“De eerste voorwaarde: werken en goed werken!”

Als we ons werk werkelijk willen heiligen, zullen we toch zeker aan de eerste voorwaarde moeten voldoen: menselijk en bovennatuurlijk goed werken. (De Smidse, 698)

In je gewone beroepswerk zul je de concrete en kostbare materie vinden waarop je een christelijk leven kunt bouwen en waarin je aan de genade van God kunt beantwoorden.

Door je in je beroepswerk op God te richten zullen geloof, hoop en liefde een rol gaan spelen. De gebeurtenissen, contacten en problemen op je werk zullen voedsel geven voor je gebed. Bij de inspanning om je dagelijks werk vooruit te brengen zul je het kruis tegenkomen dat zo essentieel is voor de christen. Zwakheden en mislukkingen horen bij menselijke ondernemingen, ze zullen je realistischer maken, nederiger en met meer begrip voor de anderen. Bij successen en bij alles wat je blij maakt zul je de behoefte hebben om dank te zeggen en je zult merken dat je niet voor jezelf leeft, maar voor de mensen en voor God.

Om je beroep te heiligen moet je het werk menselijk en bovennatuurlijk gezien serieus nemen. (...) Het wonder dat de Heer van jou vraagt is dat je volhardt in je christelijke en goddelijke roeping, in de heiliging van het dagelijks werk. Hij vraagt je het wonder om het proza van alledag om te zetten in een heldendicht, door de gewone bezigheden met liefde te doen. Hij verwacht van jou dat je een mens bent met verantwoordelijkheidsbesef, apostolische ijver en dat je goed bent in je beroep.

Als Christus nu langskomt, 49 – 50

Ontvang berichten per e-mail

email