Bericht van de prelaat naar aanleiding van het Motu Proprio 'Ad charisma tuendum'

Mgr. Fernando Ocáriz, prelaat van het Opus Dei, schrijft over het Motu Proprio van paus Franciscus 'Ad charisma tuendum' ('Om het charisma veilig te stellen').

Mgr. Fernando Ocariz, prelaat van het Opus Dei

Mijn geliefde dochters en zonen, moge Jezus jullie behoeden!

Vanmorgen is het Motu proprio “Ad charisma tuendum” van paus Franciscus openbaar gemaakt, waarbij enkele artikelen van de Apostolische Constitutie Ut sit worden gewijzigd, om ze aan te passen aan de normen die zijn vastgesteld in de recente Apostolische Constitutie Praedicate Evangelium, over de Romeinse Curie. Dit is een concretisering van het besluit van de Heilige Vader om de figuur van de personele prelatuur onder te brengen in het Dicasterie van de Clerus, dat wij van ganser harte aanvaarden.

De Heilige Vader spoort ons aan onze aandacht te richten op de gave die God aan de heilige Jozefmaria gegeven heeft, en die ten volle te beleven. Hij spoort ons aan zorg te dragen voor het charisma van het Opus Dei "om de evangeliserende werkzaamheid van haar leden te bevorderen" en op deze wijze "de oproep tot heiligheid in de wereld te verspreiden, door de heiliging van het werk en van de gezins- en sociale bezigheden" (Motu proprio Ad charisma tuendum). Ik zou willen dat deze uitnodiging van de Heilige Vader sterk weerklank vindt in ieder van ons. Het is een gelegenheid om de geest die de Heer in onze stichter heeft gelegd te verdiepen en te delen met vele mensen in het gezin, op het werk en in de sociale omgeving.

Wat de bepalingen van het Motu Proprio over de figuur van de prelaat betreft, herhaal ik wat ik jullie al bij andere gelegenheden heb gezegd: wij danken God voor de vruchten die het bisschopsambt van de zalige Alvaro en don Javier hebben voortgebracht voor de kerkelijke gemeenschap. Tegelijkertijd was en is de bisschopswijding van de prelaat niet noodzakelijk voor het leiden van het Opus Dei. De wens van de Paus om nu de charismatische dimensie van het Werk te benadrukken nodigt ons uit om de familiesfeer van genegenheid en vertrouwen te versterken: de prelaat moet een gids zijn, maar bovenal een vader.

Met deze brief vraag ik jullie ook te bidden voor het werk dat paus Franciscus ons heeft gevraagd uit te voeren, om het bijzondere recht van de Prelatuur aan te passen aan de aanwijzingen van het Motu proprio “Ad charisma tuendum”, en daarbij - zoals hij zelf zegt - trouw te blijven aan het charisma.

Met alle genegenheid zegent jullie

jullie Vader

Fernando Ocáriz