Het veertigjarig jubileum van de film Chariots of Fire, geregisseerd door Hugh Hudson, die onverwacht vier Oscars won, inclusief die voor Beste Film, is een goede gelegenheid om opnieuw terug te kijken op de verdiensten ervan, misschien met het gehele gezin.
Het bekende, waargebeurde relaas greep filmproducent David Puttnam aan (The Mission, Killing Fields, Memphis Belle). Een groep Engelse atleten, geleid door Harold Abrahams (Engelsman van Joodse komaf) en de Schot Eric Liddell, komen in de jaren 20 van de vorige eeuw bijeen en zij triomferen uiteindelijk tijdens de Olympische Spelen in 1924 in Parijs. Om dat te bereiken moesten de jonge studenten eerst obstakels overwinnen. Allereerst het heimelijke racisme dat die jaren kenmerkte, het was voor Abrahams met zijn bescheiden aard een uitdaging (een confrontatie weergegeven zonder toegeven aan het hedendaagse 'politiek correcte' verhaal). Daarnaast was er de aanhoudende druk van Liddell’s ouders, beide missionaris, om zijn plan om missionaris in China te worden na te streven en geen ‘tijd te verspillen’ aan atletiek.
Een pijler van de film is het belang van geloof. Liddell haalt de heilige Paulus aan bij de vergelijking van het geloof “met het lopen van een wedstrijd. Het is moeilijk. Het vereist concentratie van de wil, energie van de ziel,” in het bijzonder in het gewone dagelijkse leven. Bij de moeilijke keuze tussen trainen voor de Olympische Spelen of alles op te geven voor de missie, vertelt Liddell zijn zuster: “Ik geloof dat God mij voor een doel geschapen heeft. Maar Hij heeft mij ook snelheid gegeven, en als ik hardloop, voel ik zijn welbehagen.” Dit vlak nadat zijn vader opmerkte: “Je kunt God verheerlijken door het schillen van een aardappel als je het op perfecte wijze schilt.”
Het kan verbazen te horen dat de stichter van het Opus Dei, de heilige Jozefmaria Escrivá de Balaguer, de heiliging van het dagelijks leven in vergelijkbare woorden uitlegde [De Voor, nr. 498]: "Je schrijft me terwijl je in de keuken zit, bij het fornuis. Het wordt avond. Het is koud. Naast je zit je jongere zus aardappelen te schillen. Als laatste van jullie heeft ook zij de - goddelijke dwaasheid - ontdekt om haar christelijke roeping op totale wijze te beleven. Ogenschijnlijk - denk je - is haar werk hetzelfde als van vroeger. En toch, er is zo'n groot verschil! Dat is waar: vroeger deed ze niets anders dan aardappels schillen; nu heiligt ze zich door aardappels te schillen."
Het is verrassend dat hier exact hetzelfde beeld van het schillen van aardappelen wordt gebruikt als in de film. Maar het wordt anders, als je de eenvoud van de aardappel als basisvoedsel beschouwt en de eenvoud van het streven om “het dagelijkse leven, het dagelijkse werk te heiligen.”
Ik zal het verhaal van de film niet verder prijsgeven. Maar de groei van de personages wordt prachtig beschreven, en de beroemde originele muziek gecomponeerd door Vangelis verbindt elke scène onvergetelijk met elkaar.
Chariots of Fire gaf veel docenten tijdens lessen over menselijke waarden en sport- en bedrijfscoaches een rijke bron van citaten. Toen de film voor het eerst werd vertoond, voelde bijna iedereen, toen de zaallichten weer aangingen, de ontroering door wat Tolkien de ‘eucatastrofe’ noemde, een plotselinge wending aan het einde van een verhaal. En hetzelfde kan ons allemaal overkomen als we een fascinerend kunstwerk zien, een oude vriend die nooit teleurstelt.
Giovanni de Marchi.
Het originele artikel werd op 9 januari 2021 gepubliceerd in L’Osservatore Romano. De digitale versie kan hier worden gevonden.