Durf het goede voorbeeld te geven

Aan het einde van de grote Eucharistieviering in het Downsview Park, Toronto, nodigde Johannes Paulus II de jongeren uit voor de volgende Wereldjongerendagen in Keulen van 15 t/m 21 augustus 2005. De paus kondigde ook het thema aan: “We zijn gekomen om Hem te aanbidden” (Mt. 2,2). Het volgende getuigenis van een Zweeds meisje kan helpen zich op deze lang verwachte ontmoeting voor te bereiden.

Johannes Paulus II op de Wereldjongerendagen in Toronto, 2002.

Ik werd in Stokholm geboren waar ik altijd gewoond heb. God zij dank groeide ik op in een gelovig gezin: mijn vader is katholiek en mijn moeder protestant. Alle vier de kinderen zijn gedoopt in de Katholieke Kerk toen we klein waren. We werden door onze ouders opgevoed als christenen, altijd in volle vrijheid. Ook al had God een belangrijke plaats in mijn familie en was Hij aanwezig in mijn leven en in de dagelijkse gesprekken, toch miste ik een meer persoonlijke en constante relatie met Hem. Daarom heeft de leer van de heilige Jozefmaria Escrivá een doorslaggevende rol in mijn leven gehad. Ik heb daardoor God beter leren kennen en een band van echte vriendschap met Hem kunnen ontwikkelen.

Ik maakte kennis met de boodschap van mgr. Escrivá door andere mensen en ook door het lezen van zijn boek De Weg, het enige dat toen in het Zweeds vertaald was. Vanaf die tijd heb ik de heilige Jozefmaria steeds beter leren kennen en heb ik een bevestiging gevonden van mijn eerste indrukken over zijn boodschap. Ook daarna heb ik me daarin verder kunnen verdiepen.

Het menselijke en bovennatuurlijke aspect van de leer van de stichter van het Opus Dei trok mij aan en heeft me aangemoedigd mijn christelijk leven serieus te nemen: God in het alledaagse te zoeken, met regelmaat te bidden. Zijn toegankelijke en eenvoudige raadgevingen hielpen me want ik kon ze meteen toepassen op mijn situatie als scholier: met God en voor God te leven hoeft niet in bijzondere omstandigheden te gebeuren of met bijzondere daden. God wacht op mij in de studie, in de omgang met mijn familie en vriendinnen, zowel op momenten van ontspanning en voldoening als in moeilijkheden en lijden.

Op een levendige en duidelijke manier heeft de heilige Jozefmaria me geleerd dat God een Vader is en een vriend. Hij is altijd dichtbij en bemint ons meer dan alle moeders en vaders op aarde hun kinderen kunnen beminnen. Hij wil een intieme en voortdurende relatie met me hebben. Deze visie sluit het beeld uit van een God die een obstakel is of iemand die dingen verbiedt.

Een ander aspect van de heilige Jozefmaria dat me veel geholpen heeft, is zijn optimisme ten opzichte van het leven en tegenover de mogelijkheid om ons te verbeteren. Het is het optimisme van iemand die niet vlucht voor de werkelijkheid als deze hard wordt. De heilige Jozefmaria was een realistische man. De realiteit is dat wij echte kinderen van God zijn. En als deze God, die altijd het beste voor ons wil, moeilijkheden toelaat, dan zullen deze zeker goed zijn voor onze groei in onze liefdevolle vereniging met Christus aan het kruis. Hij heeft me bijvoorbeeld geholpen om sterk in mijn schoenen te staan in mijn overtuiging en gedrag als jonge christen. Terwijl ik omringd was door vrienden, bekenden en klasgenoten die mijn besluit niet begrepen om mijn christelijk leven serieus te nemen, heeft hij me juist naar de tegenovergestelde kant getrokken.

Dit optimisme, gebaseerd op de voorzienigheid van God, brengt noodzakelijkerwijs vrede en vreugde met zich mee die de mensen om ons heen merken. Toen ik net klaar was met mijn middelbare school zei een klasgenoot (die ik, trouwens niet eens zo goed kende) tegen mij: “Bedankt dat je altijd zo blij was in de afgelopen drie jaar.”

De Weg heeft me ook geholpen om andere mensen dichter bij God te brengen. Vooral het eerste punt van het boek liet me de grote verantwoordelijkheid zien die ik als gelovige heb om te geven wat ik heb ontvangen. Deze verantwoordelijkheid voel ik nog sterker wanneer jongeren mij zeggen dat ik de enige jonge christen ben die ze in hun leven hebben ontmoet.

In de moeite om mensen dichter bij God te brengen ervaar ik een grote blijdschap. Ik ben ervan overtuigd dat de ontmoeting met God het beste is wat iemand kan overkomen. Mijn inzet daarvoor is daarom een logisch gevolg van mijn liefde voor mijn vrienden. Ook in een land als het mijne, waar veel mensen ver van God leven en waar ze geen belangstelling lijken te tonen, is er in de diepte een grote dorst naar God.

Ik heb mijn christen zijn of de gevolgen hiervan voor het dagelijkse leven nooit verborgen. Integendeel, ik heb juist gelegenheden gezocht om dit te kunnen belijden, zowel in woord als met de inspanning om consequent volgens mijn geloof te leven. God zij dank, heb ik verschillende mensen kunnen helpen op hun weg naar God. Ze hebben zich bekeerd of zijn dichter bij God gekomen. Op de middelbare school was ik bijvoorbeeld de enige katholiek en praktiserende christen. Vanaf de eerste dag hadden we veel discussies over godsdienstige of morele kwesties. Aan het begin moest ik het geloof alleen verdedigen, maar twee jaar later heeft een vriendin uit mijn klas zich bekeerd en laten dopen. Ze is dichter tot het katholieke geloof gekomen dankzij de heilige Jozefmaria. De blijdschap die ze in zijn boodschap heeft gevonden was iets dat haar hielp op haar weg naar het geloof.

Ik denk dat zijn leer een grote hulp kan zijn voor jonge mensen op hun weg naar God. Zijn boodschap heeft de nodige flexibiliteit om altijd actueel te blijven, want het helpt je God te vinden in de omstandigheden waarin je bent. Het is tegelijkertijd een leer die authentieke waarden biedt en een serieuze – maar blije – weg tot God. Dat is wat elke mens en met name wat jonge mensen zoeken.

Kristina Simon