Maak goede voornemens. Dat is iets heiligs dat God aangenaam is. Maar laat het daar niet bij! Zorg dat je een ziel - een man, een vrouw - van daden bent. Om je voornemens te verwezenlijken moeten ze duidelijk en goed omschreven zijn.
En daarna, mijn kind, moet je strijden om die voornemens met de hulp van God in praktijk te brengen!
De Smidse, 116
Ga eens na hoe je je gedraagt. Je zult zien dat je vol fouten zit die schadelijk zijn voor jezelf en misschien ook voor de mensen om je heen.
Denk eraan, mijn kind, dat bacteriën niet minder gevaarlijk zijn dan roofdieren. Jij kweekt je fouten en vergissingen als bacteriën in een laboratorium, door je gebrek aan nederigheid, aan geest van gebed, aan plichtsgetrouwheid, aan zelfkennis... Vervolgens besmetten deze infectiehaarden je omgeving.
Je hebt een grondig dagelijks gewetensonderzoek nodig, om werkelijk spijt te krijgen over je gebreken, je nalatigheden en je zonden en om concrete voornemens te kunnen maken om jezelf te beteren.
De Smidse, 481