogse jaren wist Lola Fisac met haar doorzettingsvermogen en professionaliteit een aangename en huiselijke sfeer in de centra te bewerkstelligen.

Toen in 1941 te Madrid het eerste huis voor vrouwen werd geopend, ging ze daar wonen. Kort daarna moest ze haar werk combineren met de zorg voor haar zieke ouders. Dit heeft ze dertig jaar lang gedaan.

Als een van de eerste vrouwen van het Opus Dei heeft Lola Fisac veel bijgedragen aan het evangelisatiewerk. Ze bracht in praktijk wat de stichter in de jaren 40 schreef: Met een handvol vrouwen op wie ik aankan, vervullen we de wereld met goddelijk licht en vuur. Heb geloof in God en een beetje vertrouwen in mij, arme zondaar.

Lola Fisac laat een diep spoor na in de herinnering van gelovigen van de prelatuur en van vele anderen die haar hebben gekend. Zij was 68 jaar lang een voorbeeld van krachtdadig geloof in God en van onwankelbare trouw. Met eenvoud en goed humeur bracht zij dagelijks de in haar jeugd genomen beslissing in praktijk. Zoals zij in haar herinneringen schreef, beleefde zij “geheel en al en zonder voorwaarden” haar roeping tot het Opus Dei.