“De godsdienst is de grootste muiterij van de mens”

Nu we in onze omgeving zoveel ongehoorzaamheid, geroddel, geruzie en kwaadsprekerij zien, moeten wij meer dan ooit de gehoorzaamheid, oprechtheid, trouw en eenvoud beminnen. Als we dat met bovennatuurlijke visie doen, zullen we alleen maar menselijker worden. (De Smidse, 530)

Omdat de godsdienst de grootste muiterij is van de mens die niet als een beest wil leven, die rust noch duur vindt tot hij de Schepper ontmoet en kent. Ik wil dat u ook zo'n muiter bent, vrij van alle banden; want ik wil —Christus wil— dat wij kinderen van God zijn. Slaaf of Gods kind! Dat is de keuze van ons leven. Of kind van God, of slaaf van de hoogmoed, van het zingenot, van dat benauwende egoïsme waarin zoveel zielen verstrikt schijnen te zijn.

Gods liefde wijst de weg van de waarheid, van de gerechtigheid en van het goede. Als we besluiten de Heer te antwoorden met ‹mijn vrijheid behoort U› zijn we op hetzelfde moment bevrijd van alle banden waarmee we vastzaten aan onnozelheden, aan lachwekkende bezigheden en pietluttige eerzucht. En de vrijheid —die onmeetbare schat, die wonderbaarlijke parel; wat zou het jammer zijn haar voor de zwijnen te werpen (vgl. Mat 7, 6)— heeft dan als enige taak te leren het goede te doen (vgl. Jes 1, 17).

Vrienden van God, 37-38

Ontvang berichten per e-mail

email