Het doet me erg veel pijn als ik me realiseer dat een katholiek, een kind van God die —door het doopsel— geroepen is een andere Christus te zijn, zijn geweten in slaap sust met een louter formele vroomheid, met een 'vage godsdienstzin' die hem er toe brengt van tijd tot tijd te bidden, alleen als hij denkt, dat het hem schikt!; de heilige Mis bij te wonen op de dagen dat het verplicht is, en zelfs dan niet altijd, terwijl hij er zeer wel voor zorgt zijn maag tevreden te houden door op vaste uren te eten; te marchanderen met zijn geloof, bereid het te ruilen voor een bord linzen, om zijn maatschappelijke positie niet te verliezen... En tenslotte zich schaamteloos of ergerniswekkend als katholiek te bestempelen om hogerop te komen. Neen! Laten we niet met stempels genoegen nemen. Ik wil dat u katholiek bent van top tot teen, uit een stuk gesneden. En om dat te bereiken moet u, zonder compromissen, het juiste geestelijke voedsel zoeken.
U weet uit persoonlijke ondervinding, en u hebt het me keer op keer horen herhalen om u te wapenen tegen de ontmoediging, dat het christenleven uit beginnen en elke dag opnieuw beginnen bestaat; en in uw hart stelt u vast, zoals ik het doe in het mijne, dat we met volharding moeten strijden. Bij uw zelfonderzoek hebt u moeten waarnemen —dat gebeurt mij ook; excuseer dat ik de aandacht richt op mijn eigen persoon, maar zo met u pratend wend ik mij tot de Heer met de noden van mijn ziel— dat u herhaaldelijk kleine nederlagen moet lijden; en soms hebt u de indruk dat ze reuzegroot zijn, omdat ze een klaarblijkelijk gebrek aan liefde tonen, gebrek aan overgave, aan offervaardigheid, aan fijngevoeligheid. Houdt in uzelf het verlangen naar eerherstel in stand en doe dat met een oprecht volmaakt berouw, maar raak vooral de vrede niet kwijt.
(...) In uw eigen belang dring ik er nu op aan dat u zich laat helpen, laat leiden, door een geestelijk leidsman, aan wie u al uw verlangens naar heiligheid en dagelijkse zorgen die uw innerlijk leven raken, de mislukkingen die u incasseert en al uw overwinningen toevertrouwt.
Vrienden van God, 13-15