Van student elektrotechniek naar priester. ‘We moeten geduldig zijn, en veel bidden’

Nacho Vergara werd zaterdag priester gewijd. Hij werd in Chili geboren, maar heeft sinds 2014 de Nederlandse nationaliteit. ‘Het beviel me hier zo goed.’ Het Nederlands dagblad publiceerde een interview met Nacho.

Nacho Vergara (foto: Juan Maria Sanmillan).

Interview door Hendro Munsterman
voor het Nederlands Dagblad

Zijn moeder in Chili had de vliegtickets voor zijn priesterwijding op 23 mei in Rome al op zak, evenals zes broers en zussen en enkele Chileense vrienden. Maar de coronacrisis gooide roet in het eten. De wijding werd uitgesteld, maar ook nu kunnen ze er niet bij zijn vanwege coronabeperkingen en inreisverboden. ‘Maar er komt gelukkig wel een klein groepje vrienden uit Nederland’, zegt Juan Ignacio Vergara (46). ‘Maar iedereen noemt me Nacho’ (een verkleinwoord van Ignacio).

Hij verhuisde in 2000, na zijn studie elektrotechniek aan de universiteit van Santiago, op verzoek van het bestuur van het Opus Dei naar Nederland. ‘Dat beviel me zo goed dat ik besloten heb Nederlander te worden’. Hij volgde een master micro-elektronica aan de TU Twente en daarna een post-master aan de TU Eindhoven. En werkte daarna bij verschillende gerenommeerde bedrijven.

‘Toen ik 22 jaar oud was merkte ik dat God mij binnen het Opus Dei riep tot het celibaat’.

Het is typisch voor leden van het Opus Dei, een van oorsprong Spaanse, inmiddels internationale rooms-katholieke lekenbeweging. Nacho Vergara was er ‘numerair’, een leek die als celibatair midden in de wereld leeft en werkt en in een Opus Dei-huis leeft. Ook zijn beide ouders zijn lid van het Opus Dei, als ‘surnumerairs’, leden die wel kunnen trouwen.

‘Toen ik 22 jaar oud was merkte ik dat God mij binnen het Opus Dei riep tot het celibaat’, vertelt Vergara. Hij leefde meer dan twintig jaar als leek binnen het Opus Dei. De roeping tot het priesterschap beschouwt hij ‘als een tweede roeping binnen een roeping’. Maar vooral ook ‘als dienst aan mijn broeders en zusters, zowel binnen het Opus Dei als binnen de hele kerk’. Hij werd door het Opus Dei gevraagd om zich op het priesterschap voor te bereiden en reisde naar Rome om er vier jaar theologie te studeren.

Daar legt hij momenteel de laatste hand aan zijn proefschrift over het thema van de menselijke vrijheid van Jezus in het denken van de Duitse theoloog Romano Guardini. Daarna zal hij zes maanden pastorale stage lopen alvorens weer naar Nederland terug te keren om in één van de zes Nederlandse Opus Dei-huizen te gaan wonen die zich in Amsterdam, Utrecht en Maastricht bevinden.

Spiritualiteit

De spiritualiteit van het Opus Dei baseert zich op de gedachte dat iedereen geroepen is tot heiligheid ‘en dat je geen bijzondere dingen hoeft te verrichten, maar je ook in je beroep of gezinsleven God kunt vinden en volgen’. Voor het Opus Dei is het volgens Vergara belangrijk dat de priesters uit de eigen leden voortkomen. ‘Je hebt priesters nodig die dezelfde spiritualiteit hebben, zodat ze op een juiste manier geestelijke leiding kunnen geven’.

‘Er zijn geen geheimen bij het Opus Dei’

Het Opus Dei heeft bij sommigen nog steeds de naam een soort ‘geheim genootschap’ te zijn, mede geholpen door de bestseller De Da Vinci Code. Onderdeel van de misverstanden over het zogenaamde geheime karakter van het Opus Dei is volgens Vergara gelegen in het feit dat leden van het Opus Dei proberen ‘normaal als christenen in de samenleving te functioneren. We dragen geen onderscheidende kleding, zoals bijvoorbeeld monniken doen. Ons herken je niet aan ons uiterlijk’. Maar de beweging is volgens Vergara volstrekt transparant. ‘Er zijn geen geheimen bij het Opus Dei’.

Het Opus Dei staat ook te boek als een erg conservatieve club, hoe waar is dat?

‘Dat zie je alleen als je met het frame van een politieke bril kijkt. Maar het Opus Dei is vooral geïnteresseerd in het helpen van mensen in hun geestelijk leven met groot respect voor de vrijheid en de meningen van iedereen.

‘Binnen het Opus Dei is er veel vrijheid en ook veel diversiteit.’

In het verleden werd het Opus Dei in kerkelijke kringen voorafgaand aan het Tweede Vaticaans Concilie ervan beschuldigd te progressief te zijn, vanwege nadruk op de eigen lekenspiritualiteit. Onze stichter werd door velen zelfs beschouwd als een ketter. Later kregen we het sticker ‘conservatief’ opgeplakt.

Binnen het Opus Dei is er veel vrijheid en ook veel diversiteit. Er zijn leden van het Opus Dei die binnen linkse regeringen hebben gewerkt, anderen binnen rechtse regeringen.’

Het Opus Dei stond lang bekend als ‘conservatieve en militante beweging binnen de kerk’. Toch staat het Opus Dei helemaal achter de huidige paus Franciscus, die toch meer als vernieuwingsgezinde hervormer optreedt.

‘We houden van de paus, wie hij ook is.’

‘We hebben van onze stichter een grote liefde voor de paus geleerd. We houden van de paus, “wie hij ook is”, zoals onze stichter zei. Natuurlijk kan het gebeuren dat je sommige dingen die de paus zegt of doet persoonlijk minder leuk vindt, maar als je slecht over de paus gaat spreken of negatieve kritiek uit, ga je te ver. Dat doe je ook niet over je moeder of je vader.

De paus is de plaatsbekleder van Jezus en het bewaren van de eenheid van de kerk heeft een hele grote waarde. Onze huidige paus is bovendien in veel opzichten een voorbeeldige paus. Hij geeft een oprecht getuigenis van soberheid, zorg voor de armen en zorg voor de natuur. Hij is iemand die veel bidt. En zijn boodschap wordt door veel mensen buiten de kerk beluisterd. Nederlandse vrienden van me, die niet katholiek zijn, vinden deze paus een groot leider omdat hij zo authentiek en oprecht is.’

Nederland is een heel geseculariseerd land. Hoe kunnen we hier nog iets van Christus verkondigen?

‘We moeten geduldig zijn, en veel bidden.’

‘Gelukkig kunnen we rekenen op God. Want het is een taak die ons boven het hoofd gaat. Maar ik ben er van overtuigd dat iedere mens meer nodig heeft dan alleen geld om gelukkig te zijn. Vroeger of later zal iedereen een diepere zin van zijn leven zoeken. Mensen hebben die diepgang toch nodig. Dat zal langzaam gaan. We moeten geduldig zijn, en veel bidden.’

Hendro Munsterman

Nederlands Dagblad