“Dienaren van alle mensen”

Wie echt liefheeft, heeft geen tijd om met zichzelf bezig te zijn. Hij heeft geen ruimte voor de hoogmoed en zal alleen maar gelegenheden zoeken om anderen van dienst te zijn! (De Smidse, 683)

Je ziet nu nog maar weinig ezels, maar denk eens aan de eigenschappen van dat dier. Ik heb het niet over een oude, koppige, wrokkige ezel die zich met een verraderlijke trap kan wreken, maar over een jong ezeltje, met de oren gespannen als antennes, sober, hardwerkend, met een vastberaden, vrolijke tred. Er zijn honderden mooiere dieren, met meer vaardigheden en feller. Maar Christus heeft zijn blik op hem laten vallen om zich als koning voor te stellen aan het volk dat Hem toejuichte in Jeruzalem. Want Jezus kan niets beginnen met berekenende sluwheid, met de wreedheid van kille harten, met opzichtige maar lege schoonheid. Hij houdt van de blijdschap van een jong hart, van een eenvoudige tred, een stem zonder gemaaktheid, heldere ogen, oren die zijn liefdevolle woorden willen opvangen. Zo heerst Hij in de ziel.

Als wij Christus in onze ziel laten heersen zullen wij geen heersers worden, maar dienaars van alle mensen. Dienen. Ik houd veel van dat woord! Mijn koning dienen, en door Hem alle mensen die door zijn bloed zijn verlost.

Christus komt langs, 181-182

Ontvang berichten per e-mail

email